Terechte herzieningsbeschikkingen WHK voor uitzendbureau wegens redelijkerwijs kenbare fout

Terechte herzieningsbeschikkingen WHK voor uitzendbureau wegens redelijkerwijs kenbare fout

Gegevens

Nummer
2023/1724
Publicatiedatum
4 december 2023
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:7516
Rubriek
Sociale Zekerheid
Relevante informatie

Belanghebbende was tot 31 december 2016 eigenrisicodrager voor de Ziektewet. Vanwege de beëindiging van het eigenrisicodragerschap is voor de twee daaropvolgende jaren het premiepercentage ZW terugkerende werkgever van toepassing. De beschikking werkhervattingskas (WHK) 2017 is wegens het einde eigenrisicodragerschap herzien. Het afwijkende premiepercentage ZW terugkerende werkgever staat op de herziene beschikking WHK 2017 vermeld. De ZW-component is 1,97%. Op 1 december 2017 heeft de inspecteur een beschikking WHK 2018 afgegeven met een ZW-component van 0,10%. Omdat dit percentage onjuist bleek, is dit percentage bij beschikkingen van 17 december 2020 aangepast en vastgesteld op 2,29%. Hierna is de verschuldigde WHK-premie 2018 opnieuw vastgesteld en is een naheffingsaanslag LH over 2018 opgelegd. Belanghebbende komt in beroep tegen de herzieningsbeschikkingen WHK 2018 en de naheffingsaanslagen.

De rechtbank stelt vast dat geen sprake is van een fout die aan belanghebbende kan worden toegerekend. De beschikking WHK kan dan alleen worden herzien indien de fout belanghebbende redelijkerwijs kenbaar had kunnen zijn. De rechtbank is, anders dan belanghebbende stelt, van oordeel dat uit de wetsgeschiedenis niet valt af te leiden dat voor het begrip ‘kenbaar’ aangesloten dient te worden bij art. 16 lid 2 onderdeel c AWR. Er is sprake van kenbaarheid indien de werkgever wist of had dienen te begrijpen dat van een kennelijk foutieve beschikking sprake was. Vervolgens oordeelt de rechtbank dat het belanghebbende redelijkerwijs kenbaar had kunnen zijn dat de oorspronkelijke beschikking WHK 2018 foutief was afgegeven. De rechtbank heeft daarbij in aanmerkingen genomen:

belanghebbende heeft verzocht om het eigenrisicodragerschap ZW te beëindigen waardoor de WHK-premie wordt verhoogd;

het verschil tussen het juiste premiepercentage van 1,97% en het percentage op de foutieve beschikking van 0,10% is aanzienlijk;

belanghebbende heeft na ontvangst van de oorspronkelijke beschikking WHK 2018 zelf het nieuwe, verlaagde premiepercentage ingevoerd in de salarisadministratie;

belanghebbende stelt dat hij de hogere premie WHK 2018 kon doorbelasten indien de oorspronkelijke beschikking correct was doorgegeven.

De inspecteur had dus een grond voor herziening. De beschikkingen zijn dus terecht afgegeven en de naheffingsaanslag is terecht opgelegd.

(Beroepen ongegrond.)