Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 09-05-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:2912, 24/2460 en 24/2461
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 09-05-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:2912, 24/2460 en 24/2461
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 9 mei 2025
- Datum publicatie
- 19 mei 2025
- Zaaknummer
- 24/2460 en 24/2461
- Relevante informatie
- Art. 3.25 Wet IB 2001, Art. 25 Iw 1990, Art. 6:2 Awb, Art 6:12 Awb
Inhoudsindicatie
IB/PVV 2017, hoogte afschrijving op pachtrechten in geschil.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 24/2460 en 24/2461
uitspraak van de meervoudige kamer van 9 mei 2025 in de zaak tussen
[belanghebbende 1]
, uit [plaats 1] , en [belanghebbende 2] uit [plaats 2] , belanghebbenden,
(gemachtigde: mr. M.H.W.N. Lammers),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbenden tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 9 januari 2024.
De inspecteur heeft aan belanghebbende [belanghebbende 1] een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2017 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 59.451.
De inspecteur heeft aan belanghebbende [belanghebbende 2] een aanslag IB/PVV voor het jaar 2017 opgelegd van nihil. Het inkomen uit werk en woning in de aanslag van € 27.027 is verrekend met een verlies uit werk en woning van voorgaande jaren (de verliesverrekeningsbeschikking voor het jaar 2017).
De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbenden ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft de beroepen op 25 februari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende [belanghebbende 1] , bijgestaan door de gemachtigde van belanghebbenden en bijgestaan door de adviseur van belanghebbenden [persoon 1] . Namens de inspecteur zijn verschenen: mr. [inspecteur 1] , mr. [inspecteur 2] en mr. [inspecteur 3] .