Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 02-12-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:6236, AWB - 18 _ 8417, 18 _ 8418 en 18 _ 8543

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 02-12-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:6236, AWB - 18 _ 8417, 18 _ 8418 en 18 _ 8543

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
2 december 2021
Datum publicatie
14 december 2021
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2021:6236
Zaaknummer
AWB - 18 _ 8417, 18 _ 8418 en 18 _ 8543

Inhoudsindicatie

Naheffingsaanslagen omzetbelasting 2010, 2011, 2012-2013.

Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij voor de tijdvakken 2010, 2011, 2012 en 2013 (gedeeltelijk) recht heeft op aftrek van voorbelasting. Voor de tijdvakken 2010 en 2013 heeft belanghebbende geen bewijsmiddelen overgelegd ter onderbouwing van de door haar in aftrek gebrachte voorbelasting. Voor de tijdvakken 2011 en 2012 heeft belanghebbende niet aannemelijk gemaakt dat zij belaste activiteiten heeft verricht. De naheffingsaanslagen omzetbelasting zijn daarom terecht aan belanghebbende opgelegd. De verzuimboete over het tijdvak 2010 en de vergrijpboeten over de tijdvakken 2011 en 2012-2013 zijn naar het oordeel van de rechtbank eveneens terecht aan belanghebbende opgelegd.

Uitspraak

Belastingrecht, meervoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummers BRE 18/8417, 18/8418 en 18/8543

uitspraak van 2 december 2021

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , wonende te [plaats 1],

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

en

de Minister van Justitie en Veiligheid,

de Minister.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor de tijdvakken 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 (2010), 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 (2011) en 1 januari 2012 tot en met 31 december 2013 (2012 en 2013) naheffingsaanslagen omzetbelasting (hierna: OB) opgelegd, alsmede bij gelijktijdige beschikkingen boeten opgelegd en heffings- of belastingrente in rekening gebracht. Dit kan als volgt worden samengevat:

Zaaknr.

Tijdvak

Dagtekening

Aanslagnr.

Belasting

Boete

Rente

18/8543

2010

28-12-2015

[aanslagnummer].F02.0501

€ 21.987

€ 2.198

€ 3.493

18/8417

2011

25-02-2016

[aanslagnummer].F02.1501

€ 36.297

€ 12.000

€ 5.022

18/8418

2012-2013

25-02-2016

[aanslagnummer].F02.3501

€ 65.743

€ 22.000

€ 6.707

1.2.

Bij afzonderlijke uitspraken op bezwaar heeft de inspecteur de bezwaren tegen de naheffingsaanslagen, boete- en rentebeschikkingen afgewezen.

1.3.

Belanghebbende heeft daartegen beroep ingesteld. Ter zake van deze beroepen heeft de griffier van belanghebbende griffierecht geheven van driemaal € 170. Over de hoogte van het griffierecht heeft belanghebbende gecorrespondeerd met de griffier.

1.4.

Belanghebbende heeft de gronden van haar beroepen ingediend. Met betrekking tot het beroep over het tijdvak 2010 heeft de belanghebbende een aanvulling op haar beroep ingediend.

1.5.

De inspecteur heeft verweerschriften ingediend. De inspecteur heeft op 26 augustus 2021 een aanvulling op zijn verweerschriften ingediend. De inspecteur heeft op verzoek van de rechtbank nog een op de zaak met nummer 18/8543 betrekking hebbend stuk ingediend bij brief van 8 september 2021.

1.7.

Het onderzoek ter zitting voor de meervoudige kamer heeft plaatsgevonden op 9 september 2021 te Breda. Aldaar zijn verschenen en gehoord, belanghebbende, vergezeld van haar gemachtigde mr. J.G.M. Nass, verbonden aan Nass en Nass Advocaten te Gulpen, en ter bijstand ondersteund door mr. J.M.S. Nass en [naam 1]. Namens de inspecteur is verschenen en gehoord, [inspecteur 1] en [inspecteur 2]. Voor het verhandelde ter zitting verwijst de rechtbank naar het proces-verbaal van de zitting, waarvan een afschrift gelijktijdig met het afschrift van deze uitspraak aan partijen zal worden toegezonden.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

2.1.

Belanghebbende dreef vanaf oktober 2009 een onderneming in de vorm van een eenmanszaak handelend onder de naam [handelsnaam 1]. De activiteiten bestonden (onder meer) uit ontruimings-, rennovatie-, en opknapwerkzaamheden. De eenmanszaak is op 12 november 2013 uitgeschreven uit het handelsregister.

2.2.

Belanghebbende heeft op 29 mei 2012 alle aandelen in [vennootschap] overgenomen van [naam 2] (hierna: [naam 2]). De naam van de vennootschap is gewijzigd in [naam vennootschap] De vennootschap handelde ook onder de namen [handelsnaam 2] en [handelsnaam 3].

2.3.

