Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 06-04-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:1575, AWB - 19/2315 tot en met 19/2317

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 06-04-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:1575, AWB - 19/2315 tot en met 19/2317

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
6 april 2022
Datum publicatie
19 april 2022
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:1575
Zaaknummer
AWB - 19/2315 tot en met 19/2317

Inhoudsindicatie

voor deze uitspraak is geen samenvatting gemaakt.

Uitspraak

Belastingrecht, meervoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummers BRE 19/2315 tot en met 19/2317

uitspraak van 6 april 2022

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , te [plaats] ,

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2012 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 497. Bij separaat gegeven beschikkingen is € 83 belastingrente berekend en is een vergrijpboete opgelegd van € 248.

1.1.2.

De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 8 maart 2019 de naheffingsaanslag 2012 en de beschikking belastingrente gehandhaafd en de vergrijpboete verminderd tot nihil.

1.2.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2013 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 8.620. Bij separaat gegeven beschikkingen is € 1.194 belastingrente berekend en is een vergrijpboete opgelegd van € 4.310.

1.2.2.

De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 8 maart 2019 de naheffingsaanslag 2013 verminderd tot € 959 en de belastingrente dienovereenkomstig verminderd. De inspecteur heeft de vergrijpboete verminderd tot nihil.

1.3.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2014 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 1.857. Bij separaat gegeven beschikkingen is € 187 belastingrente berekend en is een vergrijpboete opgelegd van € 928.

1.3.2.

De inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 8 maart 2019 de naheffingsaanslag 2014 verminderd tot € 1.546 en de belastingrente dienovereenkomstig verminderd. De inspecteur heeft de vergrijpboete verminderd tot nihil.

1.4.

Voorts is een proceskostenvergoeding toegekend van € 381 (1 punt voor het hoorgesprek met wegingsfactor 1,5 vanwege samenhang).

1.5.

Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 16 mei 2019, ontvangen bij de rechtbank op dezelfde dag, beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende éénmaal griffierecht geheven van € 345.

1.6.

De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.7.

Belanghebbende heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

1.8.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 februari 2022 te Breda, waarop tezamen, maar niet gevoegd, zijn behandeld de beroepen met zaaknummers 18/7490 tot en met 18/7494 ten name van [B.V. 1] , 18/7495 en 18/7496 ten name van [B.V. 2] , 18/7821 tot en met 18/7828 ten name van [persoon 1] en 18/7829 tot en met 18/7836 en 19/2314 ten name van [persoon 2] . Aldaar zijn verschenen en gehoord, [persoon 1] , vennoot, vergezeld van de gemachtigde M.C.J. Schoenmakers en namens de inspecteur [inspecteur 1] , [inspecteur 1] en [inspecteur 2] . Van het verhandelde ter zitting is door de griffier één proces-verbaal opgemaakt.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

2.1.

De activiteiten van belanghebbende bestaan uit het geven van financiële, fiscale en bedrijfseconomische adviezen. Tot 1 januari 2013 zijn de aangiften omzetbelasting ingediend op naam van [persoon 2] . Met ingang van deze datum zijn de aangiften omzetbelasting ingediend op naam van belanghebbende. De vennoten van belanghebbende zijn [persoon 2] en [persoon 1] . Het kantoor van belanghebbende is gevestigd op het woonadres van de vennoten. De werkzaamheden worden verricht vanuit een kantoorruimte in de woning. Deze kantoorruimte bevindt zich op de begane grond van de woning.

2.2.

Op 30 mei 2016 heeft de inspecteur aangekondigd een boekenonderzoek in te stellen naar de aanvaardbaarheid van de aangiften vennootschapsbelasting voor de jaren 2011 tot en met 2014, van de omzetbelasting voor het tijdvak 1 januari 2011 tot en met 31 december 2014 van de omzetbelasting en van de loonheffingen voor het tijdvak 1 januari 2011 tot en met 31 december 2015.

2.3.

Van het boekenonderzoek zijn op 7 juni 2017 controlerapporten opgemaakt. In het rapport over belanghebbende zijn, voor zover van belang, de volgende passages opgenomen:

2 Algemeen

2.1

Rechtsvorm onderneming

De onderneming werd van 1 januari 2002 tot 1 januari 2009 gevoerd in de vorm van een eenmanszaak onder de naam [eenmanszaak] op naam en voor rekening van mevrouw [persoon 2] .

Op 21 maart 2013 is de eenmanszaak met terugwerkende kracht per 1 januari 2009 uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel (hierna KvK). Met ingang van deze datum is de onderneming ingeschreven in de vorm van een vennootschap onder firma op het adres [adres] [plaats] .

(…)

2.3

Administratie

De dagelijkse administratie wordt bijgehouden door de heer en mevrouw [naam 1] en bestaat uit klappers met bankafschriften en de hierbij behorende onderliggende stukken. Verder zijn er diverse facturen, kassa- en pinbonnen die per kas betaald zijn met een hierbij behorende Exceloverzicht.

2.4

Belastingadviseur

Aangezien men zelf als (belasting)adviseur werkzaam is, wordt geen gebruik gemaakt van een (externe) adviseur.

2.5

Kasadministratie / geldbeweging

In het inleidend gesprek heeft de heer [naam 1] aangegeven dat (nagenoeg) alle omzet per bank

ontvangen wordt. De per kas betaalde kosten worden in één totaalbedrag, middels voorafgaande

journaalpost (hierna: VJP), opgevoerd zonder (nadere) specificatie op kostensoort.

De onderliggende stukken (voornamelijk kassa- en pinbonnen) zijn zonder splitsing op kostensoort

in de klappers opgeborgen, waardoor de totaalbedragen (nagenoeg) niet controleerbaar zijn.

2.6

Gebreken in de administratie

Verder zijn onderstaande gebreken geconstateerd:

- (…)

- In alle jaren worden zowel bij de opbrengsten als ook bij de kosten een aanzienlijk aantal boekingen middels VJP verwerkt wat, ook door het over en weer boeken (en opbergen) tussen [belanghebbende] en [B.V. 1] (hierna: BV), de controle aanzienlijk bemoeilijkt heeft. Verder is de berekening van de VJP's, ook door diverse onleesbare aantekeningen, (nagenoeg) niet te volgen.

- In alle jaren worden huisvestings-, verkoop- en andere kosten opgevoerd zonder enige specificatie in de jaarstukken wat de controle aanzienlijk bemoeilijkt heeft.

- Aanschaffingen > € 480 zijn in een keer op de winst in mindering gebracht terwijl deze geactiveerd en (regulier) afgeschreven moeten worden.

- Er wordt voorheffing omzetbelasting verrekend over kassabonnen terwijl deze uitgesloten zijn van verrekening van voorheffing (factuurvereiste).

- De bedragen van de verrekende voorheffing uit de administratie zijn niet kort te sluiten met de ingediende aangiften omzetbelasting c.q. wijken hiervan af.

- De bedragen van de omzet uit de administratie zijn niet kort te sluiten met de ingediende aangiften omzetbelasting c.q. wijken hiervan (aanzienlijk) af.

- Er worden stelposten opgevoerd die, zoals algemeen bekend én zeker bij belastingplichtigen die zelf als adviseur werkzaam zijn, fiscaal niet geaccepteerd worden. Verder wordt op diverse stelposten voorheffing omzetbelasting verrekend, wat fiscaal niet aanvaardbaar is.

- Grootboekrekening te verrekenen omzetbelasting start per 1 januari 2011 met € 639,83, waar dit bedrag betrekking op heeft is niet na te gaan. Verder wordt dit bedrag elk jaar meegenomen in de grootboekrekening waardoor dit elk jaar (tot 4 maal toe) ten onrechte wordt verrekend.

Wij hebben bovenstaande gebreken met de heer [naam 1] besproken en hem aangegeven dat deze fiscaal onacceptabel zijn, te meer omdat men zelf als adviseur werkzaam is.

Na reactie op conceptrapport

In de reactie van 31 maart 2017 wordt aangegeven:

A. (…)

B. Inzake de VJP's dat deze werkwijze niet ongebruikelijk, soms niet te vermijden is en dat geen sprake is van een aanzienlijk aantal (hiervoor zijn nagenoeg 3 pagina's aangeleverd).

