Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10-05-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:2554, AWB - 21 _ 2197

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10-05-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:2554, AWB - 21 _ 2197

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
10 mei 2022
Datum publicatie
13 mei 2022
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:2554
Zaaknummer
AWB - 21 _ 2197

Inhoudsindicatie

Deze uitspraak is niet voorzien van een samenvatting.

Uitspraak

Belastingrecht, enkelvoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummer BRE 21/2197

uitspraak van 10 mei 2022

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , gevestigd te [vestigingsplaats] ,

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

De bestreden uitspraak op bezwaar

De uitspraak van de inspecteur van 20 april 2021 op het bezwaar van belanghebbende tegen de aan haar opgelegde naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna; Bpm) ter zake van het motorrijtuig Land Rover RR Velar 3.0 V6 AWD R-Dynamic HSE met VIN nummer [VIN] , alsmede de daarbij bij beschikking in rekening gebrachte belastingrente van € 22.

Zitting

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 april 2022 te Breda.

Aldaar zijn verschenen en gehoord, de gemachtigde van belanghebbende mr. S.M. Bothof verbonden aan 123BPM.nl te Goor, en namens de inspecteur [inspecteur 1] en

[inspecteur 2] .

1 Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

2 Gronden

2.1.

Belanghebbende heeft op 10 januari 2020 op aangifte een bedrag van € 4.855 aan Bpm voldaan ter zake van de registratie van het motorrijtuig Land Rover RR Velar 3.0 V6 AWD R-Dynamic HSE met VIN nummer [VIN] . Het betreft een van oorsprong Franse auto die door belanghebbende in Polen is gekocht.

2.2.

Bij de aangifte is een taxatierapport gevoegd van Waardetaxaties.nl van 19 december 2019. In dit rapport heeft de taxateur een bedrag aan schade berekend van € 6.699 en daarvan een bedrag van € 4.823, ofwel 72%, in mindering gebracht op de handelsinkoopwaarde. Daarnaast heeft de taxateur een bedrag aan waardecorrectie in verband met een schadeverleden van € 19.702 vastgesteld op basis van de TMV tabel en dit bedrag eveneens in mindering gebracht op de handelsinkoopwaarde.

2.3.

De inspecteur heeft op basis van de hem ter beschikking staande gegevens het standpunt ingenomen dat de verschuldigde Bpm moet worden vastgesteld op € 8.386, te verminderen met een extra leeftijdskorting van € 143, zo leidt de rechtbank uit de stukken af. Met dagtekening 25 december 2020 is aan belanghebbende voor de auto een naheffingsaanslag Bpm opgelegd naar een bedrag van € 3.388. Daarbij is tevens een bedrag van € 22 aan belastingrente in rekening gebracht.

2.4.

Het bezwaar van belanghebbende is ongegrond verklaard.

2.5.

Tussen partijen is in geschil of de naheffingsaanslag terecht en naar het juiste bedrag is opgelegd. Meer specifiek is daarbij tussen partijen in geschil of terecht geen rekening is gehouden met een correctie wegens een schadeverleden.

2.6.

De inspecteur betwist primair dat rekening gehouden mag worden met een schadeverleden omdat dit reeds verwerkt is in de koerslijsten die als uitgangspunt genomen zijn om handelsinkoopwaarde te bepalen. Daarnaast betwist de inspecteur het schadeverleden van de auto omdat niet uit het taxatierapport valt op te maken dat de schadefoto’s van de auto van belanghebbende zijn.

2.7.

De rechtbank stelt voorop dat onder omstandigheden het schadeverleden van een auto een waardevermindering van de auto kan rechtvaardigen. Een voertuig met een schadeverleden kan, ook na herstel, minder waard zijn dan een voertuig zonder schadeverleden. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat een schadeverleden bij een latere verkoop zal moeten worden gemeld aan een potentiële koper. Bij de vaststelling van een waardevermindering door een schadeverleden dient de normale gebruiksschade in verband met leeftijd en kilometerstand buiten beschouwing te worden gelaten.

2.8.

In het taxatierapport van belanghebbende is op de eerste foto een auto zichtbaar met een Frans kenteken die in onbeschadigde staat verkeert. Verder bevat het taxatierapport foto’s van een auto die zichtbaar zwaar beschadigd is maar waarop geen kenteken zichtbaar is. Ook is het VIN nummer van de auto op de foto’s niet goed zichtbaar zodat ook aan de hand daarvan niet met zekerheid kan worden gezegd dat de foto’s van de beschadigde auto de onderhavige auto betreft. Daarnaast bevat het taxatierapport geen andere aanwijzingen waaruit valt te concluderen dat de auto op de foto’s van de auto in zwaar beschadigde staat daadwerkelijk dezelfde auto betreft als de auto op de overige foto’s. De rechtbank is daarom van oordeel dat in dit specifieke geval niet is vast te stellen of de schadefoto’s van de auto van belanghebbende zijn, zodat belanghebbende, gelet op de gemotiveerde betwisting van de inspecteur, niet aannemelijk heeft gemaakt dat de auto een schadeverleden heeft. De naheffingsaanslag is daarom terecht en naar het juiste bedrag aan belanghebbende opgelegd. Gelet op dit oordeel hoeven de overige stellingen geen behandeling meer.

2.9.

Op grond van het vorenstaande is het beroep ongegrond verklaard.

3 Proceskostenvergoeding

De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.

Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. J.H. Bogert, rechter, in aanwezigheid van mr. R.J.M. de Fouw, griffier, op 10 mei 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

De griffier, De rechter,

Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583,

5201 CZ ’s-Hertogenbosch.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.

Voor burgers is het mogelijk hoger beroep digitaal in te stellen. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de formulieren op Rechtspraak.nl / Digitaal loket bestuursrecht.