Rechtbank ontstemd over onnodige bezwaar- en beroepsprocedure voor OZB-aanslag van € 10,28

Rechtbank ontstemd over onnodige bezwaar- en beroepsprocedure voor OZB-aanslag van € 10,28

Gegevens

Nummer
2023/340
Publicatiedatum
20 maart 2023
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2023:860
Rubriek
Heffing lokale overheden
Relevante informatie
Art. 17 Wet WOZ, Art. 22 Wet WOZ, Art. 8:75 Awb

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen een WOZ-beschikking en OZB-aanslag. Het object betreft een geldautomaat op Schiermonnikoog. De waarde is € 6.000 en de OZB-aanslag bedraagt € 10,28. Het bezwaar is gegrond en belanghebbende krijgt daarom een proceskostenvergoeding. Bij de bepaling van de hoogte daarvan is de hoorzitting evenwel vergeten. De rechtbank begrijpt volstrekt niet dat belanghebbende een gemachtigde inschakelt om in bezwaar en beroep te gaan. Het was meteen duidelijk dat de WOZ-beschikking en de aanslag niet voor haar bestemd waren. Het geringe misverstand dat zij nog als gebruiker was aangemerkt, had opgelost kunnen – en met enige maatschappelijke verantwoordelijkheid – moeten worden met één enkel telefoontje met de heffingsambtenaar. Dat geldt ook voor de fout die in bezwaar is gemaakt met betrekking tot de hoogte van de proceskostenvergoeding. Die fout moet de rechtbank wel herstellen. Het beroep is daarom gegrond. De proceskostenvergoeding van de beroepsfase matigt de rechtbank naar een wegingsfactor 0,25 wegens de geringe bewerkelijkheid en complexiteit in combinatie met het geringe financiële belang.

(Beroep gegrond.)