Standpunt eindheffing Bbz-uitkeringen

Standpunt eindheffing Bbz-uitkeringen

Gegevens

Nummer
2025/1784
Publicatiedatum
14 november 2025
Auteur
Redactie
Rubriek
Arbeid, loon en resultaat
Relevante informatie

De Kennisgroep loonheffing algemeen heeft een standpunt ingenomen over de verschuldigdheid van eindheffing over uitkeringen op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004. Dit antwoord is afgestemd met de Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting.

Een uitkering op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 is een inkomensaanvullende tegemoetkoming voor zelfstandigen en vindt haar oorsprong in artikel 78f van de Participatiewet. Omdat gemeenten voor zelfstandigen pas na afloop van een boekjaar kunnen vaststellen of aanspraak bestaat op een aanvulling tot bijstandsniveau, wordt het bedrag van de bijstand in eerste instantie (voorlopig) in de vorm van een renteloze lening maandelijks uitgekeerd. Bij de definitieve Bbz-vaststelling na afloop van het boekjaar beoordeelt een gemeente definitief of de renteloze lening wordt omgezet in een bedrag om niet. Dit doet de gemeente aan de hand van de boekhouding en de aangifte over het voorgaande kalenderjaar van de zelfstandige.

Aan de kennisgroep zijn zes situaties voorgelegd met de vraag wanneer gemeenten eindheffing verschuldigd zijn over de Bbz-uitkeringen aan zelfstandigen die eerst in de vorm van een renteloze lening zijn verstrekt en daarna zijn omgezet in een bedrag om niet op grond van art. 8.1, onderdeel e, van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011. In de uitvoeringspraktijk zal steeds rekening gehouden moeten worden met de feitelijke omstandigheden zoals die zich voordoen.