Ondernemersvereniging voldoet niet aan voorwaarden voor aftrek van omzetbelasting over verenigingsactiviteiten

Belanghebbende is een vereniging op het gebied van asset management. Zij heeft diverse lidmaatschappen, waaronder erelidmaatschappen en seniorlidmaatschappen, maar uitsluitend de bedrijfslidmaatschappen geven stemrecht. Bij belanghebbende is een boekenonderzoek ingesteld. Daar is geconcludeerd dat belanghebbende onterecht sponsorgelden zonder omzetbelasting heeft gefactureerd. Verder is btw nageheven aangezien belanghebbende heeft geopteerd voor belaste huur en de btw over de huur in aftrek heeft gebracht. Belanghebbende is van mening dat zij op grond van de goedkeuring in paragraaf 6.3.7 van het besluit van 25 november 2011, BLKB2011/641M (hierna: het Besluit) de aan haar in rekening gebrachte btw in aftrek kan brengen en daarmee aftrekrecht heeft voor de in rekening gebrachte btw over de verenigingsactiviteiten. Verder stelt belanghebbende dat zij aan het 90%-criterium voldoet en daarmee terecht heeft geopteerd voor belaste verhuur. De inspecteur is van mening dat belanghebbende niet voldoet aan de voorwaarden van de goedkeuring van het Besluit, maar ook dat te veel btw is nageheven, zodat één van de beroepen gegrond verklaard moet worden. De rechtbank deelt het standpunt van de inspecteur. Slechts de leden met een bedrijfslidmaatschap zijn aangesloten bij belanghebbende in de zin van het Besluit. De band met belanghebbende van de leden met een bijzonder lidmaatschap is eerder van contractuele aard, ondanks dat de bijzondere lidmaatschappen zijn opgenomen in de statuten van belanghebbende, met als gevolg dat deze leden niet zijn aangesloten in de zin van de goedkeuring. Dit betekent dat belanghebbende niet voldoet aan de voorwaarden van de goedkeuring, dat zij geen recht heeft op aftrek van omzetbelasting voor de verenigingsactiviteiten en dat zij niet voldoet aan het 90%-criterium.

(Beroep tijdvak 2015-2017 gegrond, overigens ongegrond.)