Geen toetsingsmogelijkheid belastingrechter van kostenverhaal parkeerbelasting
Geen toetsingsmogelijkheid belastingrechter van kostenverhaal parkeerbelasting
Gegevens
- Nummer
- 2024/1221
- Publicatiedatum
- 12 juli 2024
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Heffing lokale overheden
- Relevante informatie
Rechtbank Oost-Brabant (8 december 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:5711) heeft prejudiciële vragen aan de Hoge Raad voorgelegd betreffende de kosten die in rekening worden gebracht bij het opleggen van een naheffingsaanslag parkeerbelasting.
A-G Pauwels constateert dat de rechtbank in wezen wenst te vernemen of de belastingrechter de ruimte heeft om te beoordelen of de gedraging die aanleiding geeft tot het opleggen van de naheffingsaanslag verwijtbaar is (verwijtbaarheidstoets) dan wel of het kostenverhaal passend en geboden is (passend-en-gebodentoets). De A-G meent dat die ruimte er nagenoeg niet is respectievelijk niet is.
De A-G meent dat de prejudiciële vragen in de kern als volgt kunnen worden beantwoord. Vraag 1a: Het kostenverhaal is niet aan te merken als een criminal charge. Vraag 1b: Een gemeentelijke wetgever heeft de bevoegdheid om een parkeerbelasting te heffen, en hoeft daarbij niet kenbaar te maken dat de waarborgen van art. 6 EVRM niet van toepassing zijn op het kostenverhaal. Vraag 2: De belastingrechter kan niet aan een reflexwerking van art. 6 EVRM de bevoegdheid ontlenen voor een verwijtbaarheidstoets en/of een passend-en-gebodentoets. Van beantwoording van vraag 3 kan worden afgezien. Het is voor de toetsingsmogelijkheden van de belastingrechter niet relevant of het kostenverhaal al dan niet een herstelsanctie is, aangezien het kostenverhaal van een vast bedrag dwingend is voorgeschreven.
Vraag 4: Art. 234 Gemeentewet en art. 20 AWR bieden geen grond voor een verwijtbaarheidstoets en/of een passend-en-gebodentoets. Toetsing van de beslissing tot naheffing of van het kostenverhaal aan het evenredigheidsbeginsel van art. 3:4 lid 2 Awb is niet mogelijk. De belastingrechter is wel bevoegd art. 20 AWR of art. 234 lid 5 Gemeentewet buiten toepassing te laten indien sprake is van bijzondere omstandigheden die niet of niet ten volle zijn verdisconteerd in de afweging van de wetgever en die tot gevolg hebben dat de toepassing zozeer in strijd komt met algemene rechtsbeginselen dat die toepassing achterwege moet blijven.