Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 08-12-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:8593, BRE 23/9574
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 08-12-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:8593, BRE 23/9574
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 8 december 2025
- Datum publicatie
- 16 december 2025
- Zaaknummer
- BRE 23/9574
- Relevante informatie
- Art. 3.54 Wet IB 2001
Inhoudsindicatie
Vpb 2019. Beroep ongegrond. Herinvesteringsreserve. Voornemen tot herinvesteren niet aannemelijk gemaakt.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/9574
[belanghebbende] B.V., gevestigd te [plaats] , belanghebbende
(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 1 augustus 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2019 een aanslag vennootschapsbelasting (Vpb) opgelegd naar een belastbaar bedrag van € 941.299.
Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 27.412 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking).
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep op 8 oktober 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: namens belanghebbende [naam 1] , de gemachtigde van belanghebbende en, namens de inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] en [inspecteur 3] .