C. (…)

D. Inzake kassa- en pinbonnen is het niet altijd mogelijk een factuur te krijgen en dat het veeleer van belang is te kunnen beoordelen dat zakelijke uitgaven (ook middels kassa- en pinbonnen) passen in het kader van de bedrijfsvoering. Aangezien op achterkant van de bonnen de reden van de uitgave en het zakelijk karakter staat, is dit "spijkers op laag water zoeken".

E. Voor het gegeven dat de bedragen van de verrekende voorheffing uit de administratie niet aansluiten op de ingediende aangiften worden diverse verklaringen gegeven, waarbij tot de conclusie wordt gekomen dat uiteindelijk correcte suppletie jaaraangiften zijn gedaan.

F. Met betrekking tot de stelposten wordt aangegeven dat hier de schijn gewekt wordt dat het zich om volkomen uit de lucht gegrepen bedragen zou handelen maar dat het alleszins redelijke en billijke, op goede gronden gemaakte, inschattingen betreft.

G. Inzake het jaarlijks beginsaldo op de grootboekrekening te verrekenen omzetbelasting van € 639,83 en het gegeven dat dit eik jaar (tot 4 maal toe) ten onrechte wordt verrekend, wordt aangegeven dat volslagen uit de lucht gegrepen is.

Verder wordt aangegeven dat de gebreken niet met de heer [naam 1] zijn besproken, dat het onderzoek welgeteld anderhalve dag heeft geduurd, waarbij geen afrondend gesprek heeft plaatsgevonden.

Over de gegeven reactie is het volgende op te merken.

Ad. A

(…)

Ad. B

Dat deze werkwijze niet ongebruikelijk is en soms niet te vermijden, neemt niet weg dat de VJP's niet (altijd) te volgen zijn. Verder zijn deze misschien voor wat betreft het aantal te overzien, echter bestaan de afzonderlijke VJP's ook weer uit diverse boekingen en zijn diverse niet leesbaar.

Ad. C

(…)

Ad. D

Kassa- en pinbonnen kunnen niet dienen als onderliggend stuk waarmee de zakelijkheid van uitgaven onderbouwd kan worden omdat aan de hand hiervan niet aannemelijk gemaakt kan worden door wie de uitgaven gedaan zijn, voor wie en waarvoor deze gedaan zijn. Op het overgrote deel van de onderliggende stukken stond ten tijde van het boekenonderzoek niets op de achterkant vermeld, waarbij op te merken is dat de zakelijkheid van de uitgaven met (uitsluitend) een vermelding op de achterkant niet aannemelijk gemaakt is.

Ad. E

Dat uiteindelijk (eventueel) correcte suppletie jaaraangiften zijn gedaan, neemt niet weg dat de verrekende voorheffing niet kort te sluiten is met de administratie.

Ad. F

Inzake de redelijke en billijke, op goede gronden gemaakte inschattingen verwijzen wij naar de respectievelijke kostenposten. Van belang blijft dat stelposten door de Belastingdienst niet als zodanig geaccepteerd worden.

Ad. G

In deze verwijzen wij naar punt 5 Omzetbelasting.

Zoals wij de heer [naam 1] tijdens het eindgesprek hebben aangegeven heeft de vermelding van de geconstateerde gebreken geen gevolgen omdat geen omkering van de bewijslast gesteld is.

2.6.1

Verloop van het boekenonderzoek / overige opmerkingen

Wij hebben een groot deel van de gebreken tijdens (en niet na) het boekenonderzoek met de heer [naam 1] besproken. Het gegeven dat het boekenonderzoek "welgeteld" anderhalve dag geduurd heeft, is gelegen in het feit dat wij diverse gegevens en onderliggende stukken niet in de administratie konden vinden en met de heer [naam 1] hadden afgesproken dat wij deze schriftelijk zouden opvragen.

Hiervoor hebben wij op 26 juli 2016 een 1e inlichtingenbrief (reactietermijn tot 19 augustus 2016) verzonden waarvoor op 23 augustus 2016 een rappel (reactietermijn tot 9 september 2016) is verstuurd.

Aangezien niet de gevraagde gegevens werden aangeleverd, is 12 september 2016 een informatiebeschikking (ex artikel 52a van de AWR) verzonden waarop de gevraagde gegevens zijn aangeleverd.

Hierna hebben wij op 28 november 2016 een conceptrapport gezonden waarop gereageerd kon worden tot 21 december 2016. Voor de reactie op het conceptrapport is 2 keer uitstel gevraagd en verleend (per e-mail bevestigd) tot een laatste reactiedatum 1 februari 2017.

Aangezien op 1 februari 2017 geen reactie was ontvangen, heeft mevrouw [naam 2] (per e-mail) gevraagd uiterlijk 13 februari 2017 te reageren; hierop is niets meer vernomen.

Mevrouw [naam 2] heeft op 21 februari 2017 gebeld en gesproken met mevrouw [naam 1] die aangaf dat uiterlijk in week 8 een reactie zal worden aangeleverd.

Door het uitblijven van een reactie heeft mevrouw [naam 2] op 2 maart 2017 nogmaals gebeld en gesproken met de heer [naam 1] . Deze gaf aan de reactie, in verband met drukke werkzaamheden, nog niet volledig klaar te hebben. Tevens gaf hij aan dat het geven van een reactie veel werk kost omdat het diverse rapporten betreft, waarin "onwaarheden en verdraaiingen van feiten staan, waarbij twijfelt sterk getwijfeld wordt aan de integriteit van de controlerende ambtenaren".

Gezien deze opmerkingen heeft mevrouw [naam 2] aangegeven dat wij altijd bereid zijn tot een gesprek met betrekking tot deze opmerkingen. De heer [naam 1] vindt dit inderdaad wenselijk, echter pas nadat hij alle feiten en gegevens schriftelijk heeft opgezet. Mevrouw [naam 2] heeft verder aangegeven dat het geven van een reactie op het conceptrapport van groot belang is en dat het beter is deze te geven in de fase van het boekenonderzoek dan in de fase van bezwaar. Dezelfde dag is middels e-mail uitstel tot 1 april 2017 verleend.

Gezien bovenstaande hebben wij voldoende tijd (ruim 4 maanden) gegeven voor het aanleveren van gegevens en de verdere reacties.

In de reactie van 31 maart 2017 staat (onder meer) dat de controleurs:

- " "Zogenaamde geconstateerde gebreken, zogenaamde conclusies en onterechte suggesties in

het rapport opgenomen hebben, wat doordrenkt is met suggestieve en tendentieuze opmerkingen".

- Suggereren dat een rookgordijn is opgetrokken om de controle te bemoeilijken.

- Constateringen in het rapport opnemen die "niet serieus en zelfs lachwekkend zijn, ware het niet dat de intentie van de schrijver feitelijk beneden alle peil en alleszins een ernstige schending van de integriteit van de schrijver is en dat in die geest sprake is van een ambtelijk verzuim dat door ondergetekenden ook serieus en als zodanig wordt opgevat".

In deze wordt verder aangegeven dat dit een schending van het vertrouwensbeginsel is.

- Geen juiste weergave geven van hetgeen de heer [naam 1] verklaard heeft c.q. zijn "woorden opzettelijk hebben verdraaid c.q. bewust onjuist hebben weergeven".

Als conclusie geeft de heer [naam 1] aan: "In Angelsaksische termen kwalificeert men een dergelijk en op deze wijze uitgevoerd onderzoek als bad conduct"

Met betrekking tot bovenstaande willen wij opmerken dat geen onvertogen woord is gevallen en niets is voorgevallen wat de geplaatste opmerkingen rechtvaardigt; dat belastingplichtigen dit dusdanig interpreteren, vloeit voort uit hun eigen beleving.

Wij hebben het boekenonderzoek uitgevoerd conform de hiervoor geldende regels en op een fatsoenlijke én integere wijze en accepteren niet dat hier aan onze integriteit getwijfeld wordt.

