Btw over Oostenrijkse programmavergoeding volgens A-G Szpunar niet in strijd met BTW-richtlijn

Btw over Oostenrijkse programmavergoeding volgens A-G Szpunar niet in strijd met BTW-richtlijn

Gegevens

Nummer
2023/725
Publicatiedatum
5 juni 2023
Auteur
Redactie
Rubriek
Omzetbelasting
Relevante informatie

In het arrest Český rozhlas (HvJ EU 22 juni 2016, C-11/15) oordeelde het HvJ EU dat de activiteiten van openbare radio-organisaties die worden gefinancierd door middel van een wettelijk opgelegde bijdrage die wordt betaald door bezitters van een radiotoestel niet kunnen worden beschouwd als een dienst onder bezwarende titel en niet onder de werkingssfeer van de btw vallen.

Naar aanleiding van dat arrest hebben BM en anderen de terugbetaling van deze belasting gevorderd op grond dat Oostenrijk deze in strijd met het Unierecht heeft geheven. Ook in Denemarken is een soortgelijke procedure aanhangig: zaak C-573/22, Foreningen C e.a., NTFR 2022/3715.

De Oostenrijkse rechter heeft prejudiciële vragen gesteld.

A-G Szpunar concludeert dat uit art 2 lid 1 onder c BTW-richtlijn in samenhang met art. 378 lid 1 en art. 151 lid 1 van de Toetredingsakte van 1994 volgt, dat het is toegestaan dat Oostenrijk naast de programmavergoeding een extra heffing int ter compensatie van het verlies aan btw-inkomsten dat voortvloeit uit het recht van de openbare radio-en-televisieorganisatie om de belasting af te trekken die wordt betaald over de goederen en diensten die deze organisatie verwerft ten behoeve van haar met de opbrengst van die programmavergoeding gefinancierde activiteiten.

Conclusie A-G bij HvJ EU 25 mei 2023, zaak C-249/22