Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 03-06-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:2816, AWB 18/4044 en 18/4045

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 03-06-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:2816, AWB 18/4044 en 18/4045

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
3 juni 2022
Datum publicatie
7 juni 2022
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:2816
Zaaknummer
AWB 18/4044 en 18/4045

Inhoudsindicatie

Deze uitspraak is niet van een samenvatting voorzien.

Uitspraak

Belastingrecht, meervoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummers BRE 18/4044 en BRE 18/4045

uitspraak van 3 juni 2022

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , gevestigd te [plaats] ,

belanghebbende,

en

de ontvanger van de Belastingdienst,

de ontvanger.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.1.

De ontvanger heeft belanghebbende bij twee beschikkingen op de voet van artikel 34 van de Invorderingswet 1990, artikel 60 van de Wet financiering sociale verzekeringen en artikel 51 van de Zorgverzekeringswet gedeeltelijk aansprakelijk gesteld voor onbetaald gelaten naheffingsaanslagen loonheffingen ten name van [bedrijf 1] en [bedrijf 2] respectievelijk [bedrijf 3] en [bedrijf 4] De aansprakelijkstellingen belopen € 7.583 respectievelijk € 6.048.

1.1.2.

De ontvanger heeft bij uitspraken op bezwaar van 8 mei 2018 de beschikkingen gehandhaafd.

1.2.

Belanghebbende heeft daartegen bij brief van 13 juni 2018, ontvangen bij de rechtbank op 14 juni 2018, beroep ingesteld. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van éénmaal € 338.

1.3.

De ontvanger heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 april 2022 te Breda.

Aldaar zijn verschenen en gehoord, namens belanghebbende de gemachtigde J.H. Sligchers, advocaat te Maastricht, en namens de ontvanger [ontvanger] , [controle-ambtenaar] (controle-ambtenaar), [procesdeskundige 1] (procesdeskundige) en [procesdeskundige 2] (procesdeskundige).

1.5.

Partijen hebben ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan elkaar. De ontvanger heeft ter zitting nadere stukken overgelegd. Van het verder ter zitting verhandelde is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan een afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

1.6.

De ontvanger heeft na de schorsing van het onderzoek ter zitting een nader stuk overgelegd, ingekomen bij de rechtbank op 8 april 2022.

1.7.

Belanghebbende heeft bij brief van 25 april 2022, ingekomen bij de rechtbank op dezelfde datum, op het onder 1.6 bedoelde stuk gereageerd.

1.8.

De rechtbank heeft hierop het onderzoek gesloten.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat het volgende vast:

2.1.

Belanghebbende is een besloten vennootschap en drijft een onderneming waarvan de activiteiten bestaan uit het uitvoeren van wegenbouwbestratings-, riolerings- en grondwerkzaamheden, en handel in bestratings- en aanverwante materialen.

2.2.

Belanghebbende heeft in de onderhavige tijdvakken arbeidskrachten van [bedrijf 1] , [bedrijf 2] , [bedrijf 3] en [bedrijf 4]

ingeleend. De feitelijke werkzaamheden van ieder van de voormelde vennootschappen bestaan uit het exploiteren van een uitzendbureau.

2.3.1.

In 2013 heeft de Belastingdienst bij [bedrijf 1] een boekenonderzoek ingesteld naar de aanvaardbaarheid van onder meer de aangiften in de loonheffing voor het tijdvak 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009. Van dit onderzoek is met dagtekening 21 juni 2013 een rapport opgemaakt. Het rapport vermeldt, voor zover van belang, het volgende:

3.3 Juistheid loonadministratie

Omdat wij gedurende het onderzoek niet de beschikking hebben gehad over de loonadministratie en de grootboekadministratie van [bedrijf 1] is het niet mogelijk gebleken op basis van deze gegevens een oordeel te geven over de juistheid van de loonadministratie.

