Tegemoetkoming LKV terecht geweigerd omdat er niet tijdig aan alle voorwaarden van het overgangsrecht is voldaan

Tegemoetkoming LKV terecht geweigerd omdat er niet tijdig aan alle voorwaarden van het overgangsrecht is voldaan

Gegevens

Nummer
2022/1114
Publicatiedatum
22 september 2022
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2022:1647
Rubriek
Arbeid, loon en resultaat
Trefwoorden
Wet tegemoetkoming loondomein, LKV, loonkostenvoordeel, overgansrecht
Relevante informatie
Art. 2.2 Wtl, Art. 6.2 Wtl, Art. 28 Wet LB, Art. 28a Wet LB, Art. 4:5 Awb, Art. 63 AWR

Belanghebbende heeft in haar loonaangifte voor december 2017 bij twee oudere werknemers voor wie zij beschikt over een zogenoemde doelgroepverklaring een ‘N’ als indicatie premiekorting opgenomen en in de loonaangifte voor januari 2018 niet verzocht om een tegemoetkoming loonkostenvoordeel (LKV) oudere werknemer voor de werknemers. Daarna heeft zij correcties loonaangiften ingediend waarin de ‘N’ is vervangen door een ‘J’, maar geen bedrag aan premiekorting ingevuld. Voor de tijdvakken van 2018 is naderhand alsnog een verzoek om LKV gedaan. In een correctie loonaangifte voor 2017 en 2018 is per tijdvak een premiekorting aangegeven. Eind 2018 heeft belanghebbende teruggaven gekregen. Op de voorlopige berekening Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl) 2018 van het UWV is € 0 als tegemoetkoming LKV vermeld. De inspecteur heeft bij definitieve beschikking geen recht op LKV 2018 toegekend. In hoger beroep is in geschil of belanghebbende over het jaar 2018 recht heeft op tegemoetkoming LKV voor de werknemers en meer in het bijzonder of belanghebbende voldoet aan de voorwaarden van het overgangsrecht van art. 6.2 Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). Tussen partijen is niet in geschil dat belanghebbende voor de werknemers beschikt over de in art. 6.2 Wtl bedoelde onder het oude regime gegeven doelgroepverklaringen die gelding hebben tot 1 september 2018 respectievelijk 15 februari 2019. Verder is tussen partijen niet in geschil dat belanghebbende met de correcties loonaangiften over de tijdvakken januari 2017 tot en met april 2018 van 17 april 2018 weliswaar heeft voldaan aan de onder a en c genoemde voorwaarden van art. 6.2 Wtl, maar niet heeft voldaan aan de onder b genoemde voorwaarde. Het hof beslist dat de inspecteur terecht de tegemoetkoming loonkostenvoordeel (LKV) oudere werknemer heeft afgewezen nu belanghebbende niet aan de cumulatieve voorwaarden daarvoor heeft voldaan. Doel en strekking van de wettelijke regeling leiden het hof niet tot een ander oordeel. Uitgangspunt van onder meer het overgangsrecht is immers dat op eenvoudige wijze geautomatiseerd moet kunnen worden beoordeeld of recht bestaat op de tegemoetkoming LKV. Het hof ziet geen aanleiding op grond van art. 4:5 Awb anders te oordelen, nu belanghebbende daartoe geen feiten en omstandigheden heeft aangevoerd.

(Hoger beroep ongegrond.)