Hierbij is op te merken dat geen enkel rapport door de Belastingdienst wordt verstuurd voordat dit

zowel fiscaal als inhoudelijk door een derde is gelezen (zie verder onder "Slotopmerkingen").

2.7

Niet voldoen aan de administratie- en de bewaarplicht van artikel 52

(…)

2.8

Bedrijfsgebeuren

Zoals eerder opgemerkt, werd de onderneming in het verleden als eenmanszaak op naam en voor rekening van mevrouw Olislager-Smeets gevoerd. Op 21 maart 2013 is de eenmanszaak met

terugwerkende kracht per 1 januari 2009 uitgeschreven en wordt deze met ingang van deze datum, ook met terugwerkende kracht, voortgezet in de vorm van een vennootschap onder firma met als vennoten de heer en mevrouw [naam 3] .

In het inleidend gesprek heeft de heer [naam 1] aangegeven dat hij in het verleden, buiten zijn

werkzaamheden voor zijn beide BV's ( [B.V. 2] en [B.V. 1] ), ook

reeds werkzaam was in de eenmanszaak van zijn echtgenote.

Waarom in 2013 besloten is de eenmanszaak met terugwerkende kracht om te zetten in een VOF

wordt door de heer [naam 1] verder niet verklaard.

Het klantenbestand en de omzet van [belanghebbende] (de eerdere eenmanszaak) is zeer gering te noemen:

- Jaar 2014 6 klanten omzet € 11.039

- Jaar 2013 7 klanten omzet € 13.730

- Jaar 2012 7 klanten omzet € 21.366

- Jaar 2011 7 klanten omzet € 24.935

Voor het overige wordt in [belanghebbende] (uitsluitend) nog onderstaande omzet gegenereerd van [B.V. 1] , waarvan de heer [naam 1] directeur-groot aandeelhouder is:

- Jaar 2014 € 90.000 + € 5.000 doorberekende kosten

- Jaar 2013 € 90.000 + € 5.000 doorberekende kosten

- Jaar 2012 € 65.000 + € 5.000 doorberekende kosten

- Jaar 2011 € 73.750 + € 5.000 doorberekende kosten

Over de werkwijze met betrekking tot het doorboeken c.q. factureren van werkzaamheden door [belanghebbende] aan het [B.V. 1] heeft de heer [naam 1] in het inleidend gesprek aangegeven dat potentiële klanten alleen klant willen worden van een BV en niet van een VOF. Derhalve komen klanten binnen in [B.V. 1] , waarna de werkzaamheden uitbesteed worden aan [belanghebbende]. Deze stelling kan de heer [naam 1] , buiten zijn gevoel hierin, verder niet aannemelijk maken.

Van belang in deze is:

- Het is opmerkelijk c.q. ongebruikelijk te noemen om een ondernemingsvorm met terugwerkende kracht (tot 4 jaar toe) te wijzigen.

- Het klantenbestand en de omzet van [belanghebbende] is, zonder [B.V. 1] , gering.

- De heer en mevrouw [naam 1] claimen beiden middels [belanghebbende] de ondernemersfaciliteiten. Zonder overbrenging van de omzet uit [B.V. 1] zou dit, gezien het aantal klanten en de gegenereerde omzet, fiscaal niet acceptabel zijn.

- Door de heer en mevrouw [naam 1] wordt geen urenregistratie bijgehouden waardoor (met name bij de heer [naam 1] ) niet na te gaan is hoeveel uur aan [belanghebbende] besteed worden (of door de heer [naam 1] aan zijn beide BV's) c.q. of aan het urencriterium wordt voldaan.

- De redenering dat geen klanten in een VOF-vorm geworven zouden kunnen worden, stoelt verder nergens op c.q. kan door de heer [naam 1] niet aannemelijk gemaakt worden. Dit zou inhouden dat geen enkele VOF op het terrein van administratie/advies levensvatbaar zou zijn.

Conclusie:

Naar onze mening is niet aannemelijk gemaakt dat aan het omzetten (met terugwerkende kracht)

van de eenmanszaak van mevrouw [naam 1] naar een VOF tussen de heer en mevrouw [naam 1] én het overbrengen van omzet van [B.V. 1] naar [belanghebbende] (overwegend) zakelijke motieven ten grondslag liggen; deze werkwijze berust niet op zakelijk handelen.

Aangezien het, gezien de aard en inrichting van de administratie, echter (nagenoeg) onmogelijk is

om de resultaten terug te brengen naar [B.V. 1] , houden wij voor de in controle zijnde jaren deze handelwijze aan (zie verder onder "Afspraken").

Wel zijn wij, op grond van bovenstaande, van mening dat de heer [naam 1] geen recht heeft op

ondernemersfaciliteiten. Mevrouw [naam 1] heeft, gezien haar eenmanszaak in het verleden, recht op de ondernemersfaciliteiten.

Na reactie op conceptrapport

In de reactie van 31 maart 2017 wordt aangegeven dat de eenmanszaak niet met terugwerkende

kracht is uitgeschreven c.q. voortgezet wordt in de vorm van een VOF maar dat dit een gevolg is van het niet verwerken van een in december 2008 doorgegeven wijziging bij de KvK) Deze fout is

belastingplichtigen pas gebleken in 2013 bij een bezoek aan de KvK in 2013, waarna zij bij de KvK een kopie van de oorspronkelijke wijzigingsformulieren hebben overgelegd. De KvK is (na onderzoek) alsnog overgegaan tot inschrijving / wijziging per 1 januari 2009. Derhalve "is de vraag waarom de eenmanszaak met terugwerkende kracht om te zetten in een VOF dan ook niet aan de orde en een antwoord daarop of een verklaring dan ook evenzeer niet".

Verder worden diverse (reeds eerder) gegeven verklaringen aangehaald. In verband met de lengte van het rapport nemen wij deze kort op:

A. Tot 2004 was de heer [naam 1] fulltime in dienstbetrekking en verrichte tevens werkzaamheden voor de eenmanszaak van mevrouw [naam 1] , vanaf 2006 op basis van een meewerkbeloning en ingaande 2009 als vennoot.

B. Tussen de heer en mevrouw [naam 1] zijn afspraken gemaakt dat aan de gebruikelijke voorwaarden voor het voeren van een VOF wordt voldaan.

C. Vanaf het begin werden de opdrachten in naam van [B.V. 1] (in 2004) uitbesteed aan de eenmanszaak van mevrouw [naam 1] .

De totstandkoming van [belanghebbende] kan niet betekenen dat dit nadelige consequenties voor mevrouw [naam 1] zou inhouden c.q. dat zij met nadelige afspraken zou moeten of willen instemmen.

D. Door de heer [naam 1] worden nauwelijks werkzaamheden voor zijn BV's verricht, hij is voltijd werkzaam voor [belanghebbende] waarbij [B.V. 1] het uithangbord is voor het verwerven van opdrachten.

E. Verder wordt aangegeven dat het een zinloze exercitie is een opsomming van de eigen klanten en de daarbij behorende omzet te geven en een nagenoeg dezelfde opstelling voor [B.V. 1] , waarbij bij deze laatste bewust door de controlerende ambtenaren wordt nagelaten het aantal klanten te vermelden.

Tijdens het eindgesprek geeft de heer [naam 1] verder aan dat hij niet expliciet heeft aangegeven

"dat potentiële klanten alleen klant willen worden van een BV" en ook niet "dat hij deze stelling buiten zijn gevoel niet aannemelijk kan maken" In deze hebben wij zijn woorden verdraaid.

Tevens reikt hij inschrijvingsformulieren van de Kvk aan inzake de omzetting van de eenmanszaak in de VOF en een uittreksel van 21 maart 2013.

Over de gegeven reacties is het volgende op te merken.

Ad. A

Uit de bestanden van de Belastingdienst blijkt dat de heer [naam 1] met ingang van 2009 winst als vennoot aangeeft. Tevens is te zien dat met ingang van dat jaar de omzet stijgt, wat (waarschijnlijk) de overbrenging van de omzet van [B.V. 1] betreft waarvan niet aangegeven kan worden op grond waarvan deze overgebracht wordt c.q. wat het zakelijk handelen in deze is.

Door het claimen van de ondernemersfaciliteiten door de heer en mevrouw [naam 1] wordt

belastingvoordeel behaald.

