Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 13-03-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:1240, BRE 21/3979

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 13-03-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:1240, BRE 21/3979

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
13 maart 2024
Datum publicatie
20 maart 2024
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:1240
Zaaknummer
BRE 21/3979
Relevante informatie
Art. 26a AWR, Art. 8 Iw 1990

Inhoudsindicatie

ontvankelijkheid beroep ontbonden BV

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummer: BRE 21/3979

[advocaat 1] en [advocaat 2] ( [advocatenkantoor] ) te [plaats 1] , de advocaten

en

de inspecteur van de belastingdienst.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat is ingediend namens [N.V.], uit [plaats 2] (de NV) tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 12 augustus 2021.

1.1.

De inspecteur heeft aan de NV voor het jaar 2017 een navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting (VPB) opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 793.444.

1.2.

Gelijktijdig met de vaststelling van de navorderingsaanslag heeft de inspecteur een boete opgelegd van € 2.639 en een bedrag van € 28.992 aan belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).

1.3.

De inspecteur heeft het bezwaar van de NV ongegrond verklaard.

1.4.

De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.

1.5.

De rechtbank heeft het beroep op 31 januari 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen de advocaten en namens de inspecteur mr. [inspecteur 1] , mr. drs. [inspecteur 2] , drs. [inspecteur 3] en mr. [inspecteur 4] . Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

Feiten

Beoordeling door de rechtbank

Motivering

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep