Schumacker-rechtspraak leidt tot aftrek hypotheekrente voor in België woonachtig echtpaar

Schumacker-rechtspraak leidt tot aftrek hypotheekrente voor in België woonachtig echtpaar

Gegevens

Nummer
2023/664
Publicatiedatum
25 mei 2023
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:2777
Rubriek
Internationaal en Europees
Relevante informatie
Art. 7.8 Wet IB 2001

Belanghebbende en zijn echtgenote wonen in België in een koopwoning. In 2015 hebben zij € 8.790 hypotheekrente betaald. Belanghebbende werkt in Nederland in dienstbetrekking. Zijn loon in 2015 is € 120.000 waarop Nederlandse loonheffing is ingehouden. Daarnaast hebben belanghebbende en zijn echtgenote € 938.655 aan bank-, spaar- en beleggingstegoeden. Belanghebbende en zijn echtgenote hebben een niet in Nederland belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 37.546, waarvan de helft (€ 18.773) aan belanghebbende wordt toegerekend. Nederland heeft het heffingsrecht over de looninkomsten, België over de inkomsten uit sparen en beleggen. In geschil is of belanghebbende (in Nederland) recht heeft op aftrek van zijn hypotheekrente.

De rechtbank oordeelt dat belanghebbende op grond van het Nederlandse nationale recht geen recht heeft op aftrek. Hij is geen kwalificerend buitenlands belastingplichtige omdat niet 90% van zijn wereldinkomen in Nederland wordt belast. Dan is vervolgens de vraag of het Europees recht noopt tot het verlenen van hypotheekrenteaftrek. De rechtbank leidt uit de jurisprudentie van het HvJ EU af dat de werkstaat soms toch gehouden is om rekening te houden met belastingvoordelen met betrekking tot de persoonlijke en gezinssituatie van de niet-ingezetene. Criterium daarbij is of de niet-ingezetene te weinig inkomsten geniet in de woonstaat. Daarbij moet uitgegaan worden van het in de woonstaat te belasten inkomen volgens de regels van die woonstaat. De regel dat het inkomen uit sparen en beleggen moet worden bepaald als zijnde een Nederlands binnenlands belastingplichtige is naar het oordeel van de rechtbank onverbindend. Blijkens de Belgische belastingaanslag zijn de inkomsten uit de bank-, spaar- en beleggingstegoeden slechts tot een bedrag van € 650 in België belast. Dit heeft te maken met de Belgische roerende voorheffing op rente- en dividendinkomsten, waardoor deze inkomsten niet in de jaarlijkse aangifte personenbelasting hoeven te worden vermeld. Nu bij belanghebbende en zijn echtgenote in totaal € 1.300 in de heffing wordt betrokken, wordt nagenoeg het gehele inkomen in Nederland onderworpen aan inkomstenbelasting. Nederland dient aftrek te verlenen voor de (negatieve) inkomsten uit eigen woning.

(Beroep gegrond.)