Ad. B

Dat de heer en mevrouw [naam 1] (zijnde echtgenoten) afspraken hebben gemaakt, neemt niet weg dat de zakelijkheid hiervan c.q. de oprichting van [belanghebbende] op zakelijke motieven door de inspecteur getoetst dient te worden.

Ad. C

Voor mevrouw [naam 1] heeft de gevoerde werkwijze geen nadelige gevolgen. Zij blijf (fiscaal)

ondernemer en geniet hiervoor de ondernemersfaciliteiten. Dat wij deze niet aan de heer [naam 1]

toekennen, is gelegen in het gegeven dat de oprichting van [belanghebbende] en de overbrenging van omzet van de BV waarvan (uitsluitend) de heer [naam 1] directeur/groot aandeelhouder (zonder gebruikelijk loon) is, niet berust op zakelijke- maar op fiscale motieven.

Ad. D

Of en in hoeverre de heer [naam 1] werkzaamheden voor zijn BV's verricht of voor [belanghebbende], is zonder controleerbare urenregistratie niet na te gaan. Hierbij is niet inzichtelijk welke werkzaamheden door wie verricht worden zowel voor (daadwerkelijke) klanten van [belanghebbende] als van [B.V. 1] .

Ad. E

Met betrekking tot het bewust nalaten van de klanten (door de controlerende ambtenaren) verwijzen wij naar pagina 7 (onderaan) van het conceptrapport waarin expliciet staat aangegeven dat (buiten [B.V. 1] ) in het jaar 2014 sprake was van 6 en in de jaren 2013 tot en met 2011 van 7 overige klanten. Verder gaat de heer [naam 1] hier voorbij aan het gegeven dat niet de klanten van [B.V. 1] , waarvoor werkzaamheden door [belanghebbende] verricht worden, klanten van [belanghebbende] zijn maar dat uitsluitend de BV zelf (één) klant van [belanghebbende] is.

Met betrekking tot het verdraaien van de woorden van de heer [naam 1] hebben wij hem aangegeven dat wij deze woorden toch met 2 personen hebben waargenomen. Hierop geeft de heer [naam 1] aan "dat wij onze uitspraken in deze c.q. elkaar wel zullen dekken".

De aangeleverde formulieren van de KvK inzake de omzetting van de eenmanszaak in de VOF betreffen formulieren die via het internet kunnen worden uitgeprint; deze zijn ook niet ondertekend. Verder staat hier geen enkele vermelding van de KvK op waarmee het standpunt onderbouwd zou kunnen worden. Trouwens wij hebben de keuze om omzet door laten zakken naar [belanghebbende] gevolgd. Dat wij op grond van fiscale toetsing aan de heer [naam 1] geen ondernemersfaciliteiten toekennen, staat hier los van.

(…)

4.3

Bedrijfskosten jaar 2014

(…)

Energie kantoor

Hier wordt € 2.197 opgevoerd wat (volgens de VJP) 50% van de kosten voor het gehele woonhuis is. Gezien de kantoorruimte is het niet aannemelijk dat de helft van de totale energiekosten zakelijk is. Ondanks dat voor een niet gekwalificeerde werkruimte geen kosten kunnen worden opgevoerd,

accepteren wij een deel hiervan als een soort huurdersvergoeding. Gezien de kantoorruimte en het gebruik accepteren wij € 659 (15% van het totaal van € 4.394).

Correctie energie kantoor € 1.538 / Correctie omzetbelasting € 323

Na reactie op conceptrapport

In de reactie van 31 maart 2017 wordt aangegeven dat wel sprake is van een gekwalificeerde werkruimte en dat weliswaar het vloeroppervlak 10% bedraagt maar dat per jaar gemiddeld 14.000 kw elektriciteit wordt verbruikt, terwijl dit voor een pand zonder kwalificerende werkruimte hooguit 4.000 tot 5.000 kw zou bedragen. Dit meer verbruik is gelegen in verlichting, modems en switchen, printers etc waarbij de server en werkstations 's nachts niet uitgezet worden in verband met automatische backup, de fax-faciliteit en het gegeven dat de heer [naam 1] 's avonds en 's nachts vaker nog doorwerkt. Derhalve komt meer dan 75% van het elektriciteitsverbruik voor rekening van de werkruimte.

Met betrekking tot het gasverbruik wordt aangegeven dat ca 50% zakelijk te beschouwen omdat

besprekingen met cliënten en dergelijke plaatsvinden in de keuken en in voorkomende gevallen ook in de woonkamer. Deze ruimten worden dus ook zakelijk gebruikt en dienen overdag en ’s avonds verwarmd te worden.

Uit de alsnog aangeleverde stukken van Essent blijkt dat 13.300 kw gebruikt wordt wat inderdaad meer dan gebruikelijk is. Hoeveel dit "meer" gebruik is, is echter niet na te gaan. Wij houden een verdeling zakelijk – privé van 60% – 40% aan, wat leidt tot € 551 (60% x € 918).

Inzake het gasverbruik is het, gezien het aantal klanten van [belanghebbende], niet aannemelijk dat veel besprekingen zullen plaatsvinden. Verder is het niet reëel om te stellen dat de keuken en woonkamer overdag en 's avonds zakelijk verwarmd moeten worden. In deze blijft het standpunt gehandhaafd wat leidt tot € 171 (15% x € 1.139).

Inzake de overige kosten (netwerkkosten, energiebelasting, opslag, service- en administratiekosten) accepteren wij € 509 (25% x € 2.037). De totaal geaccepteerde energiekosten bedragen dan € 1.231.

Correctie energie kantoor (na aanpassing) € 966 / Correctie omzetbelasting € 184

Onderhoud kantoor

Van het opgevoerde bedrag van € 1.458 accepteren wij onderstaande kosten niet:

-

Miele € 15,69 heeft betrekking op de koffie automaat die ingebouwd is in de privé keuken.

-

Melard BvbA € 845,45 (België) omdat uit de factuur niet op te maken is of deze aanpassing betrekking heeft op de kantoorruimte of op de privé woning én er geen sprake is van een gekwalificeerde werkruimte.

- VJP 10 € 550 omdat dit een stelpost betreft waarvan niet na te gaan is waarop deze betrekking heeft (NB Stelposten worden niet geaccepteerd).

Correctie onderhoud kantoor € 1.410 / Correctie omzetbelasting € 119 (voorheffing stelpost)

Na reactie op conceptrapport

In de reactie van 31 maart 2017 wordt aangegeven:

1. Het koffie apparaat is weliswaar ingebouwd in de keuken maar wordt hoofdzakelijk gebruikt in de onderneming voor bezoekende klanten en andere zakelijke contacten die in de keuken ontvangen worden met koffie, thee, andere dranken alsmede versnaperingen, koekjes, chocola, gebak, bonbons, drop e.d.

2. Melard Bvba zijn onderhoudswerkzaamheden voor de werkruimte; het aanbrengen van een nieuw lichtpunt alsmede vervanging trafo berging/klein archief alsmede plaatsen nieuwe dimmer kantoor en vervangen van alarmbediening in hal na beschadiging bij inbraak.

3. De "stelpost" betreft het zakelijk deel van (uit privé middelen betaalde kosten) schoonmaakmiddelen, poetsmaterialen, wc-papier en toiletbenodigdheden alsmede ramenlap buitenzijde.

Over de gegeven reactie is het volgende op te merken.

Ad. 1 en 2.

De keuken is een niet gekwalificeerde werkruimte waarvoor geen kosten (waaronder inrichtingskosten) kunnen worden opgevoerd.

Ad. 3

Of € 550 voor genoemde uitgaven (gezien de overige hiervoor opgevoerde kosten) redelijk te noemen is, is niet na te gaan en verder worden stelposten niet geaccepteerd.

De aangekondigde correcties worden doorgevoerd.

(…)

Recapitulatie huisvestingskosten na reactie op conceptrapport:

Totale correctie huisvestingskosten € 4.658 / Totale correctie omzetbelasting € 303

4.3.2.2 Verkoopkosten

Representatiekosten

Hier wordt € 14.536 opgevoerd waarover wij het volgende willen opmerken:

- Het opgevoerde bedrag staat in geen verhouding met de 6 á 7 (nagenoeg dezelfde) klanten van de [belanghebbende].

