Beroepschrift tijdig ingediend, maar verzuimboete is terecht en niet te hoog

Beroepschrift tijdig ingediend, maar verzuimboete is terecht en niet te hoog

Gegevens

Nummer
2024/695
Publicatiedatum
18 april 2024
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:2095
Rubriek
Formeel belastingrecht
Relevante informatie
Art. 3:41 Awb, Art. 6:11 Awb, Art. 67c AWR

De inspecteur heeft aan belanghebbende een rekening gestuurd voor de verschuldigde motorrijtuigenbelasting voor de periode 8 juni tot en met 7 september 2022. De betaaltermijn is 7 juli 2022. Belanghebbende betaalt op 1 augustus 2022. Omdat dit te laat is, heeft de inspecteur aan belanghebbende een naheffingsaanslag MRB opgelegd ter grootte van een verzuimboete van € 55. Belanghebbende komt in bezwaar en het bezwaar wordt bij uitspraak op bezwaar van 12 december 2022 afgewezen. Belanghebbende komt op 24 januari 2023 in beroep. Gelet op de dagtekening is dat één dag te laat. De vraag is of het beroep ontvankelijk is. Belanghebbende betwist dat hij de uitspraak op bezwaar op of vóór de dagtekening heeft ontvangen. Dit betekent dat de inspecteur aannemelijk dient te maken wanneer de uitspraak op bezwaar is verzonden. De inspecteur heeft een uitdraai uit het systeem van de Belastingdienst overgelegd waaruit volgt dat de bezwaarbehandelaar het bezwaar heeft afgehandeld op 23 november 2023. De inspecteur stelt daarbij dat de uitspraak op bezwaar direct of kort na die datum wordt verzonden. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur daarmee niet aan zijn bewijslast heeft voldaan. Dit heeft tot gevolg dat het aannemelijk is dat de uitspraak op bezwaar na dagtekening is verzonden. Het beroep is ontvankelijk. De rechtbank oordeelt dat de verzuimboete terecht is opgelegd. Omdat dit het tweede verzuim binnen een jaar tijd is, is terecht een boete van 1% van het maximum opgelegd. Het beroep op avas slaagt niet. De enkele stelling dat hij de rekening om hem moverende redenen te laat heeft voldaan, maakt niet dat sprake is van avas.

(Beroep ongegrond.)