Tweede Kamervragen beantwoord over juridische adviezen box 3

Tweede Kamervragen beantwoord over juridische adviezen box 3

Gegevens

Nummer
2022/577
Publicatiedatum
13 mei 2022
Auteur
Redactie
Rubriek
Inkomsten uit vermogen/Inkomen uit sparen en beleggen
Relevante informatie
Art. 5.1 Wet IB 2001

De staatssecretaris van Financiën heeft Tweede Kamervragen beantwoord over juridische adviezen over box 3. De vragen zijn gesteld naar aanleiding van een eerdere vraag om een lijst met alle uitgebrachte adviezen (interne en externe, inclusief de landsadvocaat) over box 3 vanaf 2010 en doen toekomen aan de Tweede Kamer. In de reactie daarop miste de vragensteller adviezen of memo’s in de periode 2015-2017 terwijl in die periode het box 3-stelsel is ingevoerd dat per 1 januari 2017 is ingegaan (Belastingplan 2016). De staatssecretaris antwoordt dat de zoekscope waarmee de stukken zijn verzameld die op 15 april 2022 naar de Kamer zijn gestuurd luidde “box 3 in samenhang met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)”. Deze zoekopdracht leverde geen stukken op uit 2015, het jaar waarin het Belastingplan 2016 startte.

Het is wel gebruikelijk dat er juridische adviezen en analyses ten grondslag liggen aan keuzes om een belasting te veranderen en zeker wanneer het een hervorming betreft van een belastingonderdeel (box 3) en deze intern uit te werken en aan de bewindspersonen ter beschikking te stellen. Het standpunt van het kabinet dat het nieuwe box 3-stelsel juridisch houdbaar zou zijn, was gebaseerd op de interne analyses en adviezen die door de ambtenaren op het ministerie van Financiën zijn opgesteld. De staatssecretaris zal de notities die zijn gemaakt ter voorbereiding op de wijziging in box 3 in het Belastingplan 2016 voor het zomerreces aan de Kamer sturen.

Staatssecretaris Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, brief van 11 mei 2022, nr. 2022-0000143775