Pas op zitting met gronden komen is geen misbruik procesrecht maar wel in strijd met goede procesorde
Pas op zitting met gronden komen is geen misbruik procesrecht maar wel in strijd met goede procesorde
Gegevens
- Nummer
- 2025/1683
- Publicatiedatum
- 30 oktober 2025
- Auteur
- Redactie
- Relevante informatie
Belanghebbende is eigenaar van een woning waarvan de WOZ-waarde is vastgesteld op € 1.148.000. Tijdens het hoorgesprek heeft belanghebbende een waarde van € 999.000 voorgesteld, waartoe de heffingsambtenaar het bezwaar gegrond verklaart en de waarde verlaagt. Desondanks stelt belanghebbende beroep in. In beroep legt de heffingsambtenaar een verweerschrift over met een matrix ter onderbouwing van de waarde en stelt de rechtbank belanghebbende in de gelegenheid om vóór de zitting schriftelijk zijn standpunt toe te lichten. Daarop volgt geen reactie. Pas ter zitting voert belanghebbende aan dat de vastgestelde waarde te hoog is. De rechtbank verklaart het beroep niet‑ontvankelijk wegens misbruik van procesrecht, omdat tussen partijen overeenstemming was bereikt over de waarde en belanghebbende desondanks beroep heeft ingesteld zonder inhoudelijke grond.
In geschil is of de rechtbank het beroep ten onrechte niet‑ontvankelijk heeft verklaard. Het hof oordeelt dat geen sprake is van misbruik van procesrecht. Uit de stukken blijkt niet dat in bezwaar een vaststellingsovereenkomst is gesloten of dat belanghebbende heeft afgezien van het recht op beroep. Dat de heffingsambtenaar de door belanghebbende voorgestelde waarde heeft gevolgd, maakt het instellen van beroep op zichzelf geen misbruik van recht. Voor het niet‑ontvankelijk verklaren van een rechtsmiddel op deze grond zijn zwaarwegende omstandigheden vereist, en die ontbreken hier. Het hof volgt wel het oordeel van de rechtbank dat de beroepsgronden pas ter zitting zijn geconcretiseerd en daardoor in strijd met de goede procesorde buiten beschouwing konden worden gelaten De rechtbank had het beroep ongegrond moeten verklaren in plaats van niet‑ontvankelijk. Omdat het resultaat materieel geen verschil maakt, ziet het hof geen reden de uitspraak te vernietigen.
(Hoger beroep ongegrond.)