Aan de hand van het spreadsheet " [bestand 1] " beschikken wij wel over de aan de werknemers betaalde netto lonen alsmede de betaalde kilometervergoedingen. Gezien het feit dat wij niet in alle gevallen over de werkplekken van de diverse werknemers beschikken hebben wij de inhoudelijke beoordeling van deze betaalde kilometervergoedingen buiten beschouwing gelaten.

In de aangifte loonheffingen zijn de individuele loongegevens opgenomen. Hieruit is op eenvoudige wijze het in de loonadministratie verantwoorde netto loon af te leiden. Opgemerkt dient te worden dat in dit netto loon ook de betaling van het vakantiegeld is begrepen.

Uit de vergelijking van het netto loon volgens de aangifte loonheffingen en het netto loon volgens het spreadsheet " [bestand 1] " blijkt dat nagenoeg alle werknemers, die in de loonadministratie zijn verantwoord meer netto loon hebben ontvangen dan dat er in de loonadministratie, en dus ook de aangifte loonheffingen, is verantwoord. Omdat wij niet de beschikking hebben gehad over de loonadministratie hebben wij deze afwijking niet kunnen analyseren. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat er een deel van het netto loon in de loonadministratie als onkostenvergoeding is uitbetaald. Echter het afsplitsen van vergoedingen van een overeengekomen netto loon is niet toegestaan. De afwijkingen in het betaalde netto loon per periode zijn dermate groot dat er bovendien geen sprake kan zijn van reële vergoedingen.

In totaliteit is er € 73.461,54 meer netto loon uitbetaald dan dat er in de loonadministratie (en dus ook de aangifte loonheffingen) is verantwoord.

(…)

In verband hiermee leggen wij de volgende naheffingsaanslag op:

2009

Juistheid loonadministratie

€ 84.076

3.4

Aangifte tijdvak 8

Met ingang van 3 augustus 2009 zijn alle werknemers in dienst getreden bij [bedrijf 3] . Door [bedrijf 1] is er over de weken 29 tot en met 31, die deel uitmaken van periode 8 een zogenaamde nihilaangifte ingediend.

Uit de registratie van de werkte uren blijkt dat er 2.101,25 uur door bekende werknemers gewerkt is. Het netto loon dat aan deze bekende werknemers over deze periode is uitbetaald bedraagt 23.866,30.

Er is door de diverse werknemers in totaal gedurende 53 weken gewerkt in periode 8. Gemiddeld per week bedraagt het netto loon € 450,30. Rekening houdende met de heffingskorting komt dit overeen met een gemiddeld bruto bedrag van € 640,08 per week.

(…)

In verband hiermee leggen wij de volgende naheffingsaanslag op:

2009

Aangifte tijdvak 8

€ 15.391

2.3.2.

De inspecteur heeft met dagtekening 31 juli 2013 – en voor zover in beroep van belang – aan [bedrijf 1] over het tijdvak 2009 een naheffingsaanslag in de loonheffing opgelegd naar een te betalen bedrag van € 99.467. Voormelde naheffingsaanslag is onbetaald gebleven.

2.4.1.

In 2013 heeft de Belastingdienst bij [bedrijf 2] een boekenonderzoek ingesteld naar de aanvaardbaarheid van de aangiften in de loonheffing voor het tijdvak 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009. Van dit onderzoek is met dagtekening 21 juni 2013 een rapport opgemaakt. Het rapport vermeldt, voor zover van belang, het volgende:

3.2 Juistheid loonadministratie

Omdat wij gedurende het onderzoek niet de beschikking hebben gehad over de loonadministratie en de grootboekadministratie van [bedrijf 2] is het niet mogelijk gebleken op basis van deze gegevens een oordeel te geven over de juistheid van de loonadministratie.

Aan de hand van het spreadsheets " [bestand 2] " en " [bestand 3] " beschikken wij wel over de aan de werknemers betaalde netto lonen alsmede de betaalde kilometervergoedingen. Gezien het feit dat wij niet in alle gevallen over de werkplekken van de diverse werknemers beschikken hebben wij de inhoudelijke beoordeling van deze betaalde kilometervergoedingen buiten beschouwing gelaten.