- De heer [naam 1] heeft in het inleidend gesprek aangegeven dat niets gedaan wordt aan acquisitie en dat er nagenoeg geen nieuwe klanten bijkomen.

- Voor alle opgevoerde kosten zijn uitsluitend kassa- of pinbonnen aanwezig (soms onleesbaar) c.q. stukken zonder naam. Hiervan is de zakelijkheid op geen enkele wijze na te gaan.

- Er zijn geen overige gegevens (bijvoorbeeld agenda) aanwezig waarmee de uitgaven kort gesloten kunnen worden c.q. waaruit de zakelijkheid op te maken is.

- Zoals algemeen bekend, zeker bij belastingplichtigen die zelf als adviseur werkzaam zijn, is het aan belastingplichtige om de zakelijkheid van de kosten aannemelijk te maken.

Aangezien de zakelijkheid van de representatiekosten op geen enkele wijze na te gaan c.q. aannemelijk gemaakt is, accepteren wij deze niet.

Correctie representatiekosten € 14.535

Na reactie op conceptrapport

In de reactie van 31 maart 2017 wordt aangegeven:

1. Dat de representatiekosten betrekking hebben op alle klanten, dus ook de klanten waarvan de werkzaamheden door [B.V. 1] zijn uitbesteed aan [belanghebbende] en dat is overigens nog niet eens alles, want deze kosten betreffen ook andere zakelijke contacten.

2. Dat de heer [naam 1] niet gezegd heeft "dat niets aan acquisitie gedaan wordt en dat er nagenoeg geen nieuwe klanten bijkomen". Dit is een verdraaide en volstrekte onjuiste weergave van hetgeen gezegd is.

3. Het is apert onjuist dat "voor alle opgevoerde kosten uitsluitend kassa- of pinponnen aanwezig zijn (soms onleesbaar) c.q. stukken zonder naam". Voor zover dit wel het geval is, staat op de achterkant doorgaans de relatie genoteerd of het doel waarvoor de kosten gemaakt zijn.

4. Dat desgevraagd aangegeven is dat er een agenda in gebruik is, maar dat daar niet alle werkzaamheden in staan en dat niet gevraagd is om inzage in de agenda.

Als conclusie wordt aangegeven dat de zakelijkheid van de kosten wordt weergegeven door de

vermelding op de achterzijde van de bon/factuur.

Over de gegeven reactie is het volgende op te merken.

Ad. 1

Kosten die betrekking hebben op een andere rechtspersoon kunnen niet ten laste van de winst van [belanghebbende]worden gebracht. Verder is het aantal (nagenoeg) gelijkblijvend aantal klanten (ook bij [B.V. 1] ) niet van dien aard is dat hiermee € 14.535 in [belanghebbende] (plus € 1.100 in de BV) aan representatiekosten aannemelijk gemaakt kan worden.

Ad. 2

Wij kunnen alleen vermelden wat de heer [naam 1] ons heeft aangegeven in het inleidend gesprek.

Ad. 3

In de administratie zijn uitsluitend kassa- en pinbonnen aanwezig. Op het overgrote deel van de stukken stond ten tijde van het boekenonderzoek niets op de achterkant vermeld. Verder is de zakelijkheid van de uitgaven met uitsluitend een vermelding op de achterkant niet aannemelijk gemaakt. Tevens is 1 totaalbedrag van € 8.636,45 geboekt met omschrijving "Kasmut. 2014" wat niet aan te sluiten is met de administratie en waarvoor niet de onderliggende stukken te vinden zijn.

Voor het overige zijn 2 bedragen van € 750 opgevoerd met vermelding "vjp 6" waarvan de onderliggende stukken niet te vinden zijn.

Derhalve kan niet gesteld worden dat controleerbare stukken aanwezig zijn.

Ad. 4

De heer [naam 1] heeft aangegeven een summiere agenda bij te houden van de te verrichten

werkzaamheden. Aangezien hier geen afspraken met klanten instaan, was hij van mening dat inzage voor ons geen toegevoegde waarde zou hebben.

Ook met de gegeven reacties is de zakelijkheid van de uitgaven op geen enkele wijze aannemelijk

gemaakt waarbij het belastingplichtigen, zelf werkzaam als (belasting)adviseur, bekend is dat de

bewijslast inzake het aannemelijk maken van kosten bij hen ligt. De aangekondigde correctie wordt doorgevoerd.

Relatiegeschenken

Hier wordt € 2.186 opgevoerd waarover wij het volgende willen opmerken:

- Het opgevoerde bedrag staat in geen verhouding met de 6 á 7 (nagenoeg dezelfde) klanten van [belanghebbende].

- Voor alle opgevoerde kosten zijn uitsluitend kassa- of pinbonnen aanwezig (soms onleesbaar) c.q. stukken zonder naam. Hiervan is de zakelijkheid op geen enkele wijze na te gaan.

- Er zijn geen overige gegevens (bijvoorbeeld agenda) aanwezig waarmee de uitgaven kort gesloten kunnen worden c.q. waaruit de zakelijkheid op te maken is.

- Zoals algemeen bekend, zeker bij belastingplichtigen die zelf als adviseur werkzaam zijn, is het aan belastingplichtige is om de zakelijkheid van de kosten aannemelijk te maken.

Aangezien de zakelijkheid van de relatiegeschenken op geen enkele wijze na te gaan c.q. aannemelijk gemaakt is, accepteren wij deze niet.

Correctie relatiegeschenken € 2.186

Na reactie op conceptrapport

In de reactie van 31 maart 2017 wordt aangegeven dat deze gelijk is aan de reactie op de representatiekosten.

In deze verwijzen wij naar de gegeven reactie bij de representatiekosten waarbij op te merken is dat ook hier uitsluitend kassa- en pinbonnen aanwezig zijn. Verder is 1 bedrag van € 526,52 opgevoerd met vermelding "kasmut. 2014", wat niet aan sluiten is met de administratie en waarvoor geen stukken te vinden zijn. De aangekondigde correctie wordt doorgevoerd.

Verblijfkosten hotel

Het opgevoerde bedrag van € 181 (Inntel hotel Amsterdam) accepteren wij niet omdat de zakelijkheid van een overnachting voor 2 personen van zaterdag op zondag (12 en 13 april) niet aannemelijk c.q. niet uit de stukken op te maken is.

Correctie verblijfskosten hotel € 181

Na reactie op conceptrapport

In de reactie van 31 maart 2017 wordt aangegeven dat deze kosten een zakelijke bespreking met de

dochter betreffen inzake o.a. opstart en werkzaamheden voor [belanghebbende].

Aangezien niet aannemelijk gemaakt is of c.q. welke werkzaamheden de dochter (eventueel) verricht, wordt de aangekondigde correctie doorgevoerd.

NB Correctie omzetbelasting van de representatie- relatie- en verblijfskosten € 674 hebben wij

bepaald aan de hand van grootboekrekening <1820>.

Na reactie op conceptrapport

In de reactie van 31 maart 2017 wordt aangegeven dat de correctie omzetbelasting niet gespecificeerd is en de samenstelling daardoor onbekend.

Wij hebben dit moeten bepalen aan de hand grootboekrekening <1820> omdat geen aansluitberekening aanwezig was.

Kantinekosten

Hier wordt een bedrag van € 1.619 opgevoerd wat in geen verhouding staat met het gegeven dat in

[belanghebbende], buiten de heer en mevrouw [naam 1] , geen personeel werkzaam is. Ook is een stelpost van € 1.000 opgenomen (thee, fris, bonen, suiker) die niet aannemelijk is en die (zoals algemeen bekend) niet geaccepteerd wordt. Ondanks dat het overige bedrag van € 619 inzake koffiebonen (nagenoeg) uitsluitend betrekking heeft op de heer en mevrouw [naam 1] , accepteren wij de helft hiervan als zakelijk en corrigeren € 309 als zijnde privé.

