Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 28-04-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:2538, BRE 23/2181
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 28-04-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:2538, BRE 23/2181
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 28 april 2025
- Datum publicatie
- 2 mei 2025
- Zaaknummer
- BRE 23/2181
- Relevante informatie
- Art. 27 FW, Art. 8:22 Awb, Art. 27e AWR, Art. 52 AWR, Art. 52a AWR
Inhoudsindicatie
Ontvankelijkheid beroep na faillissement belanghebbende. Geen ontslag van instantie. IBeroep tegen de informatiebeschikking ongegrond.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/2181
[belanghebbende] Lda, uit [plaats] (Portugal), belanghebbende,
(gemachtigde: mr. B.H. Vader),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 23 februari 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende een informatiebeschikking als bedoeld in artikel 52a, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) gegeven.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende tegen de informatiebeschikking afgewezen.
De rechtbank heeft het beroep op 1 april 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben, namens de inspecteur, mr. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] deelgenomen.
Namens belanghebbende is, zonder kennisgeving aan de rechtbank, niemand verschenen. De griffier heeft op 20 februari 2025 in het digitaal dossier van belanghebbende een bericht geplaatst waarbij belanghebbende is uitgenodigd om op de zitting te verschijnen. Van de plaatsing van dit bericht is op dezelfde datum een notificatie aan belanghebbende verzonden naar het door belanghebbende voor dit doel opgegeven e-mailadres. Daarom neemt de rechtbank aan dat belanghebbende dit bericht op 20 februari 2025 heeft ontvangen.1 De rechtbank stelt daarmee vast dat belanghebbende correct en op de juiste wijze voor de zitting is uitgenodigd.