In de aangifte loonheffingen zijn de individuele loongegevens opgenomen. Hieruit is op eenvoudige wijze het in de loonadministratie verantwoorde netto loon af te leiden. Opgemerkt dient te worden dat in dit netto loon ook de betaling van het vakantiegeld is begrepen.

Uit de vergelijking van het netto loon volgens de aangifte loonheffingen en het netto loon volgens de spreadsheets " [bestand 2] " en " [bestand 3] " blijkt dat nagenoeg alle werknemers, die in de loonadministratie zijn verantwoord meer netto loon hebben ontvangen dan dat er in de loonadministratie, en dus ook de aangifte loonheffingen, is verantwoord. Omdat wij niet de beschikking hebben gehad over de loonadministratie hebben wij deze afwijking niet kunnen analyseren. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat er een deel van het netto loon in de loonadministratie als onkostenvergoeding is uitbetaald. Echter het afsplitsen van vergoedingen van een overeengekomen netto loon is niet toegestaan. De afwijkingen in het betaalde netto loon per periode zijn dermate groot dat er bovendien geen sprake kan zijn van reële vergoedingen.

In totaliteit is er € 103.037,95 meer netto loon uitbetaald dan dat er in de loonadministratie (en dus ook de aangifte loonheffingen) is verantwoord.

(…)

In verband hiermee leggen wij de volgende naheffingsaanslag op:

2009

Juistheid loonadministratie

€ 116.657

3.3

Aangifte tijdvak 8

Met ingang van 3 augustus 2009 (week 32) zijn alle werknemers in dienst getreden bij [bedrijf 3] respectievelijk [bedrijf 4] . Door [bedrijf 2] is er over de weken 29 tot en met 31, die deel uitmaken van periode 8, in eerste instantie geen aangifte loonheffingen ingediend.

Op grond hiervan is er met dagtekening 1 oktober 2009 een ambtshalve aanslag over tijdvak 8 opgelegd. Op 18 november 2009 is er alsnog een aangifte ingediend. Volgens deze aangifte zou er over tijdvak 8 geen loonheffing verschuldigd zijn. Naar aanleiding hiervan is de ambtshalve aanslag teruggebracht naar nihil. Naar nu blijkt ten onrechte omdat er over de weken 29 tot en met 31 personeel in dienst is geweest bij [bedrijf 2] .

Uit de registratie van de gewerkte uren blijkt dat er 3.481 uur door bekende werknemers gewerkt is. Deze uren zijn vermoedelijk wel verloond, dan wel grotendeels verloond, echter hiervoor is geen aangifte loonheffingen meer ingediend.

Het netto loon dat aan deze bekende werknemers over deze periode is uitbetaald bedraagt € 36.692,42.

Er is door de diverse werknemers in totaal gedurende 93 weken gewerkt in periode 8. Gemiddeld per week bedraagt het netto loon € 394,54. Rekening houdende met de heffingskorting komt dit overeen met een gemiddeld bruto bedrag van € 539,84 per week.

(…)

In verband hiermee leggen wij de volgende naheffingsaanslag op:

2009

Tijdvak 8

€ 21.081

3.4

Meer gewerkte dan verloonde uren

Met betrekking tot die werknemers die in de aangifte loonheffingen (en dus ook in de loonadministratie) zijn verantwoord blijkt dat door deze groep werknemers meer uren zijn gewerkt dan dat er in de loonadministratie zijn opgenomen.

(…)

Rekening houdende met de bekende netto lonen per werknemer blijkt dat er in totaliteit € 33.663 meer aan werknemers is uitbetaald dan dat er in de loonadministratie is verantwoord.

Het netto loon van € 33.663 leidt tot een gebruteerd bedrag van € 61.081.

