Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 29-09-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:6470, BRE 24/5747
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 29-09-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:6470, BRE 24/5747
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 29 september 2025
- Datum publicatie
- 2 oktober 2025
- Zaaknummer
- BRE 24/5747
- Relevante informatie
- Art. 4.21 Wet IB 2001
Inhoudsindicatie
Aanslag IB/PVV 2019, verlies uit aanmerkelijk belang, informele kapitaalstorting.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 24/5747
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 18 juni 2024.
De inspecteur heeft voor het jaar 2019 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 36.815, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € -110.201 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 529.866. Gelijktijdig heeft de inspecteur € 1.065 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep op 28 augustus 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende, vergezeld door zijn gemachtigde en zijn accountant [persoon 1] . Namens de inspecteur hebben aan de zitting deelgenomen: drs. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] .