Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 16-09-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:6267, 24/5892
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 16-09-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:6267, 24/5892
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 16 september 2025
- Datum publicatie
- 23 september 2025
- Zaaknummer
- 24/5892
- Relevante informatie
- Art. 3.120 Wet IB 2001, Art. 3.119a Wet IB 2001, Art. 3.123 Wet IB 2001
Inhoudsindicatie
Aanslag IB/PVV 2019 . Aftrek rente eigenwoninglening. Belanghebbende heeft geen betalingsbewijzen overgelegd waaruit enige betaling volgt. Beroepen ongegrond.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 24/5892
[belanghebbende] , uit [plaats] (Duitsland), belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 25 juni 2024
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2019 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 45.000. Gelijktijdig met de vaststelling van deze aanslag heeft de inspecteur aan belanghebbende € 173 rente in rekening gebracht.
De inspecteur heeft het bezwaar tegen de aanslag IB/PVV 2019 gegrond verklaard. De inspecteur heeft bij verminderingsbeschikking de aanslag verminderd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 42.893. Gelijktijdig heeft de inspecteur de in rekening gebrachte belastingrente verminderd tot € 163 (de belastingrentebeschikking).
De rechtbank heeft het beroep op 7 augustus 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben namens de inspecteur deelgenomen: mr. [inspecteur 1] , mr. [inspecteur 2] en mr. [inspecteur 3] . Belanghebbende heeft de rechtbank op 4 augustus 2025 verzocht om verdaging van de zitting. Daaruit maakt de rechtbank op dat belanghebbende op de hoogte was van de zitting. De rechtbank heeft het verdagingsverzoek afgewezen (zie 4).