(…)

In verband hiermee leggen wij de volgende naheffingsaanslag op:

2009

Meer gewerkte dan verloonde uren

€ 38.110

3.5

Gewerkte uren onbekende werknemers

Tijdens het onderzoek is gebleken dat er een groot aantal uren gewerkt is door werknemers waarvan de in de urenregistratie, zoals deze bij de inleners zijn aangetroffen, vastgelegde namen alsmede de namen op de spreadsheets " [bestand 3] " op geen enkele wijze aan een werknemer die in de loonadministratie is verantwoord zijn te koppelen

(…)

Rekening houdende met de bekende netto lonen per werknemer blijkt dat er in totaliteit € 520.872,88 aan werknemers is uitbetaald terwijl deze betalingen niet in de loonadministratie zijn verantwoord.

Gezien het feit dat de betalingen aan de werknemers bewust niet in de loonadministratie zijn verantwoord is bij de brutering van het netto loon gebruik gemaakt van het anoniementarief. Het netto loon van € 520.872,88 leidt tot een gebruteerd bedrag van € 1.172.744.

(…)

In verband hiermee leggen wij de volgende naheffingsaanslag op:

2009

Gewerkte uren onbekende werknemers

€ 857.217

2.4.2.

De inspecteur heeft met dagtekening 25 juni 2013 – en voor zover in beroep van belang – aan [bedrijf 2] over het tijdvak 2009 een naheffingsaanslag in de loonheffing opgelegd naar een te betalen bedrag van € 1.033.065. Voormelde naheffingsaanslag is onbetaald gebleven.

2.5.1.

In 2013 heeft de Belastingdienst bij [bedrijf 3] een boekenonderzoek ingesteld naar de aanvaardbaarheid van onder meer de aangiften in de loonheffing voor de tijdvakken 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 en 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011. Van dit onderzoek is met dagtekening 21 juni 2013 een rapport opgemaakt. Het rapport vermeldt, voor zover van belang, het volgende:

3.5

Meer gewerkte dan verloonde uren

Met betrekking tot die werknemers die in de aangifte loonheffingen (en dus ook in de loonadministratie) zijn verantwoord blijkt dat door deze groep werknemers meer uren zijn gewerkt dan dat er in de loonadministratie zijn opgenomen.

(…)

Rekening houdende met het berekende gemiddelde netto uurloon blijkt dat er in totaliteit € 35.793 meer aan werknemers is uitbetaald dan dat er in de loonadministratie is verantwoord.

(…)

In verband hiermee leggen wij de volgende naheffingsaanslag op:

(…)

2010

2011

Meer gewerkte dan verloonde uren

(…)

€ 26.598

€ 16.378

3.6

Gewerkte uren onbekende werknemers

Tijdens het onderzoek is gebleken dat er een groot aantal uren gewerkt is door werknemers waarvan de in de urenregistratie, zoals deze bij de inleners zijn aangetroffen, vastgelegde namen op geen enkele wijze aan een werknemer die in de loonadministratie is verantwoord zijn te koppelen

(…)

Rekening houdende met het berekende gemiddelde netto uurloon blijkt dat er in totaliteit € 561.915 meer aan werknemers is uitbetaald dan dat er in de loonadministratie is verantwoord.

Gezien het feit dat de betalingen aan de werknemers bewust niet in de loonadministratie zijn verantwoord is bij de brutering van het netto loon gebruik gemaakt van het anoniementarief.

(…)

In verband hiermee leggen wij de volgende naheffingsaanslagen op:

(…)

2010

2011

Gewerkte uren onbekende werknemers

(…)

€ 604.878

€ 169.197

(…)

3.8

Nabetaling vakantiegeld en verlofuren

Uit de opgevraagde bankafschriften blijkt dat er, nadat de werknemers uit dienst zijn gegaan, omdat ze in dient zijn getreden bij [bedrijf 5] , nog betalingen voor vakantiegeld en verlofuren hebben plaatsgevonden. Deze betalingen zijn niet in de aangifte loonheffingen verantwoord. Over de periode waar deze betalingen hebben plaatsgevonden is een zogenaamde nihil-aangifte ingediend. Steekproefsgewijs zijn bij enkele werknemers de aansluiting tussen de in de aangiften loonheffingen verantwoorde bedragen en de aangifte inkomstenbelasting gecontroleerd. Hieruit blijkt dat de in de aangifte inkomstenbelasting verantwoorde bedragen hoger zijn dan hetgeen in de aangifte loonheffingen is verantwoord. Dit betekent dat de werknemers wel loonstroken van deze nabetalingen ontvangen en dat deze bedragen ook in de jaaropgave zijn verantwoord.