Correctie kantinekosten € 1.309 / Correctie omzetbelasting € 65

Na reactie op conceptrapport

In de reactie van 31 maart 2017 wordt verwezen naar de reactie onder punt 4.3.2.1 (onderhoud

kantoor). Verder wordt aangegeven dat op kantinekosten uitsluitend de grotere hoeveelheden inkopen koffiebonen worden geboekt maar dat ook nog koffie gekocht wordt bij de huishoudelijke boodschappen.

Er worden geen andere inkopen gedaan zoals suiker, koffiemelk, thee, andere kantinekosten en

versnaperingen. Verder is een berekening bijgevoegd (jaarlijks gemiddeld 8.000 koppen koffie) waaruit blijkt dat de kosten aanzienlijk hoger moeten zijn en dat de "stelpost" niet zo maar een stelpost is, maar een alleszins redelijke en billijke en eerder nog te geringe inschatting.

Inzake de verwijzing naar punt 4.3.2.1 (gekwalificeerde werkruimte) is voor ons niet te volgen wat het verband van kantinekosten met een gekwalificeerde werkruimte is. 8.000 koppen koffie resulteert in 31 per werkdag en in 23 per dag inclusief zaterdag en zondag. Deze

aantallen zijn, ook gezien het aantal klanten, niet aannemelijk te noemen. Van belang in deze blijft verder dat geen personeel werkzaam is en dat stelposten niet geaccepteerd worden.

In tegenstelling tot het conceptrapport accepteren wij het volledige bedrag van € 619 inzake koffiebonen (zonder privé correctie) en corrigeren alleen de opgevoerde stelpost.

Correctie kantinekosten (na aanpassing) € 1.000 / Correctie omzetbelasting komt te vervallen.

Autokosten

In het opgevoerde bedrag van € 1.760 is € 1.615 opgenomen voor 8.500 zakelijke met de privé auto gereden kilometers. Naar aanleiding van de vragenbrief van 26 juli 2016 wordt een registratie voor 7.379 gereden kilometers (privé MB en VW Polo) met omschrijving (…) aangeleverd.

Over deze registratie is het volgende op te merken:

- De opgevoerde ritten zijn niet te koppelen aan een klant of aan enige omzet omdat geen naam van een klant c.q. geen reden voor de rit staat vermeldt.

- In de registratie staan 10 ritten (4.681 kilometer) opgenomen naar Rotterdam (zoon) en Koog aan de Zaan (dochter). Van deze ritten is de zakelijkheid niet aannemelijk.

Ondanks dat van de overige ritten (2.698 km) de zakelijkheid niet na te gaan is, accepteren wij deze tot een bedrag van € 513 (zie verder onder "Afspraken").

Correctie autokosten € 1.102

Na reactie op conceptrapport

In de reactie van 31 maart 2017 wordt aangegeven dat de ritten wel degelijk (een op een) te koppelen zijn aan een klant of een zakelijke relatie dan wel zakelijke inkopen waarvan een bon/factuur aanwezig was. De ritten naar de kinderen betreft zakelijke besprekingen en verder zijn diverse korte ritten niet eens in de registratie opgenomen.

Dat ritten te koppelen zijn aan een bon of factuur neemt niet weg dat in de registratie geen naam van een klant en geen reden voor de rit staat vermeld. Het is niet de bedoeling dat de inspecteur bonnen en facturen bij een betreffende rit moet zoeken om de zakelijkheid hiervan te beoordelen; trouwens deze (overige) ritten zijn door ons geaccepteerd.

De zakelijkheid van de ritten van de kinderen is ook nu niet aannemelijk gemaakt en met de opmerking dat niet alle zakelijke ritten zijn opgevoerd, kunnen wij verder niets.

De aangekondigde correctie wordt doorgevoerd.

Recapitulatie verkoopkosten na reactie op conceptrapport:

Totale correctie verkoopkosten € 19.004 / Totale correctie omzetbelasting € 674

4.3.2.3 Andere kosten

Kantoorbehoeften

In het opgevoerde bedrag van € 4.457 is € 622 opgenomen inzake een Apple I-pad met toebehoor.

Aanschaffingen > 450 (tikfout € 480) dienen geactiveerd en afgeschreven te worden.

Aangezien in het jaar 2012 reeds 2 Apple I-pad's tot bedragen van € 612 (06-10-2012) en € 615

(21-12-2012) geactiveerd zijn, is de zakelijkheid van een derde I-pad (voor 2 vennoten) niet

aannemelijk en wordt niet geaccepteerd.

Correctie kantoorbehoeften € 622 / Correctie omzetbelasting € 131

Na reactie op conceptrapport

In de reactie van 31 maart 2017 wordt aangegeven dat een derde I-pad is aangeschaft uit

doelmatigheids- en efficiencyoverwegingen aangezien deze meegenomen wordt bij klantbezoeken en de andere 2 steeds (opgeladen en klaar voor gebruik) beschikbaar zijn op kantoor.

Waarom de op kantoor overblijvend vennoot 2 I-pads beschikbaar moet hebben, is niet na te gaan.

Aangezien de zakelijkheid van 3 I-pads voor 2 vennoten niet aannemelijk gemaakt is, wordt de aangekondigde doorgevoerd.

Telefoonkosten

Van het opgevoerde bedrag van € 1.899 corrigeren wij:

-

€ 697 Apple I-phone omdat deze geactiveerd en afgeschreven moet worden.

-

€ 194 inzake mobiel nummer 06 30 988 661 omdat dit (volgens eigen zeggen) niet zakelijk gebruikt wordt.

- € 17 Solaris omdat bij de opgevoerde 3 nummers ook het privé telefoonnummer is opgenomen.

Correctie telefoonkosten € 906 / Correctie omzetbelasting € 44

Na reactie op conceptrapport

In de reactie van 31 maart 2017 wordt met betrekking tot de Apple I-phone verwezen naar punt 3.1

onder inventaris. Het mobiel nummer 06 30 988 661 wordt niet door ondergetekenden mobiel gebruikt maar wel door de zoon die regelmatig werkzaamheden uitvoert. Inzake Solaris wordt aangegeven dat hierdoor met de vaste telefoon goedkoper gebeld kan worden.

Inzake de I-phone verwijzen wij naar de reactie onder punt 3.1 en verder is niet aannemelijk gemaakt dat het gebruik van de mobiele telefoon door de zoon berust op zakelijke motieven. De aangekondigde correctie wordt doorgevoerd.

Onderhoud kantoorinventaris

Het opgevoerde bedrag van € 142 accepteren wij niet omdat dit betrekking heeft op onderhoud van

de Miele koffieapparatuur die is ingebouwd in de keuken van het privé woonhuis.

Correctie kantoorinventaris € 142 / Correctie omzetbelasting € 30

Na reactie op conceptrapport

In de reactie van 31 maart 2017 wordt met betrekking tot de Miele koffieapparatuur verwezen naar

punt 4.3.2.1 onderhoud kantoor.

Inzake de Miele koffieapparatuur verwijzen wij naar de reactie onder punt 4.3.2.1. De aangekondigde wordt doorgevoerd.

Kleine aanschaffingen kantine

Van het opgevoerde bedrag van € 2.621 accepteren wij € 2.479 niet omdat dit betrekking heeft op

Miele koffieapparatuur die is ingebouwd in de keuken van het privé woonhuis.

Correctie kleine aanschaffingen kantine € 2.479 / Correctie omzetbelasting € 521

Na reactie op conceptrapport

In de reactie van 31 maart 2017 wordt met betrekking tot de Miele koffieapparatuur verwezen naar

punt 4.3.2.1 onderhoud kantoor. In deze wordt verder aangegeven dat het bedrag van € 2.479 ten

onrechte in een keer op de winst in mindering is gebracht en dat dit moet worden afgeschreven.

Inzake de Miele koffieapparatuur verwijzen wij naar de reactie onder punt 4.3.2.1.

Ook activering (en afschrijving) is hier niet van toepassing aangezien het apparaat ingebouwd is in de privé keuken in het privé woonhuis. De aangekondigde correctie wordt doorgevoerd.

