Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 23-04-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:2433, 24/3639 tot en met 24/3643
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 23-04-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:2433, 24/3639 tot en met 24/3643
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 23 april 2025
- Datum publicatie
- 29 april 2025
- Zaaknummer
- 24/3639 tot en met 24/3643
- Relevante informatie
- Art. 3:41 Awb, Art. 6:7 Awb, Art. 6:11 Awb, Art. 22j AWR
Inhoudsindicatie
Naheffingsaanslagen omzetbelasting.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 24/3639 tot en met 24/3643
[belanghebbende] , uit [plaats 1] (de Verenigde Staten), belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 6 maart 2024 (de uitspraken op bezwaar).
De inspecteur heeft aan belanghebbende de volgende naheffingsaanslagen in de omzetbelasting over de volgende tijdvakken opgelegd (de naheffingsaanslagen):
Dagtekening |
Tijdvak |
Zaaknummer |
27 juli 2017 |
1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 |
24/3639 |
26 augustus 2017 |
1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 |
24/3640 |
25 november 2017 |
1 juli 2017 tot en met 30 september 2017 |
24/3641 |
24 februari 2018 |
1 oktober 2017 tot en met 31 december 2017 |
24/3642 |
29 mei 2018 |
1 januari 2018 tot en met 31 maart 2018 |
24/3643 |
Tevens is belastingrente in rekening gebracht bij de naheffingsaanslagen over 2015 en 2016.
Bij de naheffingsaanslagen over het derde en vierde kwartaal 2017 en het eerste kwartaal 2018 zijn boetes opgelegd.
Belanghebbende heeft op 22 februari 2024 bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslagen, boetes en rentebeschikkingen.
In de uitspraken op bezwaar heeft de inspecteur de bezwaren van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft de beroepen op 26 februari 2025 op zitting behandeld. Hieraan heeft belanghebbende deelgenomen via beeldverbinding. Namens de inspecteur hebben mr. [inspecteur 1] , mr. [inspecteur 2] en [inspecteur 3] deelgenomen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat op 28 februari 2025 aan partijen is verzonden.
De rechtbank heeft aan het slot van de zitting aanleiding gezien het onderzoek te schorsen en heeft de inspecteur in de gelegenheid gesteld om bij de Ontvanger na te gaan of de naheffingsaanslag over het tijdvak van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 inmiddels is verjaard. De inspecteur heeft bij bericht van 4 maart 2025 aangegeven dat de betreffende naheffingsaanslag niet is verjaard. Belanghebbende heeft daarop gereageerd bij bericht van 9 maart 2025. Op 12 maart 2025 heeft de rechtbank het onderzoek gesloten en een schriftelijke uitspraak binnen zes weken aangekondigd.