In totaliteit is er een netto bedrag van € 28.470,04 aan de diverse werknemers uitbetaald.

(…)

In verband hiermee leggen wij de volgende naheffingsaanslagen op:

2011

Nabetaling vakantiegeld en verlofuren

€ 37.734

2.5.2.

De inspecteur heeft met dagtekening 31 juli 2013 – en voor zover in beroep van belang – aan [bedrijf 3] over de tijdvakken 2010 en 2011 naheffingsaanslagen in de loonheffing opgelegd naar te betalen bedragen van respectievelijk € 631.476 en € 223.509. Voormelde naheffingsaanslagen zijn onbetaald gebleven.

2.6.1.

In 2013 heeft de Belastingdienst bij [bedrijf 4] een boekenonderzoek ingesteld naar de aanvaardbaarheid van onder meer de aangiften in de loonheffing voor het tijdvak 1 januari 2010 tot en met 1 juni 2010. Van dit onderzoek is met dagtekening 21 juni 2013 een rapport opgemaakt. Het rapport vermeldt, voor zover van belang, het volgende:

3.5 Meer gewerkte dan verloonde uren

Met betrekking tot die werknemers die in de aangifte loonheffingen (en dus ook in de loonadministratie) zijn verantwoord blijkt dat door deze groep werknemers meer uren zijn gewerkt dan dat er in de loonadministratie zijn opgenomen.

(…)

Uitgaande van de netto uurlonen blijkt dat onderstaande bedragen meer aan de werknemers zijn uitbetaald dan dat er in de loonadministratie is verantwoord.

Jaar

Uren

Netto uurloon

Meer betaald netto loon

2009

3.378,35

€ 7,50

€ 25.337

2010

3.449,50

€ 7,83

€ 27.009

Totaal

6.827,85

€ 52.346

(…)

In verband hiermee leggen wij de volgende naheffingsaanslag op:

2009

2010

Meer gewerkte dan verloonde uren

€ 32.329

€ 35.421

2.6.2.

De inspecteur heeft met dagtekening 31 juli 2013 – en voor zover in beroep van belang – aan [bedrijf 4] over tijdvak 2010 een naheffingsaanslag in de loonheffing opgelegd naar een te betalen bedrag van € 35.421. Voormelde naheffingsaanslag is onbetaald gebleven.

2.7.

Op verzoek van de ontvanger is met ingang van 29 oktober 2013 een onderzoek ingesteld bij belanghebbende naar de mogelijkheden van aansprakelijkstelling van belanghebbende als contractspartner van [bedrijf 1] en [bedrijf 2] Van dit onderzoek is met dagtekening 1 juli 2014 een rapport opgemaakt. Het rapport meldt, voor zover van belang, het volgende:

2.1.4 Verloop onderzoek

(…)

Door het Openbaar Ministerie is toestemming verleend om stukken en bescheiden uit het strafrechtelijke onderzoek te gebruiken voor het bepalen van de verschuldigde (…) loonheffingen door [bedrijf 1] .

(…)

2.2.4

Verloop onderzoek

(…)

Door het Openbaar Ministerie is toestemming verleend om stukken en bescheiden uit het strafrechtelijke onderzoek te gebruiken voor het bepalen van de verschuldigde loonheffingen door [bedrijf 2] .

(…)

3.1

Verwijtbaarheden

Het verwijtbaar handelen door de uitlener of onderaannemer houdt in dat de gehele keten aansprakelijk is voor de openstaande aanslagen loonheffingen (…) (bij uitlenen) of loonheffingen (bij onderaanneming) van die uitlener of onderaannemer.

