Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 01-12-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:8458, BRE 24/7083
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 01-12-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:8458, BRE 24/7083
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 1 december 2025
- Datum publicatie
- 9 december 2025
- Zaaknummer
- BRE 24/7083
- Relevante informatie
- Art. 25 Wet OB 1968, Art. 25a Wet OB 1968
Inhoudsindicatie
OB. Naheffingsaanslag terecht. Boete hangende het beroep alsnog verminderd tot nihil. Beroep gegrond.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 24/7083
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende
(gemachtigde: mr. J. IJntema),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 30 mei 2024.
De inspecteur heeft aan belanghebbende over het tijdvak van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd. Gelijktijdig met de naheffingsaanslag heeft de inspecteur € 319 aan belastingrente in rekening gebracht en een verzuimboete opgelegd van € 313.
In de toelichting op de uitspraak op bezwaar van 5 april 2024 heeft de inspecteur aangekondigd dat de verzuimboete zal worden verminderd tot nihil en dat een kostenvergoeding zal worden toegekend. Bij afzonderlijke beslissing van 9 april 2024 heeft de inspecteur belanghebbende een kostenvergoeding voor de bezwaarfase toegekend van € 310. De inspecteur heeft bij de uitspraak op bezwaar van 30 mei 2024 de naheffingsaanslag, de belastingrente en de verzuimboete gehandhaafd.
De rechtbank heeft het beroep op 17 september 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en, namens de inspecteur, [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] .