Belastingrente bij opgelegde aanslag Vpb is terecht en juist berekend

Belastingrente bij opgelegde aanslag Vpb is terecht en juist berekend

Gegevens

Nummer
2024/820
Publicatiedatum
8 mei 2024
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:2506
Rubriek
Inkomsten uit vermogen/Inkomen uit sparen en beleggen
Relevante informatie
Art. 1 EP EVRM, Art. 30fc AWR, Art. 30 hb AWR

Belanghebbende heeft op 21 juli 2022 aangifte Vpb 2020 gedaan naar een belastbaar bedrag van € 2.968.437. Met dagtekening 20 augustus 2022 heeft de inspecteur een nadere voorlopige aanslag opgelegd van € 304.982, tezamen met een bedrag aan belastingrente van € 24.466. Belanghebbende komt in beroep tegen de in rekening gebrachte belastingrente. Belanghebbende acht het in rekening brengen van dit bedrag in strijd met art. 1 EP EVRM.

De rechtbank leidt uit de wetsgeschiedenis af dat belastingrente in rekening wordt gebracht als het opleggen van de aanslag door toedoen van de belastingplichtige te lang op zich heeft laten wachten. De belastingrente dient als prikkel tot het tijdig en naar het juiste bedrag doen van aangifte. Vervolgens oordeelt de rechtbank dat het heffen van belastingen in beginsel een ‘legitimate aim’ dient. Dit geldt ook voor het berekenen van rente over de verschuldigde belasting. Het standpunt van belanghebbende dat met de belastingrenteregeling een kostenvermindering wegens versimpeling van processen wordt nagestreefd, volgt de rechtbank niet. De renteopbrengst is het gevolg van het niet langer vergoeden van rente als de belastingschuldige na afloop van het belastingjaar belasting terugkrijgt. Dit is een legitiem doel van de wetgever, aldus de rechtbank. Omdat de aangifte pas op 21 juli 2022 is ingediend, kon de belastingaanslag door toedoen van belanghebbende pas later dan zes maanden na afloop van het boekjaar worden opgelegd. Belanghebbende wordt daarom geacht in verzuim te zijn. Dit had zij kunnen voorkomen door tijdig de aangifte in te dienen of door een verhoging van de voorlopige aanslag te verzoeken.

De stelling dat het rentepercentage te hoog is, wordt eveneens door de rechtbank verworpen. De rente is gerelateerd aan de wettelijke rente voor handelstransacties. Deze is gelijk aan de herfinancieringsrente van de Europese Centrale Bank met een opslag. Het is een bewuste keuze van de wetgever geweest om voor de belastingrente voor de vennootschapsbelasting daarbij aan te sluiten en de rechtbank ziet geen ruimte om van deze bepaling af te wijken. Voorts is er geen ongerechtvaardigde ongelijke behandeling tussen vennootschapsbelastingplichtigen en niet-vennootschapsbelastingplichtigen.

(Beroep ongegrond.)