Bij het ingestelde onderzoek bij [bedrijf 1] (…) dan wel [bedrijf 2] zijn de navolgende verwijtbaarheden geconstateerd/vastgesteld:

[bedrijf 1]

- De administratie is niet bewaard gebleven, althans deze is op geen enkele wijze traceerbaar. Dit betekent dat geen grootboek administratie en loonadministratie traceerbaar is.

- Omdat er geen administratie meer te achterhalen is zijn bij alle bekende opdrachtgevers van [bedrijf 1] de uitgeschreven verkoopfacturen, inclusief de onderliggende urenregistratie, opgevraagd.

Aan de hand van de terugontvangen gegevens is een aansluiting gemaakt met de ingediende aangifte loonheffingen. Hierbij is geconstateerd dat:

- Meer netto loon is uitbetaald dan dat er in de loonadministratie (en dus ook de aangiften loonheffingen) is verantwoord.

- Met ingang van 3 augustus 2009 zijn alle werknemers in dienst getreden bij [bedrijf 3] . Door [bedrijf 1] is er over de weken 29 tot en met 31, die deel uitmaken van periode 8 een zogenaamde nihilaangifte ingediend. Het over deze periode uitbetaald netto loon werd niet in een aangifte loonheffingen opgenomen.

(…)

[bedrijf 2]

- Er is niet te achterhalen op welke wijze de financiële administratie is bijgehouden.

- Meer netto loon is uitbetaald dan dat er in de loonadministratie (en dus ook de aangiften loonheffingen) is verantwoord,

- Met ingang van 3 augustus 2009 (week 32) zijn alle werknemers in dienst getreden bij [bedrijf 3] respectievelijk [bedrijf 4] . Door [bedrijf 2] is er over de weken 29 tot en met 31, dit is periode 8, in eerste instantie geen aangiften loonheffingen ingediend.

- Meer uren bij opdrachtgevers zijn gewerkt dan in de aangifte loonheffingen zijn verwerkt.

- Uren bij opdrachtgevers zijn gewerkt door personen die niet in de aangiften loonheffingen zijn verwerkt. Hierbij is, voor zover te achterhalen, rekening gehouden met ingeleende werknemers.

3.2

Inlening van personeel/aanneming van werk

Aan [belanghebbende] is een vragenformulier uitgereikt.

Daarbij zijn de navolgende vragen gesteld:

A. Waaruit bestonden de te verrichten werkzaamheden?

B. Waar werden de werkzaamheden uitgevoerd?

C. Werden dezelfde werkzaamheden op hetzelfde werk ook door anderen (eventueel eigen

personeel) uitgevoerd?

D. Wie bepaalde wanneer, wat en hoe het werk gedaan moest worden?

E. Wie stelde het te gebruiken gereedschap/materiaal ter beschikking?

F. Bij wie moesten de werknemers van de opdrachtnemer zich melden, en wat is zijn/haar functie?

G. Wie gaf leiding aan de werknemers van de opdrachtnemer en waaruit bestond dit leiding geven?

H. Wie hield toezicht op de hoeveelheid en kwaliteit van de verrichtingen van de werknemers van de opdrachtnemer en waaruit bestond dit toezicht?

I. Vond er controle plaats, en door wie?

J. Waaruit bestond deze controle?

K. Hoe werd de identiteit van het ingeleende personeel vastgesteld?

L. Hoe vond de controle plaats op de juistheid van de door de opdrachtnemer ingediende facturen?

M. Werden er door u bij betalingen van de facturen gebruik gemaakt van stortingen op een G-rekening van

de opdrachtnemer óf zijn er rechtstreekse stortingen op de rekening van de Belastingdienst gedaan?

N. Zo ja, op welk rekeningnummer hebben stortingen plaatsgevonden?

O. Wat is er van deze stortingen op de G-rekening contractueel vastgelegd?

Als volgt is door de heer [naam] geantwoord op de gestelde vragen:

Zoals besproken per telefoon kunnen wij niet in gegevens van voorgaande jaren. Dit door een brand in perceel naast ons bedrijf, in bedrijfspand te [plaats] .