Contributies / abonnementen

Van het opgevoerde bedrag van € 3.383 accepteren wij € 131 niet omdat dit betrekking heeft op het onderhoudscontract van de Miele koffieapparatuur die is ingebouwd in de keuken van het privé woonhuis.

Correctie contributies en abonnementen € 131/ Correctie omzetbelasting € 28

Na reactie op conceptrapport

In de reactie van 31 maart 2017 wordt met betrekking tot de Miele koffieapparatuur verwezen naar

punt 4.3.2.1 onderhoud kantoor.

Inzake de Miele koffieapparatuur verwijzen wij naar de reactie onder punt 4.3.2.1. De aangekondigde wordt doorgevoerd.

Overige algemene kosten

Van het opgevoerde bedrag van € 629 accepteren wij € 603 inzake (bedrijfs)fitness niet omdat deze betrekking hebben op fitness van de heer en mevrouw [naam 1] (zonder personeel) en derhalve privé uitgaven betreffen.

Correctie overige algemene kosten € 603 / Correctie omzetbelasting €127

Recapitulatie andere kosten:

Totale correctie andere kosten € 4.883 / Totale correctie omzetbelasting € 1.357

4.4

Bedrijfskosten jaar 2013

4.4.1

Overige bedrijfskosten

Zoals eerder opgemerkt, staan onderstaande (niet gespecificeerde) kostenposten in de jaarstukken:

Huisvestingskosten € 11.516

Verkoopkosten € 18.247

Andere kosten € 11.656

Totaal € 41.419

Na reactie op conceptrapport

In de reactie van 31 maart 2017 wordt aangegeven dat voor de reactie op desbetreffende vergelijkbare en overeenkomstige posten (voor alle jaren) verwezen wordt naar het jaar 2014.

Gezien de lengte en de leesbaarheid van het rapport benoemen wij gelijke reacties (voor alle jaren) niet apart in elk jaar. Wel reageren wij op reacties die afwijkend zijn van het jaar 2014.

4.4.1.1 Huisvestingskosten

Energie kantoor

Hier wordt een bedrag van € 2.435 opgevoerd wat (volgens de VJP) 50% van de kosten voor het

gehele woonhuis is. Evenals in 2014 accepteren wij 15% van de totale energiekosten als een soort

huurderslasten tot een bedrag van € 731 (15% x € 4.870).

Correctie energie kantoor € 1.704 / Correctie omzetbelasting € 358

Na reactie op conceptrapport

Evenals in het jaar 2014 accepteren wij (aan de hand van de stukken BSGW) alsnog:

- elektriciteitsverbruik € 577 (60% x € 962)

- gasverbruik € 225 (15% x € 1.503)

- overige kosten € 521 (25% x € 2.086) tot totaal € 1.323.

Correctie energie kantoor (na aanpassing) € 1.112 / Correctie omzetbelasting € 234

Onderhoud kantoor

Hier wordt een bedrag van € 8.923 opgevoerd waarvan wij onderstaande bedragen corrigeren:

- Evenals in 2014 schoonmaak [naam 4] tot het opgevoerde bedrag van € 2.004.

- € 2.000 en € 2.500 Schildersbedrijf [naam 5] omdat geen sprake is van een ge kwalificeerde werkruimte en de facturen op naam van familie [naam 1] staan.

- € 1.597 timmerbedrijf [naam 6] omdat geen sprake is van een gekwalificeerde werkruimte.

- VJP 10 € 550 omdat dit een stelpost betreft waarvan niet na te gaan is waarop deze betrekking zou hebben (NB Stelposten worden niet geaccepteerd).

Correctie onderhoud kantoor € 8.651/ Correctie omzetbelasting € 1.817 (waarin voorheffing stelpost)

Na reactie op conceptrapport

In de reactie van 31 maart 2017 wordt aangegeven dat de offerte op naam stond van familie

[naam 1] / [eenmanszaak] maar de factuur op naam van familie [naam 1] . Men wil een correctie factuur vragen overeenkomstig de offerte waarin ook staat opgenomen dat de werkzaamheden betrekking hadden op de kwalificerende werkruimte.

Tijdens het eindgesprek wordt dezelfde offerte tot € 4.500 aangeleverd en verder 3 facturen ten name van familie [naam 1] tot € 7.000.

Inzake timmerbedrijf [naam 6] wordt verwezen naar punt 4.3.2 en ook hiervan wordt tijdens het eindgesprek nog de factuur aangeleverd.

Met betrekking tot het schilderwerk zijn de 3 facturen ten name van familie [naam 1] tot € 7.000 niet kort te sluiten met de offerte van € 4.500 ten name van familie [naam 1] / [eenmanszaak] . De heer [naam 1] geeft aan dat het verschil van € 2.500 gelegen is in het feit dat zij geen tijd hadden om de kantoorruimte leeg te maken, wat derhalve door het schildersbedrijf gedaan is (meerwerk).

Ook hier geldt dat een bedrag van € 7.000 niet in verhouding staat met de ruimte die zakelijk gebruikt wordt en dat werkzaamheden zijn verricht die niet zien op (eventuele) huurderskosten.

Van belang in deze blijft verder dat geen sprake is van een gekwalificeerde werkruimte en dat de

uitgaven betrekking hebben op het als privé geëtiketteerde pand.

Met betrekking tot timmerbedrijf [naam 6] (deurdrangers) geldt eveneens dat geen sprake is van een gekwalificeerde werkruimte en dat de uitgaven betrekking hebben op het als privé geëtiketteerde pand. De aangekondigde correcties worden doorgevoerd.

(…)

Recapitulatie huisvestingskosten na reactie op conceptrapport:

Totale correctie huisvestingskosten € 9.936 / Totale correctie omzetbelasting € 2.051

4.4.1.2 Verkoopkosten

Representatiekosten

Voor het opgevoerde bedrag van € 12.222 hebben wij dezelfde constateringen gedaan als in 2014.

Aangezien de zakelijkheid van de representatiekosten op geen enkele wijze na te gaan c.q. aannemelijk gemaakt is, accepteren wij deze niet.

Correctie representatiekosten € 12.222

Relatiegeschenken

Voor het opgevoerde bedrag van € 2.074 hebben wij dezelfde constateringen gedaan als in 2014.

Aangezien de zakelijkheid van de relatiegeschenken op geen enkele wijze na te gaan c.q. aannemelijk gemaakt is, accepteren wij deze niet.

Correctie relatiegeschenken € 2.074

Verblijfkosten hotel

Het opgevoerde bedrag van € 619 ( [hotel 3] en [hotel 2] ) accepteren wij niet omdat de zakelijkheid van overnachtingen van vrijdag op zaterdag (12 en 13 april) en van vrijdag op zaterdag (2 en 3 augustus) niet aannemelijk c.q. niet uit de stukken op te maken is.

Correctie verblijfskosten hotel € 619

NB Correctie omzetbelasting van de representatie- relatie- en verblijfskosten € 657 hebben wij bepaald aan de hand van grootboekrekening <1820>.

Kantinekosten

Evenals in 2014 corrigeren wij de stelpost van € 1.000 en van het overige bedrag van € 500 de

helft als zijnde privé.

Correctie kantinekosten € 1.250 / Correctie omzetbelasting € 53

Na reactie op conceptrapport

Evenals in het jaar 2014 accepteren wij alsnog de volledige kosten koffie van € 500 en beperken de correctie tot de stelpost.

Correctie kantinekosten (na reactie) € 1.000 / Correctie omzetbelasting komt te vervallen

Autokosten

In het opgevoerde bedrag van € 1.673 is € 1.615 opgenomen voor 8.500 zakelijke met de privé auto gereden kilometers. Naar aanleiding van de vragenbrief van 26 juli 2016 wordt een registratie

voor 7.603 gereden kilometers (privé MB en VW Polo) met omschrijving (…) aangeleverd.

Over deze registratie is (evenals in 2014) het volgende op te merken:

- De opgevoerde ritten zijn niet te koppelen aan een klant of aan enige omzet omdat geen naam van een klant c.q. geen reden voor de rit staat vermeld.

- In de registratie staan 10 ritten (4.633 km) opgenomen naar Rotterdam (zoon) en Koog aan de Zaan (dochter). Van deze ritten is de zakelijkheid niet aannemelijk.

