Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 07-06-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:3080, 21/1120

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 07-06-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:3080, 21/1120

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
7 juni 2022
Datum publicatie
9 juni 2022
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:3080
Zaaknummer
21/1120

Inhoudsindicatie

IB. Kwalificerende buitenlandse belastingplichtige. Inspecteur komt volledig tegemoet.

Uitspraak

Zittingsplaats Breda

Bestuursrecht

zaaknummer: BRE 21/1120

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 juni 2022 in de zaak tussen

[belanghebbende] , uit [woonplaats] (Duitsland), belanghebbende

en

de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.

1 Inleiding

1.1.

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 9 oktober 2020.

1.2.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2017 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 35.053. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de inspecteur € 89 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).

1.3.

De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.4.

De rechtbank heeft het beroep op 24 mei 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en, namens de inspecteur, [inspecteur] en [inspecteur].

2 Beoordeling door de rechtbank

2.1.

De inspecteur heeft op de zitting te kennen gegeven volledig tegemoet te komen aan het beroep van belanghebbende. Partijen zijn het erover eens dat belanghebbende voor het jaar 2017 moet worden aangemerkt als een kwalificerende buitenlandse belastingplichtige. Niet in geschil is dat dan bij het bepalen van het belastbaar inkomen uit werk en woning rekening dient te worden gehouden met negatieve inkomsten uit eigen woning van € 2.472 en een aftrek voor giften van € 295. De rechtbank zal partijen daarin volgen. Het beroep is daarom gegrond. De aanslag IB/PVV 2017 zal worden verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 32.286.

2.2.

Het beroep wordt geacht mede betrekking te hebben op de belastingrente. Het bedrag van de belastingrente zal worden verminderd overeenkomstig de vermindering van de aanslag IB/PVV 2017.

2.3.

Omdat het beroep gegrond is moet de inspecteur het griffierecht aan belanghebbende vergoeden en krijgt belanghebbende ook een vergoeding voor zijn proceskosten. De rechtbank stelt het bedrag aan proceskosten vast op € 59 aan reiskosten (op basis van openbaar vervoer, tweede klasse).

3 Beslissing

De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar;

- vermindert de aanslag IB/PVV 2017 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 32.286 en wijzigt de belastingrentebeschikking in overeenstemming daarmee;

- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van de bestreden uitspraak op bezwaar;

- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van € 49 aan belanghebbende moet vergoeden;

- veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 59 aan proceskosten aan belanghebbende.

Deze uitspraak is gedaan door mr. S.J. Willems-Ruesink, rechter, in aanwezigheid van mr. W.C.C. Koreman-de Bok, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

De griffier is verhinderd deze

uitspraak mede te ondertekenen.

griffier

rechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Aan deze uitspraak hoeft eerst uitvoering te worden gegeven als de uitspraak onherroepelijk is geworden. De uitspraak is onherroepelijk als niet binnen zes weken na verzending van de uitspraak een rechtsmiddel is aangewend of onherroepelijk op het aangewende rechtsmiddel is beslist.1

Informatie over hoger beroep

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583,

5201 CZ ’s-Hertogenbosch.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.

Voor burgers is het mogelijk hoger beroep digitaal in te stellen. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de formulieren op Rechtspraak.nl / Digitaal loket bestuursrecht.