Kruislings schenken waardoor twee keer eigenwoningvrijstelling zou kunnen worden geclaimd doorkruist doel en strekking van de SW

In 2012 heeft belanghebbende een schenking van haar vader ontvangen, groot € 22.000. In de aangifte schenkbelasting is destijds een beroep gedaan op de eenmalig verhoogde vrijstelling. Op 6 april 2018 koopt de nicht van belanghebbende een woning. Op 1 november 2018 schenkt de vader van belanghebbende € 100.800 aan de nicht van belanghebbende. Op 2 november 2018 schenkt de oom van belanghebbende € 100.800 aan belanghebbende. Op 12 december 2018 schenkt de vader € 100.800 aan belanghebbende. In de aangifte schenkbelasting doet belanghebbende een beroep op twee keer de eigenwoningvrijstelling. Bij het opleggen van de aanslag schenkbelasting wordt deze vrijstelling verleend. Later draait de inspecteur de vrijstelling terug. Hij stelt dat door afspraken tussen de vader en de oom blijkt dat de vader feitelijk de bedoeling had zijn dochter te bevoordelen. Er kan niet twee keer gebruik worden gemaakt van de eigenwoningvrijstelling, aldus de inspecteur.

De rechtbank haalt de wetsgeschiedenis aan waarbij aandacht is besteed aan het zogeheten kruislings schenken, waarbij een ouder twee keer de vrijstelling aan diens kind schenkt door één keer het maximumbedrag direct aan het kind te schenken en vervolgens het maximumbedrag aan een derde schenkt die het vervolgens weer aan het kind schenkt. Op grond van art. 1 SW is een schenking een handeling die ertoe strekt dat degene die de handeling verricht, een ander ten koste van eigen vermogen verrijkt. De rechtbank oordeelt dat uit de wettekst en wetsgeschiedenis dat doel en strekking van de eigenwoningvrijstelling inhoudt dat de schenking van ouders aan kinderen slechts één keer kan worden gedaan. Als van meerdere personen schenkingen worden ontvangen kan de vrijstelling meerdere malen worden toegepast, maar uit de wetsgeschiedenis blijkt duidelijk dat de wetgever kruislings schenken ongewenst achtte. Uit het geheel van feiten en omstandigheden blijkt dat door vader en de oom kruislings is geschonken om zo de twee nichten elk belastingvrij € 200.000 te schenken. Dit doorkruist doel en strekking van de SW omdat bij een ouder-kindschenking de eigenwoningvrijstelling slechts één keer kan worden benut. De inspecteur heeft daarom terecht, op basis van fiscale herkwalificatie, nagevorderd.

(Beroep ongegrond.)