Standpunt kwijtscheldingswinstvrijstelling
Standpunt kwijtscheldingswinstvrijstelling
Gegevens
- Nummer
- 2025/1158
- Publicatiedatum
- 18 juli 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Winst
- Relevante informatie
De Kennisgroep winstbepaling heeft een standpunt ingenomen over de kwijtscheldingswinstvrijstelling.
Een IB-ondernemer heeft personeel in dienst waarvoor personeelskosten zijn gemaakt. In de jaren 2018 tot en met 2020 is de loonheffing op deze personeelskosten niet op aangifte afgedragen. De loonbelastingschuld ultimo 2020 bedraagt in totaal € 50.000. Er zijn vervolgens naheffingsaanslagen loonbelasting opgelegd.
De IB-ondernemer heeft in de jaren 2016 tot en met 2020 in totaal ruim één miljoen euro aan de onderneming onttrokken en vanaf 2021 tot en met 2023 in totaal eveneens ruim één miljoen euro.
De IB-ondernemer is aangemerkt als gedupeerde in de toeslagenaffaire in de zin van artikel 3.1, eerste lid, van de Wet hersteloperatie toeslagen. Op grond van artikel 26a van de Invorderingswet 1990 zijn in 2024 de nog openstaande belastingschulden, waaronder de naheffingsaanslag loonbelasting, kwijtgescholden door de Ontvanger. Als gevolg hiervan is de kwijtgescholden schuld vrijgevallen in de winst van de IB-ondernemer.
Vraag
Is op deze vrijgevallen schuld de kwijtscheldingswinstvrijstelling (artikel 3.13 Wet IB 2001) van toepassing?
Antwoord
Nee, de kwijtscheldingswinstvrijstelling is niet van toepassing nu er geen sprake is van niet voor verwezenlijking vatbare rechten.