Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 15-09-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:6179, 24/6314 en 24/6315
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 15-09-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:6179, 24/6314 en 24/6315
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 15 september 2025
- Datum publicatie
- 23 september 2025
- Zaaknummer
- 24/6314 en 24/6315
- Relevante informatie
- Art. 30ia AWR, Art. 30h AWR
Inhoudsindicatie
Omzetbelasting, belastingrente.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 24/6314 en 24/6315
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 september 2025 in de zaak tussen
[bedrijf 1] B.V., [bedrijf 2] B.V., cs, gevestigd in [plaats] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 19 juli 2024.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor de tijdvakken gelegen in de periode 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017 (hierna: het jaar 2017) en de tijdvakken gelegen in de periode 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 (hierna: het jaar 2018) naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd (hierna: de naheffingsaanslagen).
Gelijktijdig met de naheffingsaanslagen heeft de inspecteur bij beschikking belastingrente in rekening gebracht (hierna: de belastingrentebeschikkingen). De belastingrente die in rekening is gebracht bij de naheffingsaanslag over de tijdvakken gelegen in het jaar 2017 bedraagt € 216.664. De belastingrente die in rekening is gebracht bij de naheffingsaanslag over de tijdvakken gelegen in het jaar 2018 bedraagt € 184.411.
De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard.
De beroepen van belanghebbende zien enkel op de belastingrentebeschikkingen.
Nadat belanghebbende de beroepschriften heeft ingediend, heeft de inspecteur de belastingrentebeschikkingen verminderd. De in rekening gebrachte belastingrente bij de naheffingsaanslag over de tijdvakken in het jaar 2017 is bij verminderingsbeschikking van 14 februari 2025 verminderd tot € 204.757 en de in rekening gebrachte belastingrente bij de naheffingsaanslag over de tijdvakken in het jaar 2018 is bij verminderingsbeschikking van 10 januari 2025 verminderd tot € 170.229 (de verminderingsbeschikkingen). De vermindering van de belastingrentebeschikkingen heeft plaatsgevonden op grond van artikel 30ia van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen (AWR).
De rechtbank heeft de beroepen op 9 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: drs. [persoon] als gemachtigde (en werknemer) van belanghebbende. Namens de inspecteur zijn verschenen: mr. [inspecteur 1] en drs. [inspecteur 2] .