Renteschuld overbedelingsvorderingen niet meegenomen bij aanslag erfbelasting
Renteschuld overbedelingsvorderingen niet meegenomen bij aanslag erfbelasting
Gegevens
- Nummer
- 2024/1304
- Publicatiedatum
- 31 juli 2024
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Successiewet
- Relevante informatie
- Art. 20 SW
De vader van belanghebbende heeft op 29 april 1985 zijn testament opgemaakt. Erfgenamen waren zijn vrouw, belanghebbende en haar zus. In het testament is de ouderlijke boedelverdeling van toepassing verklaard. Op grond daarvan komen alle passiva en activa van de nalatenschap aan moeder toe, onder schuldigerkenning wegens overbedeling aan de twee dochters. In het testament is de mogelijkheid opgenomen om desgevraagd een rente te vergoeden over de overbedelingsvordering van 5 tot 8 procent. De vader is in 2000 overleden. De nalatenschap is verdeeld conform de ouderlijke boedelverdeling. In de aangifte erfbelasting is onder meer aangegeven ‘geen rentevergoeding over schuldig gebleven erfdelen’. De vordering is lager gewaardeerd omdat de moeder het fictief vruchtgebruik over de vordering kreeg. In 2021 overlijdt de moeder van belanghebbende. Tot de nalatenschap behoort onder meer de overbedelingsvordering van die belanghebbende en haar zus op de moeder hebben. In de aangifte hebben zij de overbedelingsvordering verhoogd met rente van 6%. In geschil is of dat terecht is.
De rechtbank beslist dat belanghebbende degene is die de bewijslast heeft om aannemelijk te maken dat een renteafspraak van 6% was gemaakt. Zij is namelijk degene die zich beroept op het rechtsgevolg van de aanwezigheid van die schuld. Vervolgens oordeelt de rechtbank dat niet aannemelijk is geworden dat rente is berekend. Weliswaar staat in het testament dat een rente over de overbedelingsvordering kan worden voldaan, maar dat kan pas indien belanghebbende en haar zus daartoe de wens hadden gegeven. Dat zij dat hebben gedaan is niet aannemelijk gemaakt. De waardering van de overbedelingsvordering in de aangifte erfbelasting naar aanleiding van het overlijden van de vader wijst eerder op het tegendeel. De inspecteur heeft terecht geen rekening gehouden met een renteschuld.
(Beroep ongegrond.)