Standpunt kwalificatie negatieve kapitaalrekening personenvennootschap
Standpunt kwalificatie negatieve kapitaalrekening personenvennootschap
Gegevens
- Nummer
- 2025/1824
- Publicatiedatum
- 20 november 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Winst
- Relevante informatie
De Kennisgroep winstbepaling heeft een standpunt ingenomen over de kwalificatie negatieve kapitaalrekening personenvennootschap.
Stille maatschap X is aangegaan voor een duur van hooguit vier jaar en bestaat uit X BV en maximaal negentig participanten. De maatschap is aangegaan met als doel een werk te produceren en exploiteren. X BV is belast met het bestuur en beheer van de maatschap. De participanten verkrijgen tegen een storting van een bepaald bedrag een participatie in de maatschap. Het is niet in geschil dat de participanten kwalificeren als ondernemer voor de inkomstenbelasting. Het staat vast dat de participanten en X BV onafhankelijke derden van elkaar zijn.
In de maatschapsovereenkomst is onder andere opgenomen dat een participant naar rato van de participatie aansprakelijk is jegens de maatschap. Tevens is opgenomen dat een participant naar rato van het aantal participanten aansprakelijk is jegens derden voor verplichtingen van de maatschap; hierbij kan de aansprakelijkheid het gestorte bedrag te boven gaan. Voorts is opgenomen dat bij uittreding een participant is gerechtigd tot het saldo van zijn kapitaalrekening op de datum van uittreding. Dit saldo is betaalbaar op de dag dat de maatschap in haar geheel is beëindigd. De kosten en afschrijvingen van het werk worden voor 90% toegerekend aan de participanten en voor 10% aan X BV. Verder is opgenomen dat de maatschap van rechtswege is opgeheven door o.a. vervreemding van het werk door X BV en dat X BV zorg draagt voor vereffening van de maatschap en daarvan rekening en verantwoording aan de participanten aflegt.
De maatschap heeft in totaal een negatief resultaat behaald van € 10.000.000. Dit verlies is conform de maatschapsovereenkomst nagenoeg geheel aan de participanten toegerekend. Na afloop van vier jaar is het werk door X BV vervreemd met een waarde van nihil en daarmee is de maatschap conform de maatschapsovereenkomst beëindigd. De eindbalans bevat na vereffening een negatief kapitaalsaldo van de participanten van € 1.000.000 en een positief kapitaalsaldo van X BV van € 1.000.000. De participanten hebben het negatieve kapitaalsaldo niet aangezuiverd. Voorts staat vast dat X BV haar positieve kapitaalsaldo niet zal opeisen. Met andere woorden, de maten verlangen na opheffing en vereffening van de maatschap niks meer van elkaar.
Vragen
1. Moeten de participanten bij beëindiging van de maatschap fiscaal gezien verplicht winst nemen voor het bedrag van het negatief kapitaal?
2. Is de kwijtscheldingswinstvrijstelling (artikel 3.13 van de Wet inkomstenbelasting 2001) van toepassing voor de participanten?
Antwoord
1. Ja, de participanten zijn verplicht winst te nemen nu vaststaat dat zij het negatief kapitaalsaldo niet hoeven aan te zuiveren.
2. De kwijtscheldingswinstvrijstelling is niet van toepassing indien er voldoende betalingscapaciteit bij de individuele participant aanwezig is, omdat er in zoverre geen sprake is van niet voor verwezenlijking vatbare rechten.