Wij wachten nog steeds dat reparatie aan het dak plaatsvindt en dat pand en inventaris gereinigd worden.

Omdat opzet in het spel is, duurt het veel langer voor met deze werkzaamheden begonnen zal worden.

De vraag is of er een stuk dak vervangen zal moeten worden.

Hierbij antwoorden op uw vragen welke ik zonder papieren te raadplegen kan beantwoorden.

A. Bestrating en lof grondwerk

B. Verschillende plaatsen

C. Ja

D. [belanghebbende]

E. In de meeste gevallen werd gebruik gemaakt van gereedschap BtB

F. Bij uitvoerder BtB grondwerker /opperman / straatmaker

H. Uitvoerder van onze opdrachtgever en uitvoerder van BtB

I. Bij oplevering opdrachtgever BtB of uitvoerder BtB

J. Bij opmeten werk werd werk bekeken

K. ID kaart of paspoort

L. BtB houdt uren bij van onderaannemers

M. Betaling 15 of 20 % naar G.rekening

N. Zal bij u wel bekend zijn

O. Nee

(…)

4 Resultaat onderzoek

Op basis van de navolgende feiten en omstandigheden is [belanghebbende] op grond van artikel 34 Invorderingswet 1990 aansprakelijk voor de niet door [bedrijf 1] dan wel [bedrijf 2] betaalde bedragen loonheffingen (…), verschuldigd uit hoofde van de in opdracht van [belanghebbende] door het personeel van [bedrijf 1] dan wel [bedrijf 2] uitgevoerde werkzaamheden.

Personeel van [bedrijf 1] werd ter beschikking gesteld aan [belanghebbende] om aldaar onder leiding of toezicht werkzaam te zijn

Personeel van [bedrijf 2] werd via [bedrijf 1] ter beschikking gesteld aan [belanghebbende] om aldaar onder leiding of toezicht werkzaam te zijn.

Er was zodoende sprake van het inlenen van personeel.

Zie tevens onderdeel 3.2. van dit rapport waaruit blijkt dat er sprake is van leiding en of toezicht

4.1

Matiging aansprakelijkstelling

De inlener/aannemer is in beginsel volledig aansprakelijk voor de loonheffingen die verschuldigd zijn in verband met het verrichten van werkzaamheden door de werknemer van de uitlener/onderaannemer, ook als deze loonheffingen zijn berekend met toepassing van het anoniementarief. Op grond van artikel 34.8.2 (bij inlenen) dan wel artikel 35.9 van de Leidraad Invordering (bij aanneming van werk) dient in het geval de inlenerlaannemer, in afwijking van de handelwijze van de uitlener/onderaannemer, de identiteit van de te werk gestelde werknemers van de uitlener/onderaannemer wel op juiste wijze heeft vastgesteld en de inlenerlaannemer tevens gegevens overlegt aan de hand waarvan het loon van de werknemer kan worden geïndividualiseerd, matiging van de aansprakelijkstelling plaats te vinden.

Bij de totstandkoming van de aansprakelijkstellingsberekeningen is bovenstaande matigingsbepaling ingebracht door uit te gaan van de verschuldigde loonheffingen per uur, waarbij voor iedere arbeidskracht per uur en per opdrachtgever is bepaald of het anoniementarief dan wel het gebruteerd tabeltarief van toepassing is (Zie berekening aansprakelijkstelling: kolom 'Aansprakelijkstelling na matiging').

Daarnaast is ook rekening gehouden met later eventueel nog aanvullend door de opdrachtgever verstrekte informatie, voor zover van invloed op het gehanteerde tarief.

(…)

7 Berekening bedrag aansprakelijkheid

4 Resultaat onderzoek

7 Berekening bedrag aansprakelijkheid

3 Geschil

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten en griffierecht

6 Beslissing