Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 05-11-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:7567, 24/6317 en 24/6318
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 05-11-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:7567, 24/6317 en 24/6318
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 5 november 2025
- Datum publicatie
- 11 november 2025
- Zaaknummer
- 24/6317 en 24/6318
- Relevante informatie
- Art. 8:42 Awb, Art. 7:15 Awb
Inhoudsindicatie
Artikel 7:4 Awb; artikel 8:42 Awb geschonden; algemene rechtsbeginselen
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 24/6317 en 24/6318
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 22 juli 2024.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor de jaren 2019 en 2020 aanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) opgelegd.
De inspecteur heeft het bezwaar voor wat betreft de aanslag IB/PVV 2019 gedeeltelijk toegewezen en voor wat betreft de aanslag Zvw 2019 afgewezen. De inspecteur heeft de bezwaren tegen de aanslagen IB/PVV en Zvw 2020 afgewezen.
Belanghebbende heeft op 20 mei 2025 verzocht tot wraking van de rechter in deze zaken. De wrakingskamer heeft op 6 juni 2025 het verzoek tot wraking ongegrond verklaard en bepaald dat de behandeling van deze zaken wordt voortgezet in de stand van de zaken waarin deze zich bevonden ten tijde van de schorsing wegens indiening van het wrakingsverzoek.1
De rechtbank heeft de beroepen op 29 oktober 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en namens de inspecteur, mr. [inspecteur] . Van hetgeen op de zitting is besproken is een proces-verbaal opgemaakt, waarvan de rechtbank gelijktijdig met de uitspraak een afschrift naar partijen heeft verzonden.