Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 27-10-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:7267, BRE 24/6517

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 27-10-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:7267, BRE 24/6517

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
27 oktober 2025
Datum publicatie
6 november 2025
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2025:7267
Zaaknummer
BRE 24/6517
Relevante informatie
Art. 31a lid 2 onderdeel e Wet LB, Art. 10e Uitv besl LB, Art. 10ea Uitv besl LB

Inhoudsindicatie

Toepassing 30%-regeling. Belanghebbende voldoet niet aan het vereiste dat zij moet zijn aangeworven uit een ander land, omdat zij tijdens de totstandkoming van de arbeidsovereenkomst al in Nederland werkzaam was. Het internship kwalificeert niet als een stage. De rechtbank leidt uit het civiele recht en jurisprudentie van de Hoge Raad af dat een stage onder bepaalde omstandigheden ook na afronding van (het inhoudelijke gedeelte van) een studie kan plaatsvinden, anders dan in het Besluit van 23 augustus 2013, nr. DGB 2013/70M is bepaald. Als uitgangspunt geldt bij een volledig opgeleide beroepsbeoefenaar wel dat deze onbeperkt inzetbaar is voor de activiteiten voor de onderneming. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat de werkzaamheden tijdens het internship zozeer gericht waren op het uitbreiden van haar eigen kennis en ervaring, dat van dit uitgangspunt moet worden afgeweken. Het beroep is ongegrond.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummer: BRE 24/6517

[belanghebbende] , uit [woonplaats] , belanghebbende

(gemachtigde: mr. J.P. Dagevos),

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 25 juli 2024.

1.1.

De inspecteur heeft bij beschikking van 4 januari 2024 het verzoek van belanghebbende om toepassing van de bewijsregel van artikel 10ea, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (de 30%-regeling) afgewezen.

1.2.

De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.3.

De rechtbank heeft het beroep op 7 augustus 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en haar gemachtigde, en namens de [inspecteur 1] , [inspecteur 2] en [inspecteur 3] .

Beoordeling door de rechtbank

Feiten

Overwegingen

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep