Pro-formabezwaarschrift getuigt van weinig inspanning; geen hogere wegingsfactor

Pro-formabezwaarschrift getuigt van weinig inspanning; geen hogere wegingsfactor

Gegevens

Nummer
2024/716
Publicatiedatum
22 april 2024
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:2166
Rubriek
Formeel belastingrecht
Relevante informatie
Art. 7:15 Awb, Art. 8:75 Awb

De heffingsambtenaar heeft de aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag vernietigd en bij het toekennen van een proceskostenvergoeding in de bezwaarfase de wegingsfactor ¼, zeer licht, toegepast. Belanghebbende komt hiertegen in beroep en stelt dat volgens de richtsnoeren van de gerechtshoven een wegingsfactor van ½ had moeten worden toegepast.

De rechtbank verwerpt de stelling van de heffingsambtenaar dat een procesbelang ontbreekt. Er ontbreekt pas een belang indien het beroep belanghebbende, ongeacht de aan te voeren gronden, niet in een betere positie kan brengen met betrekking tot de bestreden uitspraak en eventuele bijkomende (rechterlijke) beslissingen. Nu de wegingsfactor in geschil is, kan belanghebbende door het beroep in een betere positie komen. Het beroep is ontvankelijk. De rechtbank oordeelt vervolgens dat het ingediende bezwaarschrift slechts als een pro-formabezwaar is te beschouwen, zonder nadere aanvullingen. Er is slechts een uiterst geringe inspanning van de gemachtigde nodig geweest. Ook de ingewikkeldheid van de zaak is niet dusdanig dat een hogere wegingsfactor op zijn plaats is.

(Beroep ongegrond.)