Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 08-04-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:2031, 21/5051
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 08-04-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:2031, 21/5051
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 8 april 2025
- Datum publicatie
- 11 april 2025
- Zaaknummer
- 21/5051
- Relevante informatie
- Art. 14 WBRV
Inhoudsindicatie
Wet BRV
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 21/5051
[belanghebbende] , gevestigd in [plaats 1] (Frankrijk), belanghebbende
(gemachtigde: mr. S.S.C. Wijsman),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 13 oktober 2021.
Belanghebbende heeft op 31 juli 2020 een onroerende zaak gelegen aan de [adres 1] in [plaats 2] (de onroerende zaak) verkregen voor € 2.900.000. Ter zake van deze verkrijging heeft belanghebbende € 174.000 aan overdrachtsbelasting (6 procent) op aangifte voldaan.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende tegen de op aangifte voldane overdrachtsbelasting gegrond verklaard en de verschuldigde overdrachtsbelasting vastgesteld op € 153.480. De inspecteur heeft een teruggave verleend van € 20.520 overdrachtsbelasting en € 472 belastingrente.
De rechtbank heeft het beroep op 25 februari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: namens belanghebbende [asset-manager] , en de gemachtigde van belanghebbende, vergezeld van mr. J. Boon en mr. M.N.R. van Bijlevelt, en namens de inspecteur, mr. [inspecteur 1] , [inspecteur 2] en mr. [inspecteur 3] .