Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 23-07-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:4773, 23/3018

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 23-07-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:4773, 23/3018

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
23 juli 2025
Datum publicatie
29 juli 2025
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2025:4773
Zaaknummer
23/3018
Relevante informatie
Art. 16 AWR

Inhoudsindicatie

23/3019 en 23/3020. De rechtbank is van oordeel dat de inspecteur mocht navorderen over het belastingjaar 2015, omdat belanghebbende ten tijde van het indienen van de aangifte te kwader trouw was. Ook is de navorderingsaanslag naar het juiste bedrag opgelegd. Voor het belastingjaar 2016 is geen nieuw feit vereist, omdat het gaat om aanslagen IB/PVV en Zvw. Geen navorderingsaanslagen. Wel heeft belanghebbende recht op ISV.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummers: BRE 23/3018, 23/3019 en 23/3020

[belanghebbende] , uit [plaats 1] , belanghebbende

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur

en

de Staat (Minister van Justitie en Veiligheid), de Minister.

Inleiding

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Motivering

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep