NTFR 2023/627 - Box 4 Vastgoed

NTFR 2023/627 - Box 4 Vastgoed

pdTB
prof. dr. T.M. Berkhoutverbonden aan Nyenrode Business Universiteit en Belastingdienst/Vastgoedkenniscentrum. Mededeling voor niet-fiscale lezers: dit artikel is op strikt persoonlijke titel geschreven. Voor fiscale lezers is deze mededeling overbodig.
Bijgewerkt tot 26 april 2023

Op deze plek heb ik al meerdere keren aandacht besteed aan de (on)mogelijkheid om een vermogensaanwasbelasting te hanteren voor vastgoed.1 De Opinie van vorig jaar was de op één na best gelezen Opinie,2 hetgeen aangeeft hoezeer dit specifieke thema leeft in de belasting- en vastgoedpraktijk. De rendementen (waarde en inkomsten) van vastgoed staan onder druk door de stijgende rente, inflatie en de aangekondigde maatregelen van minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening). Als gevolg van deze maatregelen wordt het aanhouden van verhuurde woningen onaantrekkelijker door het reguleren van huur in het middensegment. Daarbovenop komen nog eens de verduurzamingsopgaven waar de investeerders voor staan. De MSCI-vastgoedindex rapporteert over 2022 voor alle objecten een direct nettorendement van 3,1%.

De toonzetting van mijn bijdragen over de vermogensaanwas- en winstbelasting was van meet af aan kritisch. De discussie over de vermogensaanwasbelasting wordt sinds een kleine tien jaar gevoerd, en de ‘uitdagingen’ – management-jargon voor problemen – werden en worden almaar groter naarmate meer praktische aspecten in kaart zijn gebracht. De invoering ervan was – en dat is al veelzeggend – gepland na de verkiezingen van 2025. Recentelijk gaf de staatssecretaris aan dat het praktisch onhaalbaar is om de afgesproken invoeringsdatum van 2026 nog te halen.3 Ondertussen lijkt de vermogensaanwasbelasting voor vastgoed aangeschoten wild te zijn geworden. Volgens de website van de Jagersvereniging moet je een dier onnodig lijden besparen. Nu hoor ik u denken: je kunt wel eeuwig kritisch zijn – lekker makkelijk –, maar heb je ook een oplossing? Daarom pleit ik in deze Opinie voor een levensreddende bypassoperatie. De geesten lijken er inmiddels rijp voor te zijn. In de aanloop naar die operatie volg ik met name de communicatie tussen staatssecretaris Van Rij en de Tweede Kamer.

1. Glanzende, puntgave theorieën en de rauwe realiteit

In mijn waarneming willen wetenschappers – en ik spreek nu in zijn algemeenheid – de wereld mooier en beter maken. Dat is een mooi streven en dat hoort ook bij wetenschap. Maar hoe vaak doorkruist de rauwe realiteit niet de elegante constructen en het systeemdenken dat oplossingen moet bieden voor alles? In het fiscale debat denk ik dan bijvoorbeeld aan de eigen woning, waarvan sommigen betogen dat die systematisch zo mooi thuishoort in box 3. De realiteit is dat een ondoordringbaar oerwoud aan fiscale maatregelen en ruim € 9 miljard aan belastingteruggaven daaraan in de weg staan.4 Zoiets past niet lekker in het huidige stramien van box 3. Los van die eigen woning; als we even verder kijken: eenzelfde stapel stenen (die geen weet heeft van fiscaliteit of geld) kan in de inkomstenbelasting in verschillende fiscale behandelstraten terechtkomen, afhankelijk van het handelen van en gebruik door een natuurlijk persoon en de feitelijke omstandigheden: eigenwoningregeling, winst uit onderneming, resultaat uit overige werkzaamheden (exclusief tbs), terbeschikkingstellingsregeling, box 3. En of dat nog niet genoeg is, liggen box 2 en de vennootschapsbelasting binnen handbereik. Is dit nou een strak vormgegeven concept/systeem, een allegaartje van regelingen of iets er tussenin? De een vindt het prachtig dat er zo’n keuzemenu bestaat, een zegen van het belastingsysteem. De ander vindt het misschien een gedrocht, en vindt het oneerlijk dat er zoveel keuzes bestaan. Kortom: over wat theoretisch, maatschappelijk en politiek wenselijk, optimaal of superieur is, kun je een boom opzetten, nog daargelaten of de uitkomst van zo’n discussie in de realiteit haalbaar is. Ondertussen klinkt de roep om een robuuster5 box 3-stelsel om ontgaansstructuren in de kiem te smoren.6

