Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 15-04-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:2191, BRE - 24 _ 5683
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 15-04-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:2191, BRE - 24 _ 5683
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 15 april 2025
- Datum publicatie
- 29 april 2025
- Zaaknummer
- BRE - 24 _ 5683
- Relevante informatie
- Art. 3.133 Wet IB 2001, Art. 3.137 Wet IB 2001, Art. 8 Awir, Art. 21 AWR, Art. 21c AWR, Art. 30i AWR
Inhoudsindicatie
Aanslag IB/PVV 2019, nagekomen bedrijfslast,
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 24/5684
[belanghebbende] , uit [plaats 1] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 13 juni 2024.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2019 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 33.895. De inspecteur heeft bij gelijktijdige beschikking het verrekende verlies vastgesteld op € 182.269, bestaande uit € 48.556 verlies uit werk en woning en € 133.713 ondernemingsverlies (de verliesverrekeningsbeschikking). Verder heeft de inspecteur bij gelijktijdige beschikkingen € 39.284 revisierente en € 6.651 belastingrente aan belanghebbende in rekening gebracht.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslag IB/PVV 2019 en de bijbehorende beschikkingen gegrond verklaard. De inspecteur heeft een negatief resultaat uit overige werkzaamheid van € 65.000 in aanmerking genomen en als gevolg daarvan de aanslag IB/PVV 2019 verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van nihil. De belastingrentebeschikking is dienovereenkomstig verminderd. Het bij de aanslag IB/PVV 2019 verrekende verlies is door de inspecteur nader vastgesteld op € 151.164, bestaande uit € 40.071 verlies uit werk en woning en € 111.093 ondernemingsverlies. Verder heeft de inspecteur de in rekening gebrachte revisierente verminderd tot € 19.787.
De rechtbank heeft het beroep op 4 maart 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en namens de inspecteur, [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] .