Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 01-07-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:4081, BRE 24/4832 en BRE 24/4833

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 01-07-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:4081, BRE 24/4832 en BRE 24/4833

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
1 juli 2025
Datum publicatie
7 juli 2025
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2025:4081
Zaaknummer
BRE 24/4832 en BRE 24/4833
Relevante informatie
Art. 9 Wet OB, Art. 12 Uitv.besl. OB 1968, Art. 67c AWR

Inhoudsindicatie

Naheffingsaanslagen omzetbelasting, vertrouwensbeginsel, legaliteitsbeginsel, neutraliteitsbeginsel, verzuimboete, beroepen gegrond.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummers: BRE 24/4832 en BRE 24/4833

[belanghebbende] V.O.F., gevestigd in [plaats] , belanghebbende,

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 3 mei 2024.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende over de tijdvakken gelegen in de periode 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 29.000 met aanslagnummer [BSN] .F.01.8501. Gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag heeft de inspecteur aan belanghebbende bij beschikking € 5.602 belastingrente in rekening gebracht.

1.2.

De inspecteur heeft aan belanghebbende over de tijdvakken gelegen in de periode 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 een tweede naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 2.500 met aanslagnummer [BSN] .F.01.8502. Gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag heeft de inspecteur aan belanghebbende bij beschikking € 483 belastingrente in rekening gebracht en aan belanghebbende een verzuimboete van € 250 opgelegd (de boetebeschikking).

1.3.

De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende tegen de naheffingsaanslagen en de bijbehorende beschikkingen ongegrond verklaard.

1.4.

De rechtbank heeft de beroepen op 20 mei 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: [naam 1] , eigenaar van belanghebbende, de gemachtigde van belanghebbende en [naam 2] , de boekhouder van belanghebbende. Namens de inspecteur hebben mr. [inspecteur 1] , [inspecteur 2] , mr. [inspecteur 3] en mr. [inspecteur 4] deelgenomen.

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Motivering

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep