Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 07-05-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:2725, 23/3697, 23/3698, 24/4352, 24/4353,24/6066, 24/6067
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 07-05-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:2725, 23/3697, 23/3698, 24/4352, 24/4353,24/6066, 24/6067
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 7 mei 2025
- Datum publicatie
- 7 mei 2025
- Zaaknummer
- 23/3697, 23/3698, 24/4352, 24/4353,24/6066, 24/6067
- Relevante informatie
- Art. 55 AWR, Art. 6 EVRM, Art. 4 AWR, Art. 2.17 Wet IB 2001, Art. 67e AWR
Inhoudsindicatie
IB
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 23/3697, 23/3698, 24/4352, 24/4353, 24/6066 en 24/6067
[belanghebbende] , uit [plaats 1] (België), belanghebbende
(gemachtigde: mr. M. Hendriks),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 4 juli 2023, 25 maart 2024 en 15 juli 2024.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor de jaren 2014 en 2015 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd. Tevens heeft de inspecteur aan belanghebbende voor het jaar 2016 een aanslag IB/PVV en een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd. De inspecteur heeft voor het jaar 2017 twee navorderingsaanslagen IB/PVV opgelegd. Hierna zal aan deze verschillende (navorderings)aanslagen gezamenlijk worden gerefereerd als ‘de belastingaanslagen’. Gelijktijdig met de vaststelling van de navorderingsaanslagen IB/PVV 2014, 2015, 2016 en de eerste navorderingsaanslag IB/PVV 2017 heeft de inspecteur belanghebbende vergrijpboetenboeten opgelegd (de boetebeschikkingen). Gelijktijdig met de vaststelling van de belastingaanslagen heeft de inspecteur belanghebbende belastingrente berekend (de belastingrentebeschikkingen). Dit kan als volgt worden samengevat:
Zaaknr. |
IB/PVV |
Jaar |
belastbaar inkomen box 1 |
belastbaar inkomen box 2 |
belastbaar inkomen box 3 |
belastingrente |
vergrijpboete |
23/3697 |
H47.01 |
2014 |
€ [bedrag] |
€ [bedrag] |
€ [bedrag] |
€ [bedrag] |
€ 248.047 |
23/3698 |
H57.01 |
2015 |
€ [bedrag] |
€ [bedrag] |
€ [bedrag] |
€ [bedrag] |
€ 397.366 |
24/4353 |
H66.01 |
2016 |
€ [bedrag] |
- |
€ [bedrag] |
€ [bedrag]1 |
- |
24/4352 |
H67.01 |
2016 |
€ [bedrag] |
€ [bedrag] |
€ [bedrag] |
€ [bedrag] |
€ 223.119 |
24/6066 |
H77.01 |
2017 |
€ [bedrag] |
€ [bedrag] |
€ [bedrag] |
€ [bedrag] |
€ 323.884 |
24/6067 |
H77.02 |
2017 |
€ [bedrag] |
€ [bedrag] |
€ [bedrag] |
€ [bedrag] |
- |
De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard. Hij heeft daarbij de belastingaanslagen en de boete- en belastingrentebeschikkingen gehandhaafd.
Ter zake van de beroepen heeft de griffier van belanghebbende eenmaal een griffierecht van € 50 en tweemaal een griffierecht van € 51 geheven.
De inspecteur heeft op de beroepen gereageerd met verweerschriften.
Partijen hebben nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn telkens in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
Belanghebbende heeft de rechtbank verzocht om een voorlopige voorziening. Dit verzoek is afgewezen.2
De inspecteur heeft twee verzoeken om geheimhouding van (delen van) stukken gedaan. De geheimhoudingskamer van de rechtbank heeft het eerste verzoek geheel3 en het tweede verzoek gedeeltelijk toegewezen.4In de beslissing van 17 maart 2025 draagt de geheimhoudingskamer van de rechtbank de inspecteur op een geschoonde versie van het signaaldocument Politie Peelland te overleggen. Bij brief van 24 maart 2025 heeft de inspecteur deze beslissing gevolgd.
De rechtbank heeft de beroepen op 26 maart 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde, vergezeld door mr. N. ten Donkelaar. Als toehoorder was aanwezig mr. J. Berns. Namens de inspecteur zijn verschenen: mr. drs. [inspecteur 1] , drs. [inspecteur 2] , drs. [inspecteur 3] , mr. drs. [inspecteur 4] , drs. [inspecteur 5] , [inspecteur 6] , [inspecteur 7] , [inspecteur 8] , mr. [inspecteur 9] en mr. drs. [inspecteur 10] .
Tegelijkertijd zijn, met instemming van partijen, behandeld de zaken die bij de rechtbank bekend zijn onder de zaaknummers BRE 23/2888 tot en met 23/2895, 23/3026, 23/3082 tot en met 23/3087, 23/3697, 23/3698, 24/4352, 24/4353, 24/6066, 24/6067 en 24/6089 tot en met 24/6092.
Van hetgeen op de zitting is besproken is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan de rechtbank gelijktijdig met de uitspraak een afschrift naar partijen heeft verzonden.