2. Much Ado About Nothing?

Een andere, niet onbelangrijke realiteit is de zeer beperkte invloed van box 3 op de belastingopbrengsten. De huidige inkomsten uit box 3 bedragen ongeveer 1,2% van de totale overheidsinkomsten en 0,5% van het bbp.7 De vraag hoe heilig de vermogensaanwasbelasting nu eigenlijk is, dringt zich op. Is het sop de kool wel waard?

3. Communicatie richting de Kamer: veel aandacht voor vastgoed

Op 15 april 2022 stuurde staatssecretaris Van Rij de ‘Contourennota box 3-heffing op basis van werkelijk rendement’ naar de Tweede kamer, waarin hij constateert dat de huidige vormgeving met forfaits op individueel niveau onvoldoende aansluit op daadwerkelijk behaalde rendementen. ‘Hierdoor kunnen mensen met lage werkelijke rendementen, waaronder veel spaarders, de huidige heffing als onrechtvaardig ervaren.’ 8 In mijn Opinie van vorig jaar concludeerde ik dat de voorzichtige toonzetting van de staatssecretaris getuigde van realiteitszin en dat het creëren van een vermogensaanwasbelasting een herculische opgave is. Wat bouder gezegd: in feite staat dwars en vetgedrukt over elke pagina geschreven: ‘Kamer, realiseer je goed wat je jezelf op de hals haalt.’ Na het verschijnen van de nota blijven de uitdagingen zich opstapelen, getuige de Kamerbrieven die sindsdien verschenen.

3.1. . Kamerbrief 29 september 2022

Op 29 september 2022 stuurde de staatssecretaris een aangepaste planning voor de invoering naar de Tweede Kamer.9 Hierin stond het streven de conceptwetgeving januari 2023 gereed te hebben; de inwerkingtreding wordt verplaatst naar 1 januari 2026. Over de vermogensaanwasbelasting wordt als pluspunt aangevoerd dat de Belastingdienst de aangifte grotendeels kan voorinvullen. Als nadeel wordt genoemd dat het betalen over niet-gerealiseerd inkomen kan stuiten op onbegrip van de burger en leidt tot een liquiditeitsprobleem voor een kleine minderheid, en dat het ‘mogelijk ingewikkeld is voor onroerende zaken’.10 Aan vastgoed wordt veel aandacht besteed. Voor het bepalen van de waardeontwikkeling ervan worden maar liefst zes varianten uitgewerkt, waarvan er drie door de staatssecretaris kansrijk worden geacht. Ik neem ze hierna met u door.

Kansrijk

Minder kansrijk

3.2. . Kamerbrief 9 februari 2023, alternatieve benadering

Antwoorden Schriftelijk overleg

Advies landsadvocaat vermogensaanwasheffing: eigengebruikers en (vermogende) vastgoedbeleggers

Fiche 44, Brede vermogensbelasting box 1, 2 en 3

3.3. . Wetsvoorstel vermogensbelasting 2024

4. Een blik op de vastgoedcijfers

5. Box 4 Vastgoed: het pijnpunt isoleren

Optie 1 Vermogensbelasting in box 4, geen heffing over inkomen

Optie 2 Vermogenswinstregime in box 4