Ondanks dat van de overige ritten (2.970 kilometer) de zakelijkheid niet na te gaan is, accepteren wij deze tot een bedrag van € 564 (zie verder onder "Afspraken").

Correctie autokosten € 1.051

Recapitulatie verkoopkosten na reactie op conceptrapport:

Totale correctie verkoopkosten € 16.966 / Totale correctie omzetbelasting € 657

4.4.1.3 Andere kosten

Telefoonkosten

Evenals in het jaar 2014 corrigeren wij van het opgevoerde bedrag van € 1.448:

- € 461 inzake mobiel nummer 06 30 988 661 omdat dit (volgens eigen zeggen) niet zakelijk gebruikt wordt.

- € 23 Solaris omdat bij de opgevoerde 3 nummers ook het privé telefoonnummer is opgenomen.

Correctie telefoonkosten € 484 / Correctie omzetbelasting € 102

Kleine aanschaffingen kantine

Van het opgevoerde bedrag van € 1.713 corrigeren wij onderstaande bedragen:

- Nostraforma € 389 (2 lampen) en Teekenschool € 247 en € 148 omdat de zakelijkheid van de uitgaven niet uit de onderliggende stukken op te maken is.

- Sitcon spycam € 370 omdat deze kosten betrekking hebben op het privé woonhuis.

Correctie aanschaffingen kantine € 1.154 /Correctie omzetbelasting € 242

Na reactie op conceptrapport

In de reactie van 31 maart 2017 wordt aangegeven dat Nostraforma bureauverlichting en Tekenschool een radio voor kantoor betrof. De Sitcon spycam betreft bewakingscamera voor kantoorruimte als gevolg van vandalisme.

De bedragen Nostraforma en Teekenschool worden alsnog geaccepteerd. Voor de bewakingscamera blijft gelden dat deze betrekking hebben op het als privé geëtiketteerd woonhuis.

Correctie aanschaffingen kantine (na aanpassing) € 370 /Correctie omzetbelasting € 78

Overige algemene kosten

Van het opgevoerde bedrag van € 1.251 corrigeren wij onderstaande bedragen:

- € 1.026 ( bedrijfs)fitness omdat dit evenals in 2014 privé uitgaven betreft.

- € 20 ( [hotel 3] ) omdat de zakelijkheid niet uit de onderliggende stukken blijkt.

Correctie overige algemene kosten € 1.048 / Correctie omzetbelasting € 220

Recapitulatie andere kosten na reactie op conceptrapport:

Totale correctie andere kosten € 1.902 / Totale correctie omzetbelasting € 400

(…)

5 Omzetbelasting

Met betrekking tot het beginsaldo van € 693,83 grootboekrekening <1820> te verrekenen voorheffingen heeft de heer [naam 1] tijdens het eindgesprek aangegeven dat hij weliswaar een back-up van zijn administratie heeft aangeleverd, maar niet weet wat in de audit -file staat.

Wij hebben uitleg gegeven en erop gewezen dat de medewerkers van de afdeling EDP/audit, die de

gegevens omzetten in een audit -file, geen wijzigingen in de aangeleverde gegevens kunnen aanbrengen.

Na het eindgesprek hebben wij samen met de medewerkers van de afdeling EDP/audit nogmaals de audit-file nagelopen. Hierbij is gebleken dat deze grootboekrekening (door belastingplichtigen) geboekt wordt over de jaren 2002 tot en met 2014, waarna correctieboekingen met betrekking tot de oudere jaren worden aangebracht en tevens niet per boekjaar wordt afgesloten. Verder is gebleken dat het beginsaldo van € 693,83 elk jaar gecorrigeerd wordt.

Aangezien wij uitgegaan zijn van alle boekingen in een respectievelijk jaar hebben wij genoemd bedrag van € 693,83 telkens gecorrigeerd, echter zijn wij ook van een hoger bedrag aan te verrekenen voorheffingen uitgegaan. Indien wij uitgaan van de te verrekenen voorheffing op de grootboekrekening komen wij op hetzelfde bedrag uit.

Bij de nu bijgevoegde (her)berekening gaan wij derhalve uit van de verrekende voorheffing, zoals

deze door de belastingplichtigen is aangegeven, waarbij ook de in 2012 niet verrekende korting op de kantoorinventaris wordt verrekend.

Zoals eerder opgemerkt is in de jaren 2011 en 2012 de omzetbelasting afgedragen op naam van de

eenmanszaak van mevrouw [naam 1] terwijl op naam van [belanghebbende] in beide jaren suppleties zijn ingediend tot terug te ontvangen bedragen van respectievelijk € 1.109 en € 497.

Beide bedragen zullen worden nageheven.

De berekeningen zijn bijgevoegd als Bijlage II

Na reactie op conceptrapport

In de reactie van 31 maart 2017 wordt aangegeven:

A. Dat het de heer en mevrouw [naam 1] niet bekend is waar het bedrag van € 693,83 vandaan komt, in elk geval niet uit de administratie van [belanghebbende]. Wellicht is "dit het resultaat van slordig knip- en plakwerk van de schrijver van het rapport".

B. De terugontvangen bedragen op naam van [belanghebbende] vloeien voort uit het (eerder genoemde) gegeven dat de wijziging van de eenmanszaak in een VOF door de KvK niet verwerkt is en zodoende ook niet doorgegeven is aan de Belastingdienst zodat het fiscaal nummer van de eenmanszaak niet tijdig werd gewijzigd naar een nieuw nummer voor de VOF. Correctie terugdraaien suppleties op naam van [belanghebbende] is dan ook niet akkoord.

Over de gegeven reactie is het volgende op te merken.

Ad. A

Zoals hierboven opgemerkt vloeit deze onduidelijkheid voort uit de wijze van boeken.

Ad. B

Voor zover de KvK de gegevens niet gewijzigd heeft, is de vraag hoezo belastingplichtigen dan op de (niet actieve) eenmanszaak de omzetbelasting afdragen en bij [belanghebbende] suppleties indienen. Van belang is verder dat het hun, zeker als (belasting)adviseur, bekend was dat ten onrechte bedragen terug ontvangen zijn en dat verzuimd is dit te corrigeren. De aangekondigde correcties worden doorgevoerd.”

2.4.1. In de uitspraak op bezwaar is de naheffingsaanslag voor het jaar 2012 gehandhaafd. Het betreft hier de teruggenomen teruggaaf omzetbelasting van € 497 die aan belanghebbende naar aanleiding van een suppletieaangifte is verleend. De inspecteur heeft deze teruggaaf aan [persoon 2] verleend, ervan uitgaande dat zij in 2012 de ondernemer is.

2.4.2. In de uitspraken op bezwaar zijn bepaalde aftrekposten voor de jaren 2013 en 2014 alsnog geheel dan wel deels geaccepteerd en is de omzetcorrectie vervallen. Gehandhaafd zijn de volgende correcties wegens genoten aftrek op:

- onderhoudskosten kantoor van € 116 (2013) en € 116 (2014),

- energiekosten van € 234 (2013) en € 184 (2014),

- verkoopkosten van € 385 (2013) en € 458 (2014), saldo grootboekrekening 1820,

- kantoorbehoeften € 131, bestaande uit de aanschaf van een Apple iPad met toebehoren (2014),

- telefoonkosten van € 102 (2013) en € 44 (2014) gebruik van een mobiel toestel en gebruik van de diensten van Solaris,

- kleine aanschaffingen van € 64 betreffende aanschaf van een beveiligingscamera (Spycam) (2013) en € 521 betreffende aanschaf van Miele koffieapparatuur (2014),

- onderhoud inventaris € 30 voor het onderhoud van de koffieapparatuur (2014),

- contributies en abonnementen € 28 voor het onderhoudsabonnement op de koffieapparatuur (2014), en

- bedrijfsfitness € 58 (2013) en € 34 (2014).

De naheffingsaanslagen zijn bij uitspraak op bezwaar dienovereenkomstig verminderd (€ 959 voor het jaar 2013 en € 1.546 voor het jaar 2014).

3 Geschil

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten en griffierecht

6 Beslissing