Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 17-02-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:813, BRE 20/7530

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 17-02-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:813, BRE 20/7530

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
17 februari 2022
Datum publicatie
9 maart 2022
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:813
Zaaknummer
BRE 20/7530

Inhoudsindicatie

Voor deze uitspraak is geen samenvatting gemaakt.

Uitspraak

Belastingrecht, enkelvoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummers BRE 20/7530, 20/7532, 20/7533, 20/7534, 20/7536, 20/7537 en 20/7538

uitspraak van 17 februari 2022

Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen

[belanghebbende] , gevestigd te [land] ,

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst,

de inspecteur.

De bestreden beslissingen

De uitspraken van de inspecteur van 9 juni 2020 op het bezwaar van belanghebbende tegen de aan haar:

-

voor het jaar 2010 opgelegde aanslag vennootschapsbelasting berekend naar een belastbaar bedrag van € 24.000 (aanslagnummer [nummer] .V.06.112) en de daarbij opgelegde verzuimboete en in rekening gebrachte heffingsrente;

-

voor het jaar 2011 opgelegde aanslag vennootschapsbelasting berekend naar een belastbaar bedrag van € 24.000 (aanslagnummer [nummer] .V.16.112) en de daarbij opgelegde verzuimboete en in rekening gebrachte heffingsrente;

-

voor het jaar 2012 opgelegde aanslag vennootschapsbelasting berekend naar een belastbaar bedrag van € 24.000 (aanslagnummer [nummer] .V.26.112) en de daarbij opgelegde verzuimboete en in rekening gebrachte belastingrente;

-

voor het jaar 2013 opgelegde aanslag vennootschapsbelasting berekend naar een belastbaar bedrag van € 24.000 (aanslagnummer [nummer] .V.36.112) en de daarbij opgelegde verzuimboete en in rekening gebrachte belastingrente;

-

voor het jaar 2015 opgelegde aanslag vennootschapsbelasting berekend naar een belastbaar bedrag van € 24.000 (aanslagnummer [nummer] .V.56.112) en de daarbij opgelegde verzuimboete en in rekening gebrachte belastingrente;

-

voor het jaar 2016 opgelegde aanslag vennootschapsbelasting berekend naar een belastbaar bedrag van € 24.000 (aanslagnummer [nummer] .V.66.112) en de daarbij opgelegde verzuimboete en in rekening gebrachte belastingrente;

-

voor het jaar 2017 opgelegde aanslag vennootschapsbelasting berekend naar een belastbaar bedrag van € 24.000 (aanslagnummer [nummer] .V.76.112) en de daarbij opgelegde verzuimboete en in rekening gebrachte belastingrente.

Zitting

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 januari 2022 te Breda.

Aldaar zijn verschenen en gehoord, als gemachtigde van belanghebbende [land] , verbonden aan [bedrijf] te [plaats (Nederland)] , en namens de inspecteur, [inspecteur] en [inspecteur] .

1 Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.

2 Gronden

Feiten

2.1.

Belanghebbende is een in [land] gevestigde vennootschap. De Ultimate Beneficial Owner (UBO) van de vennootschap is [persoon 1] (hierna: [persoon 1] ). [persoon 1] woont in [land] .

2.2.

Belanghebbende heeft in het jaar 2007 een pand, gelegen op [adres] te [plaats (Nederland)] , in eigendom verworven (hierna: het pand).

2.3.

Bij de levering van het pand aan belanghebbende trad als vertegenwoordiger van belanghebbende [persoon 2] (hierna: [persoon 2] ), woonachtig in Nederland, op.

2.4.

Blijkens een akte genaamd ‘unlimited power of attorney’ van 3 augustus 2010, opgemaakt door [advocatenkantoor] is [persoon 2] gemachtigd om in naam en voor rekening van belanghebbende de volgende handelingen te verrichten:

“a) To open, deposit, withdraw and operate in general Banking Accounts on behalf of the

Corporation with any Bank or Credit Institution in [land] as well as in any foreign

country.---

b) To buy, sell, mortgage and to dispose of the properties of the Corporation as

well as to carry out all acts pertinent to the administration of same.---

c) To sign contracts in relation with the personal and real properties of the Corporation.---

d) To sign contracts of copartnerships of this Corporation and to acquire by purchasing, part of the stock of other Corporation in which this Corporation may enter or participate as Shareholder or copartner and to set the price to be paid for the stocks or participations.---

e) To organize commercial enterprises, to sign participation of consortion contracts for this Corporation and to decide the separation from these participations, to dissolve or extend the

enterprises, representing the Corporation in each of these acts.---

f) To represent the Corporation in all Ordinary or Extraordinary Shareholders Meetings of the corporation, companies, corporations or enterprises of which this Corporation is a Shareholder or a partner.---

g) To effect payment of taxes and other expenses of ordinary or extraordinary administration that this Corporation must pay.---

h) To make any banking operations, sign, accept, submit for collection or to protest Bills of Exchange or other commercial securities.-- To withdraw any mail correspondence including parcels, securities, bundles, goods from Post Office, railways, customhouses, and any other transportation office.---

i. i) To collect and receive all sums due to the Corporation, whether in payment of stocks certificates, interests, dividends, freights, reimbursements, commissions, rents of the corporations, companies or enterprises in which this Corporation may be a Shareholder or copartner, or of personal or real properties belonging to the Corporation.---

j) To represent the Corporation before any national or foreign authority, provincial or municipal, of any country, as well as before public or private agents, General Tax offices, Customhouse, Embassies and Consular Representations of any country, as well as before the Chamber of Commerce and similar organizations.---

k) To represent the Corporation in any proceedings whether contentious or not, judicial or extrajudicial, to sign agreements on damages, petitions, settlement of claims, protests, arbitrations and to take all the steps and do all acts legally necessary or convenient for the interests of the Corporation.---

l) To represent the Grantor before any corporations, Courts, employees or official of the judicial order or administrative or labor branches or of the Public Prosecution, in any law suits, actions, acts, proceedings or negotiations wherein the Grantor may have to intervene direct or indirectly, whether as Plaintiff or Defendant or as third party, with power to desist, receive transact and substitute.---

m) To attend general creditor meetings of judicial or extrajudicial nature, accept or dismiss therein all proposals made for settlements and to intervene in the appointments to be made therein.---

n) To submit to the decisions of arbitration tribunals constituted according to the law, lawsuits, doubts, or difference in regard to the rights and obligations of the Grantor.--- o) To acquire for the Grantor all kind of properties, and to sign the respective contracts.---

p) To collect or perceive the credits which for any reason whatsoever are owed to the Grantor and to sign the corresponding receipts and satisfactions.---

q) And finally, to assume the representation of the Grantor whenever deemed convenient, with faculties to susbstitute this power, in whole or in part on third parties whom he may deem convenient, in such a manner that in no moment shall its interests remain without representation, as the Power herein granted by this instrument is to be exercised in the Republic of [land] or in any other part of the world.”

2.5.

Nadat de inspecteur desgevraagd de statuten van belanghebbende, stukken uit het handelsregister en de voornoemde ‘unlimited power of attorney’ heeft ontvangen van [persoon 2] , heeft de inspecteur zich op het standpunt gesteld dat belanghebbende kwalificeert als belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Belanghebbende bezit namelijk in Nederland gelegen onroerend goed.

2.6.

De inspecteur stelt dat hij, na belanghebbende te hebben uitgenodigd, herinnerd en aangemaand tot het doen van aangifte vennootschapsbelasting, de volgende aanslagen vennootschapsbelasting (vpb) heeft opgelegd aan belanghebbende en bij die aanslagen boetebeschikkingen heeft gegeven en heffingsrente of belastingrente in rekening heeft gebracht:

Jaartal

Aanslagnummer

[nummer]

Dagtekening aanslag

Verschuldigde vpb

Verzuimboete

Heffingsrente

belastingrente

2010

V.06.112

9 november 2013

€ 4.800

€ 2.460

€ 371

2011

V.16.112

16 november 2013

€ 4.800

€ 2.460

€ 245

2012

V.26.112

23 november 2013

€ 4.800

€ 2.460

€ 73

2013

V.36.112

11 oktober 2014

€ 4.800

€ 2.460

€ 155

2014

V.46.112

27 februari 2016

€ 4.800

-

€ 299

2015

V.56.112

18 februari 2017

€ 4.800

€ 2.639

€ 289

2016

V.66.112

3 november 2018

€ 4.800

€ 2.639

€ 560

2017

V.76.112

20 april 2019

€ 4.800

€ 2.639

€353

2018

V.86.112

18 mei 2019

€ 4.800

-

-

2.7.

Op 18 oktober 2018 heeft de ontvanger van de Belastingdienst beslag gelegd op het pand, omdat de aanslagen vennootschapsbelasting niet zijn betaald.

2.8.

Vervolgens heeft de inspecteur op 31 oktober 2019 een bezwaarschrift ontvangen van belanghebbende tegen, onder meer, de voornoemde aanslagen vennootschapsbelasting en de daarbij opgelegde boetebeschikkingen voor de jaren 2010 tot en met 2018. Het bezwaarschrift is ingediend door de heer [gemachtigde] als gemachtigde van belanghebbende.

2.9.

De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. Vervolgens heeft de inspecteur de aanslagen vennootschapsbelasting voor de jaren 2014 tot en met 2018, en de daarbij in rekening gebrachte belastingrente, ambtshalve verminderd tot nihil. De voor die jaren opgelegde verzuimboetes zijn niet verminderd. De inspecteur heeft tot slot de aanslagen vennootschapsbelasting voor de jaren 2010 tot en met 2013 en de daarbij opgelegde verzuimboetes niet ambtshalve beoordeeld, omdat volgens hem de termijn waarbinnen aanspraak kan worden gemaakt op ambtshalve vermindering, voor die jaren was verstreken.

2.10.

Belanghebbende heeft beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaren. Ter zitting heeft belanghebbende de beroepen die zien op het aanslagjaar 2014 (BRE 20/7535) en het aanslagjaar 2018 (BRE 20/7539) ingetrokken.

Geschil

2.11.

Tussen partijen is in geschil of het bezwaar van belanghebbende door de inspecteur terecht niet-ontvankelijk is verklaard.

2.12.

Belanghebbende stelt zich primair op het standpunt dat de aanslagen en boetebeschikkingen niet tot stand zijn gekomen. Subsidiair stelt belanghebbende zich op het standpunt dat als de aanslagen en beschikkingen wel tot stand zijn gekomen, dan zijn deze niet aan belanghebbende bekend gemaakt omdat de stukken ten onrechte zijn verzonden aan [persoon 2] . Het bezwaarschrift is direct ingediend nadat belanghebbende op de hoogte kwam van het feit dat er aanslagen waren. Daarom had haar bezwaar ontvankelijk verklaard moeten worden, aldus belanghebbende.

2.13.

De inspecteur stelt zich op het standpunt dat de aanslagen en boetebeschikkingen op de juiste wijze aan belanghebbende bekend zijn gemaakt, nu deze zijn toegezonden aan de vertegenwoordiger van belanghebbende in Nederland. De bezwaartermijn is gewoon gaan lopen en het bezwaar is terecht niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat is ingediend, aldus de inspecteur.

Beoordeling

2.14.

De rechtbank stelt bij de beoordeling het volgende voorop. De vaststelling van een belastingaanslag geschiedt door het ter zake daarvan opmaken van een aanslagbiljet door de inspecteur.1 De dagtekening van het aanslagbiljet geldt als dagtekening van de vaststelling van de belastingaanslag. De bekendmaking van een aanslag geschiedt in beginsel door toezending aan belanghebbende.2 Voorts is het mogelijk om aanslagbiljetten en andere stukken te verzenden aan de vaste inrichting of vertegenwoordiger in Nederland van degene die niet in Nederland een vaste woonplaats of plaats van vestiging heeft.3

2.15.

Belanghebbende betwist dat de betreffende aanslagen vennootschapsbelasting en boetebeschikkingen tot stand zijn gekomen. Hiertoe voert zij aan dat de inspecteur de kennelijk opgemaakte aanslagen en boetebeschikkingen niet in de procedure heeft ingebracht, maar uitsluitend schermprints van de betreffende aanslagen en beschikkingen heeft overgelegd.

2.16.

De rechtbank stelt vast dat de inspecteur een kopie van de aanslagbiljetten voor de jaren 2016 en 2017 heeft overgelegd bij het verweerschrift. Daarmee heeft de inspecteur aannemelijk gemaakt dat die aanslagen en de daarop vermelde boetebeschikkingen tot stand zijn gekomen. Voor de aanslagen met betrekking tot de jaren 2010 tot en met 2015 zijn in het dossier schermprints uit de systemen van de Belastingdienst aanwezig waarop de gegevens van de betreffende aanslagen en boetebeschikkingen zijn vermeld. De inspecteur heeft daarover verklaard dat de aanslagen en boetebeschikkingen zijn opgemaakt, maar dat kopieën van de aanslagbiljetten door tijdsverloop niet meer beschikbaar zijn. Gelet op die schermprints heeft de inspecteur naar het oordeel van de rechtbank aannemelijk gemaakt dat de aanslagen vennootschapsbelasting en de boetebeschikkingen voor de jaren 2010 tot en met 2015 zijn opgemaakt.

2.17.

Voor dat geval betwist belanghebbende de juiste bekendmaking daarvan op de grond dat de stukken niet aan [persoon 2] hadden mogen worden toegezonden. Dat de aanslagbiljetten met daarop ook de boetebeschikkingen door de inspecteur zijn verzonden aan het woonadres van [persoon 2] is door belanghebbende niet betwist en is geen geschilpunt.

