Wrakingsverzoek in belastingzaak afgewezen door Hoge Raad

Wrakingsverzoek in belastingzaak afgewezen door Hoge Raad

Gegevens

Nummer
2024/765
Publicatiedatum
26 april 2024
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:666
Rubriek
Formeel belastingrecht
Relevante informatie
Art. 8:15 Awb, Art. 8:16 Awb

Aan belanghebbende is op 28 maart 2024 meegedeeld dat op 5 april 2024 uitspraak in zijn belastingzaak zal worden gedaan door Van Eijsden, Van der Voort Maarschalk en Wortel. Bij bericht van 28 maart 2024 heeft belanghebbende de wraking van die raadsheren verzocht. Op 2 april 2024 heeft belanghebbende een aanvullend bericht geplaatst in het webportaal van de Hoge Raad.

In het bericht van 28 maart 2024 heeft belanghebbende het volgende aangevoerd:

‘Hierbij wordt bezwaar gemaakt tegen bericht dd. 28-03-2024 daar verzocht is om (a) uitstel, (b) digitale zitting, (c) toevoeging rechtsbijstandverlener en (d) met niet toekennen van deze verzoeken weer ABBB en ABBP beginselen worden geschonden zoals verankerd in (e) Grondwet, (f) internationale verdragen enz.

Aanvullend worden rechters J.A.R. van Eijsden, A.E.H. van der Voort Maarschalk, J. Wortel gewraakt vanwege voornoemd voornemen uitspraak te doen op 5 april 2024 daar het om voornoemde redenen ABBB en ABBP schendt, nationaal, transnationaal en internationaal.
Hun nationalisme, schenden van transnationale en internationale normen indiceert vooringenomenheid en corruptie op nationaal niveau, wat uit veel meer klachten over NL-NL recht kan blijken als seksistisch, racistische, fascistisch, xenofoob, antisemitisch taalgebruik (bijv. gebruik van 'hij' ipv sekseneutrale voornaamwoorden, 'vreemde' taal niet toestaan slechts vertaling in NL, terwijl sinds invoering EU iedere lidstaat gebruik van althans een niet-nationale taal dient toe te staan enz.) alsook wijze en inhoud van procedures en beslissingen, onderhavige procedure blijkt niet behoorlijk en het kan niet om een 'fair trial' gaan indien voornoemde ABBB en ABBP worden geschonden.’

Volgens de wrakingskamer van de Hoge Raad rechtvaardigt dit niet de conclusie dat de betrokken raadsheren vooringenomen zijn en evenmin dat daarvoor een objectief gerechtvaardigde vrees bestaat. Op het bericht van 2 april 2024 wordt geen acht geslagen omdat voor het aanvoeren van nadere gronden geen plaats is.

(Afwijzing wrakingsverzoek.)