Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 22-08-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:5699, BRE 23/3944, 23/3945, 23/3946, 23/3947, 23/3948 en 23/3949
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 22-08-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:5699, BRE 23/3944, 23/3945, 23/3946, 23/3947, 23/3948 en 23/3949
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 22 augustus 2025
- Datum publicatie
- 2 september 2025
- Zaaknummer
- BRE 23/3944, 23/3945, 23/3946, 23/3947, 23/3948 en 23/3949
- Relevante informatie
- Art. 2.17 Wet IB 2001, Art. 4.13 Wet IB 2001
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting, verkapte winstuitdeling, beroepen ongegrond.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 23/3944, 23/3945, 23/3946, 23/3947, 23/3948 en 23/3949
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 augustus 2025 in de zaken tussen
[belanghebbende 1] en [belanghebbende 2], uit [plaats], belanghebbenden,
(gemachtigde: mr. R.H.M. van Thiel),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbenden tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 20 juni 2023.
De beroepen met zaaknummers 23/3944 tot en met 23/3946 zien op de (navorderings)aanslagen van mevrouw [belanghebbende 1] (mevrouw). De beroepen met zaaknummers 23/3947 tot en met 23/3949 zien op de aanslagen van meneer [belanghebbende 2] (meneer).
Ten aanzien van de beroepen met zaaknummers 23/3944 tot en met 23/3946
De inspecteur heeft aan mevrouw over het jaar 2015 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 17.944 en naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 7.493. Gelijktijdig met de vaststelling van de navorderingsaanslag IB/PVV 2015 heeft de inspecteur bij beschikking belanghebbenden € 745 belastingrente in rekening gebracht.
De inspecteur heeft aan mevrouw voor het jaar 2017 een aanslag in de IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 60.065 en naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 21.381. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag IB/PVV 2017 heeft de inspecteur bij beschikking belanghebbenden € 1.291 belastingrente in rekening gebracht.
De inspecteur heeft aan mevrouw voor het jaar 2018 een aanslag in de IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 18.167 en naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 40.668. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag IB/PVV 2018 heeft de inspecteur bij beschikking belanghebbenden € 394 belastingrente in rekening gebracht.
Ten aanzien van de beroepen met zaaknummers 23/3947 tot en met 23/3949
De inspecteur heeft aan meneer voor het jaar 2016 een aanslag in de IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 72.654, naar een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 16.862 en naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 146.400. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag IB/PVV 2016 heeft de inspecteur bij beschikking belanghebbenden € 529 belastingrente in rekening gebracht.
De inspecteur heeft aan meneer voor het jaar 2017 een aanslag in de IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 132.982, naar een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 12.474.293 en naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 127.716. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag IB/PVV 2017 heeft de inspecteur bij beschikking belanghebbenden € 1.398 belastingrente in rekening gebracht.
De inspecteur heeft aan meneer voor het jaar 2018 een aanslag in de IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 83.264, naar een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 18.167 en naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 198.004. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag IB/PVV 2018 heeft de inspecteur bij beschikking belanghebbenden € 394 belastingrente in rekening gebracht.
Ten aanzien van alle beroepen van belanghebbenden
De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbenden ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft de beroepen op 25 juni 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde, bijgestaan door [naam 1] en [naam 2]. Namens de inspecteur hebben deelgenomen: mr. drs. [inspecteur 1], mr. drs. [inspecteur 2], mr. [inspecteur 3], mr. [inspecteur 4] en mr. [inspecteur 5].
De beroepen met zaaknummers 23/3950 tot en met 23/3955 zijn gelijktijdig behandeld. Ter zitting is overeengekomen dat alle stukken die zijn ingediend in de verschillende zaken, geacht worden te zijn ingediend in de dossiers van alle zaken.
Van hetgeen op de zitting is besproken, is een proces-verbaal opgemaakt waarvan de rechtbank gelijktijdig met deze uitspraak een afschrift naar partijen heeft verzonden.