Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 20-06-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:3861, BRE 23/11833 t/m 23/11839

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 20-06-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:3861, BRE 23/11833 t/m 23/11839

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
20 juni 2025
Datum publicatie
25 juni 2025
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2025:3861
Zaaknummer
BRE 23/11833 t/m 23/11839
Relevante informatie
Art. 8:54 Awb, Art. 8:55 Awb

Inhoudsindicatie

8:55 Verzet ongegrond; geen omstandigheden waaruit zou moeten volgen dat de uitspraak op bezwaar ook naar belanghebbende had moeten worden gestuurd.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht

zaaknummers: BRE 23/11833 t/m 23/11839

[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende

(gemachtigde: [gemachtigde] ),

tegen de uitspraak van de rechtbank van 1 oktober 2024 in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. Deze uitspraak op het verzet van belanghebbende gaat over de uitspraak van de rechtbank van 1 oktober 2024 waarin de rechtbank de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk heeft verklaard. De beroepen zien op zien op de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 2005 tot en met 2011 met aanslagnummers [BSN].H.57 , [BSN].H.67 , [BSN].H.77 , [BSN].H.87 , [BSN].H.97 , [BSN].H.07 en [BSN].H.17 en de gelijktijdig bij beschikking opgelegde vergrijpboetes1 alsmede de gelijktijdig gegeven beslissingen op verzoeken om ambtshalve vermindering.

1.1.

Belanghebbende heeft niet verzocht om op een zitting te worden gehoord.

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Bent u het niet eens met deze uitspraak?