Bij vaststelling afschrijvingspercentage BPM geldt CO2-uitstoot van de referentieauto
Bij vaststelling afschrijvingspercentage BPM geldt CO2-uitstoot van de referentieauto
Gegevens
- Nummer
- 2023/1727
- Publicatiedatum
- 4 december 2023
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Motorrijtuigen en belastingen
- Relevante informatie
Belanghebbende voert een Mercedes-Benz GLE 350 in met schade. De CO2-uitstoot daarvan is 192 gram per km. Bij het opleggen van de naheffingsaanslag BPM is uitgegaan van een vergelijkbare auto met een CO2-uitstoot van 183 gram per km. In geschil is of een onjuiste consumentenprijs voor de auto is gehanteerd. Rechtbank Noord-Nederland, LEE 21/1619, heeft in haar uitspraak van 4 mei 2022 overwogen dat de inspecteur ten onrechte is uitgegaan van een consumentenprijs van € 120.522. Volgens de rechtbank moet bij het bepalen van de consumentenprijs worden uitgegaan van de bruto BPM die hoort bij een auto met een CO2-uitstoot van 192 gram per kilometer. In hoger beroep is niet in geschil dat de netto-catalogusprijs van de auto € 72.580 bedraagt, dat de omzetbelasting € 15.245 is en dat de catalogusprijs € 87.825 bedraagt. In geschil is het bedrag aan BPM dat ingevolge art. 10 lid 8 Wet BPM in aanmerking moet worden genomen. Volgens belanghebbende dient gerekend te worden met een historische bruto BPM van € 37.605, terwijl de inspecteur onder verwijzing naar de koerslijst X-RAY met een bruto BPM van € 32.697 rekent. Niet in geschil is dat als uitgangspunt voor de waardebepaling een handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat geldt van € 51.279. Deze handelsinkoopwaarde is bepaald aan de hand van de koerslijst van XRAY van een referentieauto die een CO2-uitstoot heeft van 183 gram per kilometer. Om het juiste afschrijvingspercentage als bedoeld in art. 10 lid 2 Wet BPM te kunnen vaststellen, moet volgens het hof zowel de catalogusprijs als de handelsinkoopwaarde betrekking hebben op dezelfde referentieauto. Dit brengt volgens het hof logischerwijs mee dat de inspecteur ook de bruto BPM terecht heeft gebaseerd op de referentieauto, die een CO2-uitstoot heeft van 183 gram per km. Dat de feitelijke CO2-uitstoot hoger is en daarom een hoger bedrag aan BPM zou zijn verschuldigd ten tijde van de eerste ingebruikneming, is dus niet relevant voor de vaststelling van het afschrijvingspercentage.
(Hoger beroep ongegrond, incidenteel hoger beroep gegrond.)