Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 24-06-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:3445, BRE-22_298

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 24-06-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:3445, BRE-22_298

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
24 juni 2022
Datum publicatie
1 juli 2022
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:3445
Zaaknummer
BRE-22_298

Inhoudsindicatie

Voor deze uitspraak is geen samenvatting gemaakt.

Uitspraak

Belastingrecht

zaaknummer: BRE 22/298

(gemachtigde: [gemachtigde]),

en

Procesverloop

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 8 december 2021 (de bestreden uitspraak op bezwaar) beroep ingesteld.

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.

Iemand die namens een ander beroep instelt, moet op verzoek van de rechtbank een machtiging indienen om aan te tonen dat hij namens die ander beroep mag instellen. Dit staat in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.

[gemachtigde] heeft bij het beroepschrift geen machtiging bijgevoegd waaruit blijkt dat hij gemachtigd is beroep in te stellen namens belanghebbende. De rechtbank heeft [gemachtigde] bij brief van 31 januari 2022 verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen.

Dit verzoek is herhaald bij aangetekende brief van 6 mei 2022 met een laatste termijn van twee weken. Deze brieven bevatten de waarschuwing dat indien het verzuim niet tijdig wordt hersteld, de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk kan verklaren.

Volgens gegevens van Track&Trace van PostNL is de aangetekende brief afgeleverd op het door [gemachtigde] opgegeven adres.

Bij brief van 20 mei 2021 [Rb: bedoeld wordt 2022] wordt het beroep nader gemotiveerd. Er wordt geen machtiging overgelegd.

Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.

Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, op 24 juni 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

griffier

rechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?