2.18.

Belanghebbende stelt dat [persoon 2] slechts tijdelijk als gemachtigde van belanghebbende was ingeschreven, dat [persoon 2] geen gemachtigde meer was en dat dit ook aan de inspecteur is aangegeven. [persoon 2] heeft telefonisch aan de inspecteur aangegeven “geen behoefte te hebben om in het vervolg als postbode op te treden” en de stukken zijn daarom dus naar het verkeerde adres verzonden. Indien de rechtbank tot de conclusie komt dat de aanslagbiljetten en boetebeschikkingen wel naar het woonadres van [persoon 2] mochten worden verzonden, dan moet meespelen dat [persoon 2] veelvuldig van huis was, aldus nog steeds belanghebbende.

2.19.

De inspecteur neemt het standpunt in dat hij de aanslagen terecht naar het woonadres van [persoon 2] heeft verzonden. De inspecteur stelt daartoe dat hij op grond van artikel 58 van de Awr de aanslagen mag uitreiken aan een in Nederland wonende of gevestigde vertegenwoordiger van belanghebbende. Dat was in dit geval [persoon 2] nu blijkens het document getiteld ‘unlimited power of attorney’ [persoon 2] de vertegenwoordiger was. Subsidiair neemt de inspecteur het standpunt in dat [persoon 2] zich in ieder geval richting de inspecteur heeft gepresenteerd als vertegenwoordiger van belanghebbende. [persoon 2] heeft, naast voornoemde volmacht, namens belanghebbende gegevens opgevraagd, de statuten van belanghebbende overgelegd en de inspecteur namens belanghebbende te woord gestaan. Dat [persoon 2] telefonisch op enig moment zou hebben gemeld geen post voor belanghebbende te willen ontvangen, wordt door de inspecteur betwist.

2.20.

De rechtbank overweegt dat artikel 58 van de Awr de inspecteur de bevoegdheid geeft om het ingevolge de belastingwet uitreiken van een stuk, waaronder aanslagbiljetten, te doen aan de in Nederland gelegen vaste inrichting dan wel aan de in Nederland wonende of gevestigde vertegenwoordiger.

2.21.

De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de inhoud van het overgelegde document getiteld ‘unlimited power of attorney’ en de feitelijke gedragingen van [persoon 2] richting de inspecteur, [persoon 2] door de inspecteur terecht is aangemerkt als de onder 2.19 bedoelde vertegenwoordiger van belanghebbende in Nederland. De inspecteur kon daarom de betreffende aanslagen en beschikkingen aan het woonadres van [persoon 2] toezenden, van welke bevoegdheid hij gebruik heeft gemaakt. De blote stelling dat [persoon 2] de inspecteur op enig moment telefonisch heeft doorgegeven dat hij stukken gericht aan belanghebbende niet wenste te ontvangen, leidt gelet op de gemotiveerde betwisting van de inspecteur en het ontbreken van een nadere onderbouwing, niet tot een ander oordeel. De rechtbank acht het doel van het meer subsidiaire betoog van belanghebbende dat [persoon 2] niet altijd op zijn woonadres aanwezig was, in de kern onbegrijpelijk. Ook dan heeft [persoon 2] na de gestelde periodes van afwezigheid de stukken telkens gehad.

2.22.

Het voorgaande brengt de rechtbank tot het oordeel dat de inspecteur, door de aanslagbiljetten te verzenden naar het woonadres van de vertegenwoordiger in Nederland, de aanslagen vennootschapsbelasting en de boetebeschikkingen op de voorgeschreven wijze bekend heeft gemaakt, zodat die verzending meebrengt dat op de dag na die van dagtekening van het desbetreffende aanslagbiljet de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is aangevangen.4 Aangezien de inspecteur de bezwaren op 31 oktober 2019 heeft ontvangen, zijn deze ruim buiten de – telkens geldende – bezwaartermijn van zes weken ingediend.

2.23.

Gelet op het vorenstaande zijn de beroepen ongegrond verklaard. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Deze uitspraak is gedaan door mr. V.A. Burgers, rechter, in aanwezigheid van mr. S.A.C. Deeleman, griffier, op 17 februari 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

De griffier, De rechter,

Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583,

5201 CZ ’s-Hertogenbosch.

Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:

1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: a. de naam en het adres van de indiener;

b. een dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;

d. de gronden van het hoger beroep.

Voor burgers is het mogelijk hoger beroep digitaal in te stellen. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de formulieren op Rechtspraak.nl / Digitaal loket bestuursrecht.