Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 19-11-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:6218, 18/5599 t/m 18 /5601

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 19-11-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:6218, 18/5599 t/m 18 /5601

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
19 november 2021
Datum publicatie
13 december 2021
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2021:6218
Zaaknummer
18/5599 t/m 18 /5601

Inhoudsindicatie

Voor deze uitspraak is geen samenvatting gemaakt.

Uitspraak

Belastingrecht, meervoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummers BRE 18/5599 tot en met 18/5601

uitspraak van 19 november 2021

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] ,

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor de jaren 2014 en 2015 navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd en voor het jaar 2016 de aanslag IB/PVV. Tegelijkertijd heeft hij bij beschikkingen vergrijpboetes opgelegd en belastingrente in rekening gebracht.

1.2.

De inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 9 augustus 2018 de belastingaanslagen en de beschikkingen gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 21 augustus 2018, ontvangen bij de rechtbank op 22 augustus 2018, beroep ingesteld.

1.4.

De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

De inspecteur heeft voor de zitting een pleitnota toegezonden aan de rechtbank en aan de wederpartij.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 september 2021 te Breda. Aldaar zijn verschenen en gehoord, mr. M.C.J. Schoenmakers, als gemachtigde van belanghebbende, en namens de inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] , [inspecteur 3] en [inspecteur 4] .

1.7.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

2.1.

Belanghebbende is gehuwd met [echtgenote] (hierna: echtgenote). Belanghebbende en zijn echtgenote wonen op het adres [adres 1] in [woonplaats] (hierna: de eigen woning). Ook beschikken zij over een woning met het adres [adres 2] in [plaats] , die zij verhuren.

2.2.

Op 1 oktober 2012 is [Bedrijf] . (hierna: de BV) opgericht. De BV heeft als activiteit de advisering op het gebied van informatietechnologie. Belanghebbende is bestuurder van en houder van alle aandelen in de BV. Belanghebbende ontvangt loon van de BV.

2.3.

Op 13 augustus 2012 is in [staat] (VS) de vennootschap [Bedrijf] (hierna: de LLC ) opgericht. In de oprichtingsakte is het volgende bepaald:

First: The name of the limited liability company is [Bedrijf] .

Second: The address of the registered office is in the State of [staat] is [address 1] . The name of the Registered Agent is [name 2] .

Third: The purpose of the limited liability company shall be to engage in any lawfull act or activity for which a limited liability company may be formed under the Limited Liability law of the State of [staat] .

Fourth: The limited liability company shall have perpetual existence.

Fifth: Management of the limited liability company is vested in the member(s) in accordance with their ownership interests, unless this is varied by the operating agreement. A limited liability company member may not assign, either wholly of partially, the right to participate in management without the written consent of all limited liability company member(s) or as permitted by the operating agreement. From this day hence, the undersigned has fulfilled the duties of Organizer and relinquishes all further duties to the initial Member(s) of [Bedrijf] . The initial member(s) of the limited liability company shall be:

[name 1]

Sixth: The name and mailing address of the person forming this limited liability company at the instruction of this member(s) is as follows:

[name 3]

[address 2]

In Witness whereof, the undersigned has executed this Certificate of Formation of [Bedrijf] on August 13,2012.”.

De LLC genereert omzet met het verrichten van ICT-diensten waaronder de (wereldwijde) handel in IP-adressen.

Fiscaal onderzoek

2.4.

In 2016 is door de inspecteur een boekenonderzoek gestart.

2.5.

Begin 2017, tijdens de voorbereidingen van dit onderzoek, is de inspecteur op de hoogte geraakt van een bij de FIOD lopend strafrechtelijk onderzoek, onder de naam [naam 1] , gericht op de verdenking van witwassen door belanghebbende. De inspecteur heeft de Officier van Justitie op 9 februari 2017 verzocht om inzage te krijgen in de schriftelijke bescheiden behorend bij dat onderzoek naar belanghebbende. De Officier van Justitie heeft toestemming verleend.

2.6.

De inspecteur heeft het op 23 juni 2017 opgestelde “Eind Proces-Verbaal” met daarin de bevindingen ten aanzien van het door de FIOD ingestelde strafrechtelijke onderzoek ter beschikking gekregen. Onderdeel van het Eind Proces-Verbaal zijn de processen-verbaal van verhoor van belanghebbende en zijn echtgenote. In deze processen-verbaal heeft belanghebbende geantwoord (hierna aangeduid als: A) op vragen (hierna aangeduid als: V) of opmerkingen (hierna aangeduid als: O) van de verbalisanten:

“V: Wat kunt u vertellen over uw inkomsten vanaf 2013?

A: “(…) ik krijg zelf mijn salaris van [Bedrijf] . Dit is een bedrag van ongeveer € 3800,- netto per maand. Verder heb ik nog inkomsten uit de Amerikaanse markt. Het is namelijk zo dat ik ook IP-adressen verhuur in Amerika. Om dit te kunnen doen moet ik ook gevestigd zijn in Amerika, daarom heb ik ook een Amerikaans bedrijf. Ik heb hiervan de aandelen in mijn bezit. Dit bedrijf heet ook [Bedrijf] , deze rechtspersoon is een Limited. Dit bedrijf is gevestigd in [staat] . Dit bedrijf is nodig om bij het bedrijf [naam 2] Ip-adressen te verkrijgen, welke ik vervolgens verhuur aan klanten. De klant kan kiezen waar zijn Ip-adres wordt gehost, in Nederland of in Amerika, al naar gelang wat de klant kiest vloeit de omzet naar het Nederlandse of het Amerikaanse bedrijf. Zoals ik al zei krijg ik een salaris van mijn Nederlandse bedrijf [Bedrijf] . Van mijn Amerikaanse bedrijf [Bedrijf] Ltd krijg ik geen salaris. Ik krijg van dat bedrijf wel geld, maar het is zo dat ik gewoon dat geld van de rekening van de Ltd haal wat ik nodig heb. De Ltd heeft één bankrekening en wel bij de bank: Wells Fargo. Ik heb van die rekening een pasje en neem van die rekening dan contant geld op als ik het nodig heb.

Ik ben de enige die een pasje heeft van deze rekening (…).

Ik haalde geld van deze rekening van de Ltd voor diverse doeleinden, om boodschappen te doen of om een server te betalen of als er iets onder rembours werd afgeleverd. Het varieerde wel, soms haalde ik een keer per maand geld van de rekening en soms ook wel twee keer per week. (…)”.”.

Proces-verbaal van verhoor verdachte [nummer 1] , pag. 2-3.

“V: Hoe wordt deze bankrekening gevoed, welke bijschrijvingen vinden plaats op deze rekening?

A: “Deze rekening wordt gevoed door bijschrijvingen van klanten die facturen betalen. Dit zijn de facturen die ikzelf maak vanuit Nederland.”

V: Hoe kunt u zien welke klanten welke rekeningen hebben betaald?

A: “Dit kan ik zien aan de afschriften hiermee bedoel ik digitaal, maar ik heb al eerder gezegd dat dit niet goed werkte, dus ik belde vaker naar de bank en die konden me dan vertellen welke bedragen van welke klanten op de rekening waren bijgeschreven.

Vaak kon ik het zelf ook afleiden uit het saldo, want zoveel facturen verstuurde ik nu ook weer niet. Verder kreeg ik ook vaker een bevestiging van de klant een zogenaamde wireconfirmation, dit is een bevestiging van de bank van de klant dat het bedrag was overgeschreven.”

V: Neemt u alleen maar contant geld op van deze bankrekening of doet u ook betalingen/overschrijvingen vanaf deze rekening?

A: “Ja ik betaal ook middels overschrijvingen van deze bankrekening aan Amerikaanse leveranciers. Dit moet allemaal blijken uit de afschriften. De overschrijvingen die ik deed van deze rekening deed ik telefonisch. Ik belde dan het telefoonnummer dat achter op het pasje staat en dan gaf ik telefonisch opdracht om geld over te boeken.”

