Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 13-11-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7887, 22/2764
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 13-11-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7887, 22/2764
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 13 november 2023
- Datum publicatie
- 30 november 2023
- Annotator
- Zaaknummer
- 22/2764
- Relevante informatie
- Art. 7 lid 1 Wet OB 1968, Art. 11 lid 1 onderdeel b Wet OB 1968, Art. 67c AWR
Inhoudsindicatie
Omzetbelasting. Belastbaarheid afkoopsom; verzuimboete.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Eindhoven
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 22/2764
[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende
(gemachtigde: mr. R.L.G.J. Eikelboom)
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 29 april 2022.
De inspecteur heeft aan belanghebbende over het tijdvak 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 een naheffingsaanslag omzetbelasting van € 52.500 opgelegd met [aanslagnummer]F.01.8501 (de naheffingsaanslag). Gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag heeft de inspecteur € 5.315 belastingrente in rekening gebracht (belastingrentebeschikking) en een verzuimboete van € 5.250 opgelegd (boetebeschikking).
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep op 17 oktober 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: namens belanghebbende, de gemachtigde, bijgestaan door mr. J. Linssen en vergezeld door [naam 1] en namens de inspecteur, mr. [inspecteur 1], mr. [inspecteur 2] en [inspecteur 3].