Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 14-07-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:4557, 24/6239 t/m 24/6242

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 14-07-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:4557, 24/6239 t/m 24/6242

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
14 juli 2025
Datum publicatie
18 juli 2025
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2025:4557
Zaaknummer
24/6239 t/m 24/6242
Relevante informatie
Art. 9.6 Wet IB 2001, Art. 45aa Uitv reg IB 2001, Art. 1 EP EVRM

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting / box 3

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummers: BRE 24/6239 tot en met 24/6242

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende

(gemachtigde: [gemachtigde]),

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 17 juli 2024.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende over de volgende jaren, tot de volgende belastbare inkomens, aanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd (de aanslagen):

2017

2018

2019

2020

Inkomen uit werk en woning

34.233

7.559

56

112

Inkomen uit sparen en beleggen

22.547

19.682

18.585

16.045

1.2.

De inspecteur heeft de verzoeken om ambtshalve vermindering van de aanslagen van belanghebbende afgewezen.

1.3.

De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.4.

De inspecteur heeft op de beroepen gereageerd met een verweerschrift.

1.5.

Belanghebbende heeft een nader stuk ingediend. Dit stuk is in afschrift verstrekt aan de inspecteur.

1.6.

De rechtbank heeft de beroepen op 22 mei 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende, tot bijstand vergezeld van [naam], de gemachtigde van belanghebbende, vergezeld door mr. G.R. ten Heuw en namens de inspecteur [inspecteur 1], mr. [inspecteur 2] en drs. [inspecteur 3]. Van hetgeen op de zitting is besproken is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan de rechtbank gelijktijdig met de uitspraak een afschrift naar partijen heeft verzonden.

1.7.

Bij sluiting van het onderzoek op zitting heeft de rechtbank meegedeeld binnen zes weken uitspraak te doen. De rechtbank heeft deze termijn niet gehaald en partijen bericht zes weken later uitspraak te doen.

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep