Fiscus mag geen verzuimboetes opleggen vanwege niet-betalen en gedeeltelijk niet-betalen

Fiscus mag geen verzuimboetes opleggen vanwege niet-betalen en gedeeltelijk niet-betalen

Gegevens

Nummer
2022/972
Publicatiedatum
10 augustus 2022
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:RBDHA:2022:4494
Rubriek
Omzetbelasting
Trefwoorden
Ne bis idem beginsel, ondernemer, nahefffingsaanslag, aangifteverzuimboete
Relevante informatie
Art. 67c lid 1 AWR, Art. 7 Wet OB 1968, Art. 15 lid 1 onderdeel a Wet OB 1968

Belanghebbende drijft een eenmanszaak. Volgens de Kamer van Koophandel is sprake van een organisatieadviesbureau, een klusbedrijf en handel in partijgoederen. Belanghebbende is ondernemer voor de omzetbelasting en is in dat kader uitgenodigd tot het doen van aangifte over het vierde kwartaal 2018. Omdat belanghebbende geen aangifte deed is een naheffingsaanslag vastgesteld met een betaalverzuimboete en een aangifteverzuimboete. Naar aanleiding van een negatieve aangifte OB over het vierde kwartaal 2018, die is aangemerkt als bezwaar, zijn de naheffingsaanslag en de betaalverzuimboete verminderd tot nihil. De aangifteverzuimboete is in stand gebleven.

De inspecteur heeft naar aanleiding van de hiervoor bedoelde negatieve aangifte vragen gesteld over de aangegeven voorbelasting. Omdat belanghebbende hierop geen antwoord gaf heeft de inspecteur een naheffingsaanslag vastgesteld. Ook heeft hij een verzuimboete vastgesteld. Bij uitspraak op bezwaar heeft de inspecteur de naheffingsaanslag en de verzuimboete verminderd.

In geschil is onder meer de verzuimboete. De rechtbank stelt vast dat ten name van belanghebbende een verzuimboete ex art. 67c lid 1 AWR is vastgesteld. Nu de eerder opgelegde betaalverzuimboete is gegrond op hetzelfde wetsartikel is sprake van een schending van het ne-bis-in-idembeginsel.

De rechtbank volgt de inspecteur niet in zijn stelling dat de betaalverzuimboete is vastgesteld voor het niet betalen van de verschuldigde omzetbelasting en dat onderhavige verzuimboete ziet op het gedeeltelijk niet voldoen van de verschuldigde omzetbelasting; beide verzuimboetes zijn immers vastgesteld omdat de belasting over het vierde kwartaal van 2018 niet is betaald. Zo er al sprake zou zijn van verschillende beboetbare feiten heeft de inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van gedeeltelijk niet betalen aangezien belanghebbende niets op aangifte heeft voldaan.

(Beroep gegrond).