Belanghebbende diende ter zake van haar eenmanszaak op kwartaalbasis aangiften omzetbelasting in. Over de tijdvakken 2010 tot en met 2013 zijn de volgende bedragen op aangifte aangegeven:

Jaar

OB verlegd

Voorbelasting

Te ontvangen

Q1 2010

€ 0

€ 2.375

€ 2.375

Q2 2010

€ 4.862

€ 1.715

€ 1.715

Q3 2010

€ 24.175

€ 8.542

€ 8.542

Q4 2010

€ 55.970

€ 9.355

€ 9.355

2010

€ 85.007

€ 21.987

€ 21.987

Q1 2011

€ 56.355

€ 8.761

€ 8.761

Q2 2011

€ 53.188

€ 8.987

€ 8.987

Q3 2011

€ 58.736

€ 9.162

€ 9.162

Q4 2011

€ 57.021

€ 9.396

€ 9.396

2011

€ 225.300

€ 36.297

€ 36.297

Q1 2012

€ 48.623

€ 8.993

€ 8.993

Q2 2012

€ 50.659

€ 8.935

€ 8.935

Q3 2012

€ 51.986

€ 9.037

€ 9.037

Q4 2012

€ 58.651

€ 9.763

€ 9.763

2012

€ 209.919

€ 36.728

€ 36.728

Q1 2013

€ 53.585

€ 9.431

€ 9.431

Q2 2013

€ 53.793

€ 9.846

€ 9.846

Q3 2013

€ 48.564

€ 9.738

€ 9.738

Q4 2013

X

X

X

2013

€ 155.942

€ 29.015

€ 29.015

2.4.

De inspecteur heeft bij belanghebbende een boekenonderzoek ingesteld naar onder meer de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting over de tijdvakken 2010 tot en met 2013. In het kader van het boekenonderzoek hebben een aantal gesprekken met belanghebbende plaatsgevonden. Verder zijn de volgende derdenonderzoeken verricht:

Datum onderzoek

Subject

Bijlagenr. van verklaring in dossier 18/8417

1 mei 2014 – 19 december 2014

[naam 2]

Bijlage 13 bij het verweerschrift

7 augustus 2014

[naam 3]

Bijlage 17 bij het verweerschrift

7 augustus 2014

[naam 4]

Bijlage 3 bij de aanvulling op het verweerschrift van 26 augustus 2021

8 oktober 2014

[naam 5]

Bijlage 16 bij het verweerschrift

6 oktober 2015

[naam 6]

Bijlage 12 bij het verweerschrift

13 oktober 2015

[naam 7]

Bijlage 14 bij het verweerschrift

30 april, 2 mei, 8 mei 2019

[naam 8]

Bijlage 15 bij het verweerschrift

2.5.

De bevindingen van het boekenonderzoek zijn vastgelegd in het controlerapport dat op 25 november 2015 aan belanghebbende is toegezonden. In het controlerapport concludeert de inspecteur dat belanghebbende voor de tijdvakken 2011, 2012 en 2013 geen recht heeft op aftrek van voorbelasting, omdat belanghebbende, wegens het ontbreken van werkzaamheden, vanaf 2011 niet kan worden aangemerkt als ondernemer voor de omzetbelasting. Daarnaast concludeert de inspecteur dat belanghebbende voor de tijdvakken 2010 en 2013 geen recht heeft op aftrek van voorbelasting, omdat belanghebbende geen administratie heeft overgelegd ter onderbouwing van de door haar in aftrek gebrachte voorbelasting. Dit resulteert in de volgende correcties:

Tijdvak

Correctie

2010

€ 21.987

2011

€ 36.297

2012

€ 36.728

2013

€ 29.015

2.6.

De inspecteur heeft in het controlerapport verder aangekondigd over het tijdvak 2010 een verzuimboete op te leggen op grond van artikel 67c van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) en over de tijdvakken 2011, 2012 en 2013 vergrijpboeten op te leggen op grond van artikel 67f van de AWR. De inspecteur heeft daarbij rekening gehouden met de slechte financiële omstandigheden van belanghebbende. In het controlerapport zijn de volgende boeten aangekondigd:

Tijdvak

Uitgangspunt boete

Boetebedrag na vermindering

2010

€ 2.198

x

2011

€ 18.148

€ 12.000

2012

€ 18.364

€ 12.000

2013

€ 14.507

€ 10.000

2.7.

De inspecteur heeft de onderhavige naheffingsaanslagen, boete- en rentebeschikkingen, conform de bevindingen in het controlerapport, aan belanghebbende opgelegd. Deze zijn bij uitspraken op bezwaar gehandhaafd.

3 Geschil

3.1.

In geschil is het antwoord op de volgende vragen:

  1. Is ten onrechte driemaal griffierecht van belanghebbende geheven?

  2. Is de tenaamstelling van de naheffingsaanslagen juist?

  3. Zijn de naheffingsaanslagen omzetbelasting over de tijdvakken 2010, 2011, 2012 en 2013 terecht en niet tot te hoge bedragen vastgesteld?

  4. Is de verzuimboete terecht en niet tot een te hoog bedrag opgelegd?

  5. Zijn de vergrijpboeten terecht en niet tot te hoge bedragen opgelegd?

3.2.

Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van de beroepen, vernietiging van de uitspraken op bezwaar en vernietiging van de naheffingsaanslagen omzetbelasting en boete- en rentebeschikkingen. De inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van de beroepen met betrekking tot de tijdvakken 2010 en 2012 en 2013, en gegrondverklaring van het beroep met betrekking tot het tijdvak 2011.

4 Beoordeling van het geschil

5 Immateriëleschadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn

6 Proceskosten

7 Beslissing