V: De contante opnames die u van deze bankrekening bij Wells Fargo doet, worden deze door u bijgehouden cq geadministreerd?

A: “Ik hou die zelf niet bij. De opnames die ik doe die zullen op de bankafschriften vermeld staan.'

O: U heeft in een eerdere verklaring gezegd dat u de contante opnames gebruikte voor allerlei doeleinden, zoals boodschappen, om remboursbestellingen te betalen, bijvoorbeeld om een server te betalen.

V: Hoe wordt dan het onderscheid gemaakt tussen zakelijke en privé uitgaven en hoe worden deze dan verwerkt in de administratie van [Bedrijf] Ltd?

A: “Dat weet ik niet uit mijn hoofd.”

V: Door wie wordt de administratie cq boekhouding bijgehouden van [Bedrijf] Ltd?

A: “Er is niet echt iemand die de administratie van [Bedrijf] Ltd voor mij bij doet houden. Alles blijkt uit de bankafschriften en de facturen.”

V: Waar wordt deze administratie cq boekhouding bewaard?

A: “Alles staat op mijn tablet, op de Microsoft Surface. Alles is digitaal ik heb geen fysieke facturen of dagafschriften.

V: Welke belastingen worden in Amerika betaald door [Bedrijf] Ltd?

A: “Ik weet niet precies welke belastingen ik in Amerika betaal.”

V: Heeft u wel belasting betaald in Amerika met [Bedrijf] Ltd?

A: “Ja want anders blijf je niet geregistreerd met het bedrijf.”

Proces-verbaal van verhoor verdachte [nummer 2] , pag. 2-3.

“V: Kunt u ons nog eens uitleggen welke werkzaamheden worden verricht door het Amerikaanse bedrijf [Bedrijf] Ltd?

A: “Ik heb al eerder gezegd dat ik met Het Amerikaanse bedrijf IP-adressen betrek van onder andere [naam 3] en ook nog van andere bedrijven. Die Ip-adressen verhuur ik dan aan klanten in [Bedrijf] Ltd. De opbrengst van het verhuren van IP-adressen varieert, dit kan gaan van 50 dollarcent tot 3 dollar per IP-adres, maar het kan ook meer of minder zijn en ook de periode waarop het betrekking heeft varieert dat kan een periode van een maand zijn maar ook langer of korter zijn.

Als u de bankafschriften ziet van het Amerikaanse bedrijf dan kunt u zien aan de bedragen dat het om best veel IP-adressen gaat. Ik heb zelfgeen idee om hoeveel IP-adressen het gaat die ik verhuur.

Personeel heb ik niet in dienst bij [Bedrijf] Ltd, ik doe alle werkzaamheden zelf. Ik doe deze werkzaamheden voor [Bedrijf] Ltd, allemaal van thuis uit in [woonplaats] achter de computer. Het verhuur van deze IP-adressen is eigenlijk de hoofdtaak van [Bedrijf] Ltd. Ik regel dus van hieruit, vanuit Nederland, de IP adressen (afhankelijk waar gehost) naar de plek waar de klant het IP-adres wil hebben, ik noem dat dan dat het Ip-adres daar naartoe wordt ‘getunneld’. Hiermee bedoel ik dat ik om dit te regelen niet naar de klant zelf toe hoef te gaan. Ik betrek IP-adressen uit verschillende landen, uit Amerika, Afrika, noem maar op. Deze verhuur ik dan aan mijn klanten, ik heb hoofdzakelijk Amerikaanse klanten, ook Amerikaanse klanten kan ik IP-adressen verhuren van buiten Amerika.” (…)”.

Proces-verbaal van verhoor verdachte [nummer 3] , pag. 2.

2.7.

Ook heeft de inspecteur de beschikking gekregen over bankstukken van [bank] in de VS. Uit de “Business Account Application” (hierna: de Application) blijkt dat op 19 november 2013 bij [bank] in de VS een bankrekening is geopend, met nummer [rekeningnummer] . Uit de Application blijkt verder dat de LLC enig houder (Sole Owner) van deze bankrekening is en dat belanghebbende de gemachtigde (Signer) is. Belanghebbende heeft de Application getekend. Verder heeft de inspecteur de beschikking gekregen over de bijbehorende bankafschriften over de periode 2014 tot en met 2016.

Aangifte en aanslagregeling

2.8.

Belanghebbende heeft op 21 juli 2015 de aangifte IB/PVV 2014, naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 51.451, ingediend. De inspecteur heeft aan belanghebbende met dagtekening 28 december 2015 de aanslag IB/PVV 2014 opgelegd, overeenkomstig de ingediende aangifte.

2.9.

Belanghebbende heeft op 31 augustus 2016 de aangifte IB/PVV 2015, naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 51.624, ingediend. De inspecteur heeft aan belanghebbende met dagtekening 28 oktober 2016 de aanslag IB/PVV 2015 opgelegd, overeenkomstig de ingediende aangifte.

2.10.

Belanghebbende heeft, na daartoe te zijn uitgenodigd, geen aangifte IB/PVV 2016 ingediend, ook niet na ontvangst van een herinnering en aanmaning.

2.11.

Met zijn brief van 2 februari 2018 heeft de inspecteur de navorderingsaanslagen IB/PVV 2014 en 2015 en de aanslag IB/PVV 2016 inclusief boeten aangekondigd.

2.12.

Met dagtekening 2 februari 2018 heeft de inspecteur aan belanghebbende voor de jaren 2014 en 2015 navorderingsaanslagen IB/PVV opgelegd (aanslagnummers [aanslagnummer] .H.47.01 en [aanslagnummer] .H.57.01) en voor het jaar 2016 de aanslag IB/PVV (aanslagnummer [aanslagnummer] .H.66.01). Gelijktijdig heeft de inspecteur bij beschikkingen vergrijpboetes opgelegd en belastingrente in rekening gebracht. Het gaat om belastingaanslagen en beschikking naar de volgende bedragen:

Box 1

Box 2

Vergrijpboete

Belastingrente

2014

151.451

264.000

50.000

11.870

2015

151.624

450.000

50.000

11.083

2016

151.947

152.000

25.000

2.484

Belanghebbende is tegen deze belastingaanslagen en beschikkingen in bezwaar gekomen.

2.13.

De inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 9 augustus 2018 de belastingaanslagen en de beschikkingen gehandhaafd.

3 Geschil

3.1.

In geschil is het antwoord op de volgende vragen:

a. Zijn de belastingaanslagen terecht en niet tot een te hoog bedrag vastgesteld?Meer in het bijzonder is in geschil:

i. Dient de bewijslast te worden omgekeerd en verzwaard?

ii. Is de LLC een niet-transparant lichaam?

iii. Is de LLC feitelijk in Nederland gevestigd?

iv. Is sprake van een redelijke schatting?

Zijn de vergrijpboeten terecht en niet tot een te hoog bedrag opgelegd?

Belanghebbende beantwoordt deze vragen ontkennend en de inspecteur bevestigend.

3.2.

Tijdens de zitting heeft belanghebbende zijn grief dat de inspecteur niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken heeft overgelegd, ingetrokken.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van de beroepen, vernietiging van de uitspraken op bezwaar, vernietiging van de navorderingsaanslagen IB/PVV 2014 en 2014 en de gelijktijdig daarmee gegeven rentebeschikkingen en tot vermindering van de aanslag IB/PVV 2016 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 51.947 en evenredige vermindering van de daarbij gegeven rentebeschikking. Wat betreft de boeten concludeert belanghebbende primair tot vernietiging en subsidiair tot vermindering.

3.4.

De inspecteur concludeert primair tot ongegrondverklaring van de beroepen en subsidiair tot vermindering van de belastingaanslagen en boetebeschikkingen naar de volgende bedragen:

Belastbaar inkomen in box 1 (€)

Belastbaar inkomen in box 2 (€)

Vergrijpboete

2014

95.451

320.000

25.000

2015

95.624

505.000

50.000

2016

95.947

205.000

25.000

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing