Hypotheekrenteaftrek terecht 50/50 verdeeld omdat geen gezamenlijke keuze is gemaakt met de ex-partner

Hypotheekrenteaftrek terecht 50/50 verdeeld omdat geen gezamenlijke keuze is gemaakt met de ex-partner

Gegevens

Nummer
2024/670
Publicatiedatum
15 april 2024
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:1840
Rubriek
Inkomstenbelasting diversen
Relevante informatie
Art. 2.17 Wet IB 2001, Art. 3.120 Wet IB 2001, Art. 6.3 Wet IB 2001, Art. 5a AWR

Belanghebbende was in 2019 gehuwd met zijn ex-partner. Op 1 december 2019 heeft hij zich bij het BRP uitgeschreven op het adres van de echtelijke woning. Op 28 februari 2020 is het verzoek om echtscheiding ingediend. Ten eerste is in geschil of belanghebbende en zijn ex-partner in 2019 fiscaal partners zijn. De rechtbank oordeelt van wel. Echtgenoten zijn elkaars fiscale partner, tenzij een verzoek om echtscheiding is gedaan én zij niet meer op hetzelfde woonadres ingeschreven staan. Nu in 2019 niet aan beide voorwaarden is voldaan, waren zijn voor het jaar 2019 elkaars fiscale partner. Nu voor de eigenwoningrenteaftrek geen onderlinge verdeling is gekozen, betekent dit dat de rente bij iedere partner voor de helft aftrekbaar is. Belanghebbende heeft gesteld dat het deel van de rente dat bij zijn ex-partner aftrekbaar is, bij hem als alimentatie in aftrek kan worden gebracht. De rechtbank verwerpt deze stelling. Er moet sprake zijn van verplichtingen die rechtstreeks voortvloeien uit het familierecht. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat daarvan sprake is. Vooropgesteld moet worden dat slechts sprake kan zijn van een uit het familierecht voortvloeiende verplichting voor zover de partners duurzaam gescheiden leven. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij en zijn partner reeds voor 1 december 2019 duurzaam gescheiden leefden